
Furia
Veilige ruimtes (Safe spaces)
Vele kwetsbare vrouwen hebben nood aan veilige ruimtes. Veilige fysieke én virtuele ruimtes. We geven elkaar vertrouwen. Openlijk en openhartig kunnen we ons uitdrukken. We horen elkaars verhalen waaraan we ons kunnen spiegelen en waaraan we ons kunnen optrekken. Het draait niet om uitsluiting van andere groepen, maar om de nood aan veiligheid, geborgenheid, versterking van de mentale en fysieke zelf.
Door Sophia Honggokoesoemo.
Meer inclusie en diversiteit op de werkvloer met het platform 'Beyond the headscarf'
Zes organisaties starten campagne voor meer inclusie en diversiteit op de werkvloer
Een diverse samenleving heeft er baat bij naar inclusie te streven. Daarom lanceert het platform ‘Beyond the headscarf’ op 18 oktober, op de website ikhebhiermijnwerkplek.be een campagne die bedrijven inspireert en aanzet om diversiteit en inclusie op de werkvloer te omarmen. Daarbij zetten ze de hoofddoek, vandaag doelwit van verboden, duidelijk in de kijker.
Talent staat op kop, aldus het platform. Daarbij wil het platform de sterktes en competenties van alle werknemers centraal stellen, want alleen de kwaliteit van het werk telt. Zo willen ze het dragen van een hoofddoek deproblematiseren in de werkomgeving; in backoffices en in publieke contactfuncties.
Vrouwen met een hoofddoek vormen een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, niet alleen omdat ze ondervertegenwoordigd zijn, ook omdat ze verschillende obstakels tegenkomen tijdens het tewerkstellingsproces. Heel wat werkplekken ontzeggen moslimvrouwen een job omwille van hun keuze om een hoofddoek te dragen. Via het zogenaamde neutraliteitsbeginsel, mag een werkgever het dragen van een hoofddoek bij diens werknemer immers verbieden. Daar willen wij ons dus sterk tegen positioneren door te ijveren voor een beleid dat kwaliteit & expertise boven uiterlijke kenmerken stelt.
Verschillende werkgevers getuigden voor de campagne over hun inclusie- en diversiteitsbeleid. Ook bij hogeschool Odisee maakt het inclusie-en diversiteitsbeleid deel uit van de bedrijfscultuur. Tanja Nuelant, clusterdirecteur Sociaal Agogisch Werk bij Odisee: ‘Elke organisatie zou een weerspiegeling moeten zijn van de samenleving. En daar probeert Odisee elke dag opnieuw aandachtig voor te zijn.’
De nieuwe campagne wil de stem van deze getuigenissen versterken en roept andere bedrijven op om ook hun verhaal te delen op sociale media onder #ikhebhiermijnwerkplek.
Onder de noemer ‘Beyond the headscarf’ motiveren BOEH!, CIIB, Ella vzw, Furia, Karamah EU en LEVL werkgevers om het dragen van de hoofddoek te deproblematiseren. De campagne formuleert ook enkele concrete aanbevelingen aan beleidsmakers om de hoofddoek te aanvaarden op de werkvloer. Kortom: in de werkomgeving is de hoofddoek geen hoofdzaak, maar bijzaak!
17 oktober: Werelddag van het Verzet tegen Armoede
Vandaag is het de Werelddag van het Verzet tegen Armoede!
De crisissen lijken elkaar aan de lopende band op te volgen. De huidige energiecrisis raakt nu iedereen. Ook een deel van de middenklasse krijgt het steeds moeilijker.
Voor mensen in armoede is dat geen uitzonderlijke situatie. Deze crisissen duwen kwetsbare mensen dus nog dieper in armoede.
Alleenstaande ouders, voornamelijk moeders zijn erg kwetsbaar hiervoor. Voor meer dan 90% van de moeders in België moeten structurele maatregelen komen in plaats van een tijdelijk sociaal tarief voor energie. Dat kan door zorg, in de brede betekenis van het woord, centraal te plaatsen in ons beleid, uitgedrukt in een bruto nationaal welzijn, in plaats van het droge cijfermatige BNP.
We willen op deze dag ook aandacht brengen naar zowel de on-betaalde als onder-betaalde arbeid in zorg. Deze arbeid moet dringend de waardering krijgen die het verdient! Furia wil deze waardering zien uitgedrukt worden in enerzijds een betere werk-privébalans met maatregelen voor mannen en vrouwen, en anderzijds de verhoging van de minimumlonen in de zorgsector.
Furia vraagt dus een economie die op maat gemaakt is voor alle mensen! Dit betekent een zorgzame samenleving met gelijkheid!
In onze visie en eisenpakket van de vorige Vrouwendagen, kan je hier meer over lezen: Vrouwendag 2021 en Vrouwendag 2020.
Kom zeker naar de Vrouwendag van dit jaar op 11 november, want op deze dag zullen we hier ook verder over spreken!
Voormalige standpunten rond de zorg, vind je hier.
‘Jawel, Belgische feministes zijn solidair met de strijd in Iran’
Dit opiniestuk verscheen op 10/10/2022 op Knack.be.
‘Belgische feministes volgen, met veel bewondering, wat er in Iran gebeurt. En ja, ze willen tot een tastbare solidariteit komen – wat geen eenvoudige opdracht is’, schrijft Els Flour van Furia. ‘Op welke manier ze dat doen, dat beslissen ze zelf, daar hebben ze geen vaderlijke raad bij nodig.’
Wordt er ergens in een niet-westers land een feministische strijd gevoerd, dan is de kans reëel dat luttele tijd later Belgische feministes ter verantwoording worden geroepen om hun vermeend gebrek aan solidariteit. Meestal door mannen die we niet kennen als bondgenoten in de feministische strijd hier.
Nu in Iran een indrukwekkend brede, bijzonder moedige en feministisch geïnspireerde protestbeweging gaande is, die startte tegen de hoofddoekplicht, is het weer raak. Zo verwijten Lieven De Cauter in Knack en Gideon Boie in De Standaard Belgische feministes dat ze zich te veel op de vlakte houden. Furia wordt niet bij naam genoemd, maar we voelen ons aangesproken, omdat zowel De Cauter als Boie veronderstellen dat verzet tegen hoofddoekverboden in België een rem is op de solidariteit met de Iraanse feministes.
Vooraleer daarop in te gaan, moet ons van het hart dat de kritiek een wrange smaak laat. Feministes die jaren, decennia actief zijn in de beweging krijgen de vraag waar ze waren op een betoging, met hoeveel, onder welke vlag. Websites worden uitgeplozen naar bewijzen van desinteresse.
Nog even, en een graadmeter van onze solidariteit wordt of we al dan niet een lok haar afknipten. Wat als Lieven De Cauter oprecht geïnteresseerd was geweest in het Belgische feminisme en even contact had genomen met vrouwenorganisaties om te horen hoe ze kijken naar de gebeurtenissen in Iran? Dan had hij gehoord hoezeer ze onder de indruk zijn.
Furia had hem ook kunnen vertellen over de recente oproep van academische activistes wereldwijd om tot feministische solidariteit met de vrouwen in Iran te komen (Listen to the Voices of a Feminist Revolution in Iran). Een oproep die ons aanspreekt omdat de initiatiefneemsters zoeken naar vormen van solidariteit die de vrouwen in Iran steunen in de strijd die zij willen voeren. En omdat ze de kracht en het belang van een autonome feministische beweging kennen.
Dat is iets anders dan in het feminisme een opeenstapeling van meninkjes zien waaruit je aan cherry picking kan doen als je op iets interessants botst (Hoofddoek! Iran!). Wat als Lieven De Cauter oprecht geïnteresseerd was geweest in de strijd van een organisatie als BOEH! (Baas Over Eigen Hoofd) voor de vrije keuze van vrouwen om de hoofddoek te dragen, en hij het recente boek van Samira Azabar en Ida Dequeecker over die strijd had gelezen? Misschien zou hij “diep in zijn hart tegen de hoofddoek” zijn gebleven, maar een aantal domme clichés (“kuisheidsgelofte”, “abdicatie van de wereld”) waren ons hopelijk bespaard gebleven. Echte solidariteit begint bij luisteren (naar betrokken mensen, niet naar je buikgevoel). Wat Lieven De Cauter met zijn gemakkelijke uitspraken naliet.
Belgische feministes volgen, met veel bewondering, wat er in Iran gebeurt. En ja, ze willen tot een tastbare solidariteit komen – wat geen eenvoudige opdracht is. Op welke manier ze dat doen, dat beslissen ze zelf, daar hebben ze geen vaderlijke raad bij nodig.
Tot slot een antwoord op De Cauters riedeltje dat er een verband is tussen de strijd tegen hoofddoekverboden in België en de vermeende nalatigheid van Belgische feministen rond Iran. Furia verdedigt, net als BOEH!, inderdaad de vrije keuze van vrouwen om al dan niet de hoofddoek te dragen en verzet zich tegen hoofddoekverboden.
Wie het feminisme al even volgt, weet dat we dat standpunt uitwerkten toen andere zelfverklaarde feministische mannen, onder wie Dirk Verhofstadt, ons na 9/11 verweten niet solidair te zijn met “onderdrukte moslima’s”. Anders dan Lieven De Cauter zegt, staat dat standpunt onze solidariteit niet in de weg, maar versterkt het die. De reden daarvoor is simpel (en Lieven De Cauter lijkt ze te kennen, maar het niet te geloven): ons vertrekpunt is het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. “De vrouw beslist”. In Iran. In België. Zo eenvoudig kan het zijn.
Kinderopvang: dringend van de marge naar het centrum van de samenleving!
Opinie Furia 1/10/2022
Jaar na jaar na jaar beklemtoonden Furia en andere vrouwenorganisaties de voorbije decennia het belang van kwalitatieve en betaalbare kinderopvang voor elke ouder die daar behoefte aan heeft én het belang van goede werkomstandigheden voor wie in de sector werk. Kinderopvang gefinancierd door de overheid, in initiatieven die niet gericht zijn op economische winst, waarvoor de ouders een vergoeding betalen op maat van hun inkomen. Op de pleidooien in al die eisenpakketten, verkiezingsmemoranda en opiniestukken kwam nauwelijks reactie. De vrouwenbeweging bleef maar op dezelfde saaie nagel slaan, de boodschap was lang en breed bekend en/of de overheid had geen geld wegens net weer een andere crisis te beheersen.
Ondergewaardeerde kinderopvang
De voorbije jaren verslechterde de situatie dus verder: de lonen bleven schabouwelijk laag en kinderverzorgsters (in 2021 was 95,5 % van de onthaalouders en de verzorgenden in kinderdagverblijven en crèches vrouw – bron Statbel) moesten voor méér kinderen zorgen terwijl de ratio kind/verzorger in Vlaanderen al hoog was. De voorbije weken werd voor de zoveelste keer aan de alarmbel getrokken: in veel opvanginitiatieven is de werkdruk onhoudbaar geworden en voor een groeiend aantal kinderen is er geen opvangplaats te vinden. Het enige lichtpunt was het nieuws, aan het begin van de zomer, dat nieuwe onthaalouders per 1 juli 2024 het werknemersstatuut krijgen.
Septemberverklaring: troostprijs in plaats van duurzaam inversteringsplan
Terwijl het er even op leek dat de noodkreten van ouders en kinderverzorgers gehoord zouden worden, blijkt uit de Septemberverklaring dat aan de belangrijkste nood van de moegetergde kinderverzorgers niet werd tegemoet gekomen. Voor de vraag om voor eens en altijd met een plan te komen voor de verlaging van de kindratio - vermindering van de 9 kinderen per kinderverzorgster naar vijf of zes zoals in onze buurlanden - kwam geen antwoord, noch een alternatief plan. Hoewel 115 miljoen extra, aanzienlijk lijkt, blijft het een habbekrats voor de structurele problemen in de sector. De verlaging van het aantal kinderen per begeleider naar slecht één kind minder zou al het overgrote deel van het budget opsouperen, aldus de Gentse professor gezinspedagogiek Michel Vandenbroeck. Dan hebben we het nog niet over de andere noden zoals een hoger loon en betere werkomstandigheden en betere opleidingen.
Zorgen voor kinderen: meer dan slechts een kostenplaatje
Het is hoog tijd dat we kinderopvang niet zien als een soort randfenomeen van het sociaaleconomische weefsel, maar als een kernelement. Kinderen verzorgen, opvoeden, koesteren … is een maatschappelijk meer dan relevante job, waar goede werkomstandigheden en een goed loon bij horen. Zorgen voor kinderen is geen werk waar efficiëntiewinsten op te boeken zijn: het aantal kinderen per persoon die voor hen zorgt moet absoluut dalen. Een gebrek aan goede kinderopvang beperkt ouders in hun opties om een beroep uit te oefenen en economisch zelfstandig te zijn – en die impact voelen vooral vrouwen. Een overheid die het ernstig meent met de werkzaamheidsgraad, met gelijkheid v/m/x, met sociale rechten, met kinderrechten … is het aan zichzelf verplicht om te zorgen dat er voldoende kinderopvang is, kwaliteitsvol, dichtbij en betaalbaar, met een goed statuut voor wie erin werkt. Elke euro die ze daarin investeert, verdient zich meer dan terug. De New Economics Foundation (Verenigd Koninkrijk) becijferde in 2009 dat elke £ loon aan een kinderverzorgster v/m/x het zeven- tot tienvoudige aan maatschappelijke waarde genereert (A Bit Rich: Calculating the real value to society of different professions, https://neweconomics.org/2009/12/a-bit-rich), omdat elke plaats in de opvang iemand de mogelijkheid geeft tot betaald werk, en omdat kwaliteitsvolle opvang kinderen veel kan bijbrengen in hun ontwikkeling.
Kinderopvang in het hart van een zorg- en duurzame samenleving
De denkoefening om kinderopvang centraal te zetten in de economie houdt een uitnodiging in om onze economie en samenleving fundamenteel te herbekijken. Dat klinkt misschien als een naïeve utopie of een onmogelijke opdracht, maar de huidige sociaaleconomische situatie, met alle sociale ongelijkheid en ecologische rampspoed, is het resultaat van beleidsmaatregelen (en van het ontbreken van beleid). Er kan dus een nieuwe situatie groeien vanuit weldoordacht, steeds weer bijgestuurd beleid dat de samenleving organiseert vanuit principes van zorgzaamheid, duurzaamheid en solidariteit. Dat zal stap voor stap moeten gebeuren, en we moeten eens en ergens beginnen. Vandaag, bij de kinderopvang bijvoorbeeld.
Els Flour, Furia
Feministische Actiegroep en Denktank & organisator van de jaarlijkse Vrouwendagen op 11/11.
Filmavond "Ouistreham"
|
Dit was de 51ste Nationale Vrouwendag
|
Oproep tot mobilisatie voor bescherming van recht op abortus aan VS-ambassade in Brussel 30 juni om 17u30
Foto: Lorie Shaull, Wikimedia Commons / CC BY-SA 2.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Oproep tot mobilisatie voor bescherming van recht op abortus aan VS-ambassade in Brussel 30 juni om 17u30
De organisatie Fédération des Centres pluralistes de Planning familial roept samen met Furia op om donderdag 30 juni om 17u30 te mobiliseren voor de bescherming van het recht op abortus, aan de VS-ambassade aan de Kunstlaan, op de hoek van Guimardstraat.
Verscheen op De Wereld Morgen, woensdag 29 juni 2022 17:02. Een vertaling van Fédération des Centres pluralistes de Planning familial .
In een tijd waarin elke 9 minuten een vrouw sterft ten gevolge van een illegale[1] abortus, zal het besluit van het Amerikaanse Hooggerechtshof om het Roe vs Wade-arrest ongedaan te maken de situatie voor vrouwen over de hele wereld nog slechter maken. Dit besluit zal resulteren in een totaal of bijna totaal verbod op abortus in ongeveer 26 staten van de VS. Dit zal niet alleen gevolgen hebben voor de Verenigde Staten, maar kan ook een domino-effect teweegbrengen in landen die reeds resistent zijn tegen seksuele en reproductieve rechten.
Gaan we meer dan veertig jaar terug in de tijd wat betreft gelijkheid van mannen en vrouwen?
Omdat de situatie in de Verenigde Staten een weerspiegeling is van de broosheid van het recht op abortus in de wereld, doen wij een dringend beroep op alle Belgische en Europese politieke partijen om de rechten van vrouwen en zwangere vrouwen die een abortus wensen te ondergaan, te consolideren in een volksgezondheidswet. Daarom verwelkomen wij het voorstel van de PS om het recht op abortus te beschermen door het vast te leggen in de Belgische Grondwet. Wij kunnen alleen maar alle maatregelen steunen die het mogelijk maken om dit grondrecht te waarborgen.
Wij herinneren eraan dat de vrije en onbeperkte toegang tot abortus een kwestie is van volksgezondheid, sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen: de Staat moet in alle omstandigheden gunstige voorwaarden scheppen voor de toegang tot reproductieve en seksuele gezondheid en voor de verwezenlijking van het recht van eenieder op zelfbeschikking.
Wij pleiten ook voor een verbetering van de voorwaarden voor effectieve toegang tot abortus in België. Vandaag kunnen steeds meer centra voor gezinsplanning geen abortus aanbieden omdat er een tekort is aan artsen die in deze praktijk zijn opgeleid.
Bijna 500 Belgische vrouwen moeten elk jaar naar Nederland reizen voor een abortus omdat zij de wettelijke termijn van 12 weken[2] in België hebben overschreden en moeten ongeveer duizend euro betalen voor de reis en de operatie. Artsen en ontvangers die zich niet houden aan de wettelijke voorwaarden voor abortus (tijdslimiet, bedenktijd, enz.) kunnen nog steeds strafrechtelijk worden bestraft, dat wil zeggen met boetes en/of gevangenisstraf.
De afschaffing van de vrije toegang tot abortus in de VS is een gewelddadige stap terug en een ernstige aanval op de seksuele gezondheid, autonomie en rechten van vrouwen. Het zal 58% van de Amerikaanse vrouwen beroven van hun vrijheid en recht op zelfbeschikking[3] .
Moeten we daar weer aan herinnerd worden? Beperkingen op de toegang tot abortus leiden niet tot een vermindering van het aantal abortussen. Integendeel, het percentage onveilige abortussen is veel hoger in landen met een zeer restrictieve abortuswetgeving dan in landen met een minder restrictieve wetgeving. Clandestiene abortussen kunnen leiden tot ernstige complicaties en zelfs tot de dood: zij zijn een van de belangrijkste oorzaken van moedersterfte in contexten waar de toegang tot abortus zeer beperkt is.
Het geweld dat vrouwen ondervinden die gedwongen worden een zwangerschap uit te dragen en gedwongen moederschap te ondergaan, is niet minder erg: het veroorzaakt leed en/of pijn, des te meer wanneer het wordt gevoegd bij een situatie van seksueel geweld (verkrachting, incest, enz.). Ook mag niet worden vergeten dat de eerste slachtoffers de meest precaire, en dus de meest kwetsbare groepen zullen zijn. Vrouwen uit etnische minderheden hebben immers over het algemeen beperkte toegang tot informatie over seksuele en reproductieve gezondheid, gezondheidszorg en doeltreffende contraceptie; zij zijn dan ook de eersten die door dit besluit van het Hooggerechtshof worden getroffen[4].
Buiten de Verenigde Staten zullen de gevolgen van dit berekende besluit waarschijnlijk in de hele wereld weerklinken, en andere anti-keus, vrouwenhaat en seksistische bewegingen aanmoedigen, en gevolgen hebben voor andere vrijheden. Dit besluit gaat namelijk niet alleen over de keuze om een zwangerschap af te breken: het is een regelrechte aanval op degenen die afwijken van het patriarchale model en een verlangen om de controle over het lichaam van de vrouw terug te krijgen.
Amerikaanse rechters die hun persoonlijke religieuze overtuigingen boven de fundamentele vrijheden van de burgers hebben gesteld, zullen binnenkort bloed aan hun handen hebben. We moeten onszelf eraan herinneren dat er geen echte democratie is als burgers niet zelf kunnen beslissen over hun lichaam en hun leven, en dat de voorwaarden voor toegang tot abortus een maatstaf zijn voor het niveau van democratie in landen. Samen moeten we ernaar streven onze strijd voort te zetten om de rechten van alle mensen te beschermen, zodat niemand gedwongen wordt tot een ongewenste zwangerschap of ongewenste bevalling.
Oproep tot mobilisatie op donderdag 30 juni en praktische info:
https://www.facebook.com/events/1480542402404790
Notes:
[1] Cijfers van de Verenigde Naties, geciteerd door Véronique Séhier Séhier https://www.leparisien.fr/societe/veronique-sehier-une-femme-meurt-toutes-les-9-minutes-d-un-avortement-clandestin-dans-le-monde-20-05-2018-7725984.php
[2] Cijfers uit een studie van het Abortus Rechts Platform
https://www.alterechos.be/avorter-apres-12-semaines-le-parcours-du-combattant-des-femmes-belges/
[3] Percentage vrouwen in de vruchtbare leeftijd dat woont in een staat waar de toegang tot abortus zou worden afgeschaft of ernstig beperkt.
[4] In Mississippi, bijvoorbeeld, behoort 80% van de vrouwen die een abortus hebben ondergaan tot een etnische minderheid. https://www.lemonde.fr/international/article/2022/06/24/droit-a-l-avortement-quelles-consequences-peut-avoir-l-annulation-de-l-arret-roe-vs-wade-aux-etats-unis_6124789_3211.html?fbclid=IwAR1A4BEBLZRXgghK-_IFcVeWqcC7-mc3_IkWVn88AEFgpqGYpeSGTmNRecQ
Foto: Lorie Shaull, Wikimedia Commons / CC BY-SA 2.0
Creative Commons
Waarom we vandaag meestappen met de poets- en huishoudhulpen
De strijd van de poets- en huishoudhulpen voor een minimale loonsverhoging van 0,4%, voor menselijke werkomstandigheden en waardering en valorisering van hun nog te onzichtbare werk ligt Furia en Femma Wereldvrouwen nauw aan het hart.
Zorg en essentiële jobs in post-corona-tijden
Zodra de pandemie ging wijken, bleek de oude stereotiepe vanzelfsprekendheid waarmee van vrouwen verwacht wordt dat ze de zorg, de was en de plas opnemen, zeer alive and kicking.
Door de ervaring van de coronalockdown, toen quasi iedereen applaudisseerde voor de verzorgers en verpleegkundigen in ziekenhuizen en woonzorgcentra, werd alom erkend dat de wereld niet blijft draaien zonder de inzet van de essentiële beroepen. In tegenstelling tot de werkgevers en beleidsmakers die er geen oor naar hadden, was er een quasi consensus dat zorgwerk dringend meer gewaardeerd moet worden, minstens in de vorm van een billijke vergoeding voor het geleverde werk in moeilijke omstandigheden. Voor het eerst was er hoop op een fundamentele koerswijziging van het logge schip van de stereotiepe man-vrouwverhoudingen. Het werk dat talloze vrouwen leveren in de zorg en onderhoudssector zou voortaan wél gezien, erkend en gewaardeerd worden. Eindelijk komaf met de gedachte dat zorgwerk in het verlengde ligt van wat vrouwen ‘van nature doen’, uit liefde voor man en kroost en daarom nauwelijks in aanmerking komt voor een volwaardig werkstatuut.
Ook het gedwongen thuiszitten in combinatie met van huis-uit blijven werken met kinderen in huis of zieke en hulpbehoevende familieleden en vrienden, zou eindelijk, hoopten we, het vele werk dat vrouwen dag in dag uit, jaar na jaar verzetten, tastbaar maken.
Niets bleek minder waar. Zodra de pandemie ging wijken, bleek de oude stereotiepe vanzelfsprekendheid waarmee van vrouwen verwacht wordt dat ze de zorg, de was en de plas opnemen, zeer alive and kicking. Nog een akelig ontwaken was te zien dat al de waardering en avondlijk applaus voor de mensen in zorg- en essentiële beroepen slechts een bevlieging was. De poets- en huishoudhulpen vonden geen gehoor toen ze voor de zoveelste keer de straat op gingen voor een habbekrats verhoging van hun al karige loon. De verhoogde prijs van basismiddelen en energie verzwakte hun al lage koopkracht en duwt hen de armoede in,. Deze werknemers, quasi allen vrouwen, bleven nochtans de hele coronaperiode noodgedwongen aan het werk net omdat hun essentiële arbeid broodnodig was. Ze waren daardoor zelf afwezig voor eigen kinderen en geliefden, en de uitputting en burn-out nabij. Toen ze na de corona maatregelen naar enige erkenning vroegen, kregen ze nul op het request.
Samen met de poets- en huishoudhulpen op straat
Uit een ACV-bevraging blijkt dat liefst 90% van de alleenstaande huishoudhulpen moeite heeft om rond te komen.
Daarom lopen we mee in de betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront maandag 20 juni. Vandaag moeten werknemers het nog steeds rooien met een loon dat de stijgende prijzen niet kan volgen. Het armoederisico bij dienstencheques-werknemers is navenant en blijft toenemen. Uit een ACV-bevraging blijkt dat liefst 90% van de alleenstaande huishoudhulpen moeite heeft om rond te komen. Beknibbelen op voeding en medische zorgen zijn voor veel poets-en huishoudhulpen dagelijkse noodzaak.
Dit staat ver af van een eerlijke compensatie voor een job in zware werkomstandigheden: chronische rugklachten, problemen met luchtwegen door chemische producten, of nog het hoge risico op ongewenste intimiteiten op het werk doordat ze hun werk verrichten bij de klant thuis, …. Bovendien werkt het overgrote deel van de vrouwen in deze sector deeltijds (90%), waarvan 40% in een kleine deeltijdse baan van 0,5 VTE of minder. Meer dan 70% van de poetshulpen werkt minder dan 30 uur/week omdat langere werkdagen fysiek niet vol te houden zijn.
De gotspe van de dienstenchequebedrijven
De dienstenchequesector draait op publieke middelen en wordt nog steeds voor 70% gesubsidieerd.
Als vrouwenbeweging, als werknemers en als on(der)betaalde zorgwerkers, vinden we het een affront dat de Belgische rechtsstaat, met een eeuw sociale strijd en sociale zekerheid, die emancipatie van vrouwen, gelijkheid en mensenrechten hoog in het vaandel voert, afzijdig blijft wanneer werkgevers de loonsverhoging aan de poets- en huishoudhulpen systematisch blijven weigeren. Ons land legt hen geen duimbreed in de weg bij de besteding van publieke middelen. De gotspe waarmee de werkgevers van de dienstenchequebedrijven zichzelf belonen en winsten en dividenden blijven uitkeren terwijl ze moord en brand schreeuwen als de werknemers nog maar vragen naar wat hen toekomt (een minimale loonsverhoging), is ongezien. Mocht het dan nog eigen geld zijn waarmee ze winst maken en uitkeren. Maar de dienstenchequesector draait op publieke middelen en wordt nog steeds voor 70% gesubsidieerd. Beleid dat hier niet tussenkomst of wegkijkt is niet anders dan schuldig verzuim.
Schuldig verzuim
Schuldig verzuim ten opzichte van de vrouwen die in weinig benijdenswaardige omstandigheden onze huizen en kantoren poetsen en onze kinderen, zieken en ouderen verzorgen. Schuldig verzuim ten opzichte van iedere vrouw voor wie nog steeds, terwijl ze buitenshuis werkt, ‘s avonds de tweede shift van zorg, was en plas nog moet beginnen. Dat vrouwen die het beter hebben hun zorg(en) kunnen uitbesteden aan andere vrouwen, brengt misschien wel verlichting in hun werkweek, maar een fundamentele oplossing voor de plaats van zorg en zorgwerkers in onze samenleving is het zeker niet.
Kunnen we erkennen dat (ver)zorgen, onderhouden en bijstand verlenen ook werken is? En het vervolgens als dusdanig valoriseren, met de 150.000 vrouwen werkzaam in de dienstenchequesector voorop? Krijgen deze werknemers een volwaardig statuut met soortgelijke werkomstandigheden en voorwaarden zoals in andere sectoren? Verre van zolang ze 11,58 euro per uur verdienen, zolang de tijd tussen twee klanten in niet als werk wordt gezien, zolang de vervoerskosten om van de ene naar het andere adres te hollen uit eigen zak moet komen, zolang hun werk nauwelijks te combineren is met het zorgen voor eigen geliefden.
Het akkoord van vorige week, waarbij een loonsverhoging van een schamele 0,4% beslist werd, die nauwelijks de inflatie van 9% en prijsstijgingen dekt, is zeker een stap vooruit. Maar vormt slechts het begin van dringende opwaardering en valorisering van deze essentiële (zorg)arbeid.
Meryem Kanmaz, Feministische Denktank en Actiegroep Furia
& Sarah De Coster, Femma Wereldvrouwen
Gezamenlijke verklaring van Furia en Femma Wereldvrouwen
Gezamenlijke verklaring van Furia en Femma Wereldvrouwen naar aanleiding van de Nationale Vakbondsactie op 20 juni 2022 in Brussel.
Hoog tijd voor erkenning en waardering van essentiële onbetaalde én
onderbetaalde Zorg- en Reproductieve arbeid.
Na maanden onderhandelen en meer dan 20 dagen actie voeren, bereikten de sociale partners van de dienstenchequesector afgelopen week een ontwerpakkoord. Furia en Femma Wereldvrouwen verwelkomen deze stap in de goede richting, maar blijven bezorgd omdat het slechts om een tijdelijke oplossing gaat.
Op maandag 20 juni, de Dag van de Schoonmaak, roepen Furia en Femma Wereldvrouwen op om mee te betogen en pal achter de poets- en huishoudhulpen te staan. We dringen aan op een akkoord dat een duurzaam antwoord biedt op de verloning en werkomstandigheden in de dienstenchequesector. Daarnaast zijn structurele maatregelen die de waardering van reproductieve arbeid – zowel betaalde als onbetaalde zorg- tastbaar maken, broodnodig. Reproductieve arbeid is zorgen in de brede betekenis: denk aan zorgen voor kinderen, ouderen, zieken, kwetsbare personen, huishoudelijke taken, onderhoudswerk, opvoeding, onderwijs en zorg voor de gemeenschap.
De situatie van de poets- en huishoudhulpen drukt ons met de neus op de feiten: zorgarbeid is en blijft vrouwenarbeid. Het is nog steeds te weinig zichtbaar en wordt nauwelijks gewaardeerd als volwaardig werk.
Deze sector bestaat namelijk voor 98% uit vrouwen en is niet toevallig de meest precaire.
De manier waarop uitbesteding van onbetaalde zorg (aan onderbetaalde professionals) geregeld wordt, toont aan dat de strijd voor erkenning en waardering helaas nog niet gestreden is. Zelfs met een (tijdelijk) akkoord, verhindert de loonnormwet nog steeds dat de lonen met meer dan 0,4 % kunnen stijgen. Dit blijft te weinig, aangezien de lonen van de poets- en huishoudhulpen tot de laagste van België behoren. Tegelijkertijd kunnen aandeelhouders zichzelf wel mooie bonussen uitkeren zonder enige begrenzing.
De Vlaamse overheid verlaagde onlangs de fiscale aftrekbaarheid van dienstencheques, waardoor de netto uurprijs voor de gebruiker toenam. Helaas betekende dat geen verandering op de loonbrief van de poets- en huishoudhulpen. Momenteel blijft het bruto uurloon schommelen rond een schamele 11,58 euro/ uur. Dit vormt in de verste verte geen eerlijke compensatie voor een job in zware werkomstandigheden: chronische rugklachten, problemen met luchtwegen door chemische producten, een hoger risico op misbruik door isolatie zijn allang geen uitzonderingen meer. Vandaag moeten werknemers het blijven rooien met een karig loon dat de stijgende prijzen niet kan volgen. Het armoederisico bij dienstencheque-werknemers is navenant en blijft toenemen. Uit een ACV bevraging blijkt dat maar liefst 90% van de alleenstaande huishoudhulpen moeite heeft om rond te komen. Bovendien werkt het overgrote deel van de vrouwen in deze sector deeltijds (90%), waarvan 40% in een kleine deeltijdse baan van 0,5 VTE of minder. Meer dan 70% van de poetshulpen werkt minder dan 30 uur/week. Dit komt vaak omdat langere werkdagen fysiek eigenlijk niet vol te houden zijn. De voltijdse norm die hier geldt is dus onrealistisch. Ook hier is de loonnormwet een spelbreker. Streng geïnterpreteerd verhindert deze wet een mogelijke arbeidsduurvermindering met loonbehoud, wat in de praktijk zou neerkomen op een loonsverhoging.
Poets- en huishoudhulpen elders aan de slag
Het recente akkoord beperkt zich enkel tot poets- en huishoudhulpen die aan de slag zijn met dienstencheques. Daarmee verandert niets aan de situatie van de huishoudhulpen buiten de dienstenchequesector. Hier zien we grotendeels hetzelfde plaatje: lage lonen, slechte werkomstandigheden en hoge onvergoede verplaatsingskosten.
Daarboven komt het feit dat heel wat van deze vrouwen niet over geldige papieren beschikken. Dit verhindert dat ze bij misbruik, uitbuiting of geweld, helaas veel voorkomende praktijken, juridische stappen kunnen ondernemen. Negentiende-eeuwse toestanden zijn geen uitzondering: het overgrote deel van (jonge) vrouwen moet quasi 24u op 24u paraat staan, overgeleverd aan de grillen van hun werkgever. In een recente bevraging gaf bijna de helft van de poets- en thuishulpen aan dat ze geregeld doktersbezoeken of de aankoop van medicijnen uitstellen; alleenstaanden en eenoudergezinnen stellen het nog slechter.
De onderwaardering van zorg
Femma Wereldvrouwen en Furia hameren erop dat reproductieve zorgarbeid de wereld doet draaien. Het is de pijler waarop ander betaald werk steunt. Zonder poets- en huishoudhulpen, geen propere kantoren of aangename huizen om in thuis te komen. De uitbouw van winstgevende carrières van (hoofdzakelijk witte en mannelijke) ceo’s en aandeelhouders is enkel mogelijk doordat ze hun onbetaalde zorgtaken kunnen doorschuiven. Ook honderdduizenden Vlamingen zijn afhankelijk van de arbeid van poets- en huishoudhulpen.
Het probleem is dat een goede combinatie tussen werk, zorg en vrije tijd op dit moment enkel een voorrecht is van degenen die het zich kunnen veroorloven. Zij consumeren zorgarbeid terwijl degenen die deze zorg arbeid verrichten hun eigen gezin, familie en vrienden diezelfde zorg moeten ontzeggen.
Wereldwijde zorgketens
De kloof tussen diegenen die zorg bieden en degenen die zorg consumeren neemt enkel toe. Het is een kloof die samenvalt met inkomen en gender, maar ook met afkomst en kleur. Bijna 50% is van de vrouwen in de dienstenchequesector is van buitenlandse origine (16,8 % van niet-Europese origine). Niet alleen worden vrouwen met migratieachtergrond ingeschakeld in België om in deze sector te werken, ook van elders worden vrouwen gerekruteerd. De zogenaamde ‘internationale zorg kettingen’ ontstaan om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar zorgarbeid. Zij nemen de zorg over van bemiddelde gezinnen aan de andere kant van de wereld: van huishoudelijk werk tot de zorg voor kinderen, ouderen en zieken.
Furia en Femma WV pleiten voor duurzame, rechtvaardige en structurele oplossingen die onbetaalde en (onder)betaalde zorgarbeid de erkenning en waardering geeft die het toekomt.
Furia & Femma Wereldvrouwen
14 juni 2022
Over de strijd van de dienstenchequeswerkers, meer info op onze website:
- Standpunt over dienstencheques (2016)
- Opiniestuk (2021): Wie poetst het huis van de poetsvrouw?
- Eisenpakket Vrouwendag 2021 (te downloaden onderaan de pagina)
Een meer uitgebreide visie op het belang van zorgarbeid, kan je hier vinden:
Bronnen
Departement werk en sociale economie. Kerncijfers van het Vlaamse Dienstenchequestelsel. Jaarrapport 2018 - 2019.