Standpunten
Furia

Furia

- Dit stuk verscheen op 22/02/2022 op De Wereld Morgen

Furia kijkt met verbijstering naar hoe dienstenchequebedrijven doof blijven bij de roep naar een sectoraal akkoord over de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de werkneemsters - 98 procent is vrouw - in die sector.

Stel: voor 9 euro (na fiscale aftrek 7,2 euro) krijg je één uur huishoudelijke hulp. De overheid legt daar elk uur een slordige 14,5 euro bovenop. Je huishoudhulp zelf krijgt zo’n 12 euro per prestatie. Bruto welteverstaan, want er gaan nog sociale bijdragen af. Gemiddeld verdienen huishoudhulpen in Vlaanderen 13.368 euro bruto per jaar. De vakbonden voeren daarom al maanden actie voor betere arbeidsvoorwaarden in de sector. Wanneer het leven duurder wordt – denk: energie- en consumptieprijzen - hoest de overheid de indexaanpassing op. Toch sinds dit jaar. Voordien kwamen de ondernemingen deels tussen, maar de meerkost wordt niet doorgerekend aan de eindbestemmelingen van het geleverde werk. Voor gezinnen is de bruto aankoopprijs al acht jaar onveranderd. Sommige van de gebruikers – velen zijn veertigers en vijftigers - hebben kinderen met een (belastingvrij) studentenbaantje dat meer opbrengt per uur dan de huishoudhulp verdient.

De grote overheidssubsidie oefent een grote aantrekkingskracht uit op commerciële bedrijven. Social profitorganisaties maken slechts voor een vijfde de dienst uit. Schijnbaar tevreden observeert de Vlaamse overheid dat “de dienstenchequemarkt zich aan het consolideren is en niet-winstgevende, niet-efficiënte spelers uit de markt worden verdreven”. Ze voegt toe: “De spelers die dus in de markt blijven, groeien wel en hun positie wordt sterker”. Dat klopt alvast. Een grote commerciële speler boekte bijvoorbeeld gespreid over de afgelopen vijf jaar een winst tot boven de 29 miljoen euro waarvan miljoenen werden uitgekeerd aan dividenden. Zolang dienstenchequebedrijven aan het overheidsinfuus liggen, zijn ze zeker van winst. Het is onzinnig dit financieringsmodel met hoge winsten, lagen lonen en een sterke overheidssubsidie aan de gebruikers te verwijten, maar het is bijzonder problematisch dat de overheid er kritiekloos in blijft meestappen.

Home delivery!

Niet alleen ligt het loon laag voor werknemers in het dienstenchequesysteem, de huishoudhulp - die diensten levert aan huis - krijgt meestal de verplaatsingstijd tussen klanten niet als arbeidstijd betaald en moet zelf parkeerkosten betalen. Inbegrepen in het werk zijn bovendien hardnekkige stereotypering, discriminatie en racisme, zo blijkt uit rapporten. De dienstenchequesector werd in het leven geroepen om werkende gezinnen te ontlasten. Daar ligt - voor de betere verdieners - onmiskenbaar de troef. Ook knap is hoe het systeem oudere groepen welkome ondersteuning biedt. Maar het doel was ook “de creatie van volwaardige jobs, waarbij in het bijzonder kwetsbare en laaggeschoolde werkzoekenden of inactieve personen activiteiten, die vroeger werden uitgevoerd in het grijze of zwarte circuit, kunnen uitvoeren in een werknemersstatuut met behoorlijke loon- en arbeidsvoorwaarden verbonden met een arbeidsovereenkomst bij een erkende onderneming”. Die volwaardige jobs aan redelijke condities blijven een verre droom, die verder en verder af ligt. Bedrijven kunnen zelfs, door een uitzonderingsregel, contracten bieden van minder dan 33 procent tewerkstelling.

Het is een onverkwikkelijk schouwspel hoe de de werkgevers het been stijf houden en weigeren een loonsverhoging toe te kennen aan de ongeveer 120.000 dienstencheque-medewerkers in het Vlaams gewest die driekwart miljoen mensen te hulp schieten in het huishouden. Minister Crevits beloofde in 2021 bijkomende investeringen bij een sectoraal akkoord. Furia vraagt de Vlaamse Regering met klem om deze investering te koppelen aan betere arbeidsvoorwaarden voor de poetshulpen. Huishoudhulpen vormen, op basis van hun inkomen en sociale achtergrond, een kwetsbare groep. Als de overheid de intentie uitspreekt om hen via dienstencheques naar goede banen te leiden, moet ze dat ook waarmaken. Momenteel voeren huishoudhulpen fysiek zwaar en maatschappelijk erg belangrijk werk uit - vaak veel meer dan pure huishoudhulp -, moeten ze zich alsmaar meer flexibel opstellen, maar er is geen sociale lift te bekennen.

Op 16 februari 1966, meer dan een halve eeuw geleden, legden de vrouwen in wapenfabriek FN Herstal het werk neer voor beter loon. Deze historische staking, die op heel wat solidariteit van binnen én buiten het bedrijf mocht rekenen, zou twaalf weken duren. Stel: driekwart miljoen (743.286) Vlaamse dienstenchequegebruikers en 1216 ondernemingen blijven 3 maanden verstoken van het werk dat deze 120.000 vrouwen leveren. Zou hun aandeel in het schragen van de samenleving dan hoger blijken dan een waardering met een luttele 12 euro per uur? 

Voor de 2e keer lanceert TG Vagevuur samen met Furia en Rosa Luxemburg Foundation / Rosa-Luxemburg-Stiftung de Rosa Luxemburg Prijs! De keuze is aan jou: Nadia Nsayi, Naima Charkaoui of onze eigen Furia-lid Ida Dequeecker? Welke van deze straffe vrouwen volgt Dalilla Hermans op? Breng je stem hier uit en ontdek wie de prijs krijgt op 8 maart, Internationale Vrouwendag, na de voorstelling van ,Rosa. in Ntgent Minnemeers.

De Laureaten

Nadia Nsayi (1984) is politicologe, auteur en Congo-experte. De laatste jaren groeide ze uit tot een van de belangrijkste zwarte opiniemakers in Vlaanderen en levert ze een bijzondere bijdrage aan het dekolonisatiedebat. Ze werkt als curator voor diverse musea en tentoonstellingen. In 2020 verscheen haar boek ‘Dochters van de dekolonisatie’ over de relatie tussen Congo en BelgIë.

Ida Dequeecker (1943) is lid van Furia en staat al jaren bekend als feministe en activiste. Ze stond in 1970 mee aan de basis van Dolle Mia-bewegingen waarmee ze ondermeer strijdde voor de gelijke verloning van man en vrouw en het recht op abortus. Met haar scherpe opinies en lezingen is ze een activiste die een prominente plaats opneemt in het publieke debat.

Naima Charkaoui (1978) is politicologe en zet zich in rond thema’s als mensenrechten, kinderrechten en diversiteit. Ze stond ruim 10 jaar aan het hoofd van het Minderhedenforum, werkte nadien in de kinderrechtensector en is momenteel diensthoofd beleid bij 11.11.11. Daarnaast schreef ze een boek over open grenzen en een boek over de negatieve impact van racisme op kinderen en jongeren.

De voorstelling

100 jaar geleden. Het is 1919. Eindelijk. De Grote Oorlog is voorbij. Een kleine, scheve vrouw staat op een omgekeerde kist op de Potsdamerplatz in Berlijn. Rosa Luxemburg spreekt. Iedereen blijft staan en luistert. Ze is vrouw, immigrante, Joodse en ze loopt mank. Maar iedereen luistert. Ze spreekt van hoop, democratie, vrede en een eerlijke maatschappij. Ze vloekt en ze foetert: op oorlogszoekers, op onrechtvaardigheid, op de mannen aan de macht. Ze schrijft boeken vol brieven en pamfletten, getekend: ,Rosa. 

Enkele weken later raakt het levensloze lichaam van Rosa het water van het Landwehrkanaal. Een kogel in haar slaap: keerpunt van de moderne geschiedenis.

Een zwevende pianiste, een zangeres, een actrice en een mysterieus vrouwenkoor brengen haar levensverhaal vanop die brug boven het Landwehrkanaal, waar het eindigde. Met de woorden van Rosa zelf en met de spanning van een detectiveverhaal. Een voorstelling over onverwoestbare vrouwen, over idealen, over keuzes maken en de gevolgen erbij nemen, over woelige tijden vol mogelijkheden en over dromen van een betere wereld. Met swingende maar evengoed bevreemdende en beklijvende songs vol woeste woorden.

Speeldata en tickets kan je hier vinden. Op de dernière van ,Rosa. op 8 maart 2022 in NTGent Minnemeers wordt de laureate bekend gemaakt na de voorstelling.

11 februari 2022 om 11u29

Oproep tot nationale vrouwenstaking*

Op 8 maart, de internationale strijddag voor vrouwenrechten*, roept Furia, onder leiding van het Collecti.e.f 8.Maars, alle vrouwen en genderminderheden op tot een nationale vrouwenstaking. Dat doen we in navolging van massaal opgevolgde vrouwenstakingen in Spanje, Zwitserland, Latijns-Amerika én van de vrouwenstakingen in België de afgelopen drie jaar.  Wij roepen vrouwen op om de zorgtaken te staken, het betaalde werk of de lessen te onderbreken en niet te consumeren. Met deze actie wijzen we op de belangrijke rol van het werk van vrouwen: dat werk houdt de samenleving draaiende. Want als vrouwen* stoppen, stopt de wereld. 

Een vrouwenstaking? Waarom? 

Er zit een structurele ongelijkheid ingebakken in onze samenleving. Vrouwen* verdienen minder, zorgen meer, hebben lagere pensioenen, worden vaker geconfronteerd met geweld. De samenleving is doordrongen van seksisme en seksueel, psychologisch, economisch, juridisch en fysiek geweld zijn dagelijkse kost. Van het beleid zou je een daadkrachtige aanpak verwachten, maar het neoliberale, veiligheids- en racistische beleid vergroot de ongelijkheid alleen nog meer. 

Het gemiddelde jaarloon van vrouwen ligt 23% lager dan dat van mannen. Eén van de redenen daarvoor is dat veel lageloonsectoren vrouwelijk zijn. Denk maar aan de schoonmaak en de verkoop. Het zijn sectoren waar volwaardige contracten schaars zijn en de lonen bijzonder laag. Het is dan ook stuitend om te zien hoe de regering de lonen blokkeert en verhindert dat ze met meer dan 0.4% stijgen en hoe de inzet ontbreekt om de arbeidsomstandigheden in de precaire en vrouwelijke sectoren te verbeteren. Daarnaast blijft de recente verhoging van het minimumloon, bekomen door verschillende actiedagen en staking, in grote mate onvoldoende. Dit alles geldt eens te meer voor migrantenvrouwen die vaak vastzitten in zorg- of schoonmaaktaken, zij zijn onzichtbaar, onderbetaald en hun uren worden vaak in het 'zwart' uitgekeerd.

De pandemie zorgt voor extra ravage in de zorgsector, in de kinderopvang, in het onderwijs, enz. Deze sectoren kampten al voor de pandemie met een personeelstekort. Momenteel vinden ziekenhuizen geen verpleegkundigen meer, omdat velen van hen het beroep verlaten. De druk op het verpleeghuispersoneel is erg groot, zeker in woonzorgcentra van multinationals. De eerstelijnszorg, waar veel vrouwen werken, staat als nooit tevoren onder druk. Kinderdagverblijven en klassen op scholen moeten sluiten vanwege het virus, wat er nog steeds voor zorgt dat vooral vrouwen tijdens deze sluitingen voor kinderen moeten zorgen. Deze situatie onderstreept nogmaals de noodzaak van toegankelijke en kwaliteitsvolle openbare diensten voor iedereen, die zowel voor onze kinderen als onze senioren zorgen. Bij gebrek aan dergelijke diensten is het onvermijdelijk dat vrouwen deze zorgtaken binnen het gezin op zich moeten nemen.

Op dit moment strijden de werknemers van de dienstencheques voor hogere lonen en een hogere verplaatsingsvergoeding. Kinderverzorgsters ijveren voor een beter statuut en waardering van hun werk, net als werknemers in de gezondheidszorg of woonzorgcentra. 

Naast economische ongelijkheid hebben vrouwen en genderminderheden ook voortdurend te maken met geweld, dat vele vormen aanneemt. Getuigenissen van seksistisch en seksueel geweld volgen elkaar in alle lagen van de bevolking op: in bars, de nachtwereld, op het werk, binnen het gezin en in de cultuursector. Het aantal femicides blijft hoog en vrouwen- en middenveldorganisaties constateren dat politie, justitie en openbare instellingen niet over voldoende kennis en personele middelen beschikken om klachten over huiselijk geweld te voorkomen en correct af te handelen.

De regering Vivaldi, die zich graag feministisch noemt en de meest vrouwelijke regering is die België tot nu toe had, heeft beloofd om de strijd tegen geweld tegen vrouwen tot haar prioriteit te maken. De maatregelen die de politieke wereld neemt om geweld tegen vrouwen en genderminderheden te bestrijden, blijven echter ontoereikend. Het nationale actieplan tegen gendergerelateerd geweld gaat de goede kant op, maar de overheid stelt nog steeds geen substantiële concrete middelen ter beschikking om aan de behoeften te voldoen. Dit is niet aanvaardbaar.

Door de pandemie worden vrouwen en genderminderheden nog meer geconfronteerd met racistisch migratiebeleid, dat vooral migrantenvrouwen in gevaar brengt, ze opsluit en tot armoede veroordeelt.

Vrouwenstaking* in België en over de hele wereld

Over de hele wereld zijn de rechten van vrouwen en genderminderheden in gevaar en worden ze teruggedraaid. Maar we zien ook dat overal de strijd wordt georganiseerd. Van Argentinië tot Polen, van India tot Spanje en België. De vrouwen* laten zich niet doen en staan ​​op. Internationaal zijn vrouwenstakingen* dé drijvende krachten tegen extreemrechtse tendensen.

We roepen alle feministen op om zich te verenigen tegen alle vormen van discriminatie van vrouwen* en genderminderheden: of het nu gaat om onze huidskleur, onze afkomst, ons inkomen, ons geslacht, onze seksuele geaardheid of onze overtuigingen... het is door samen te vechten dat we overwinningen zullen behalen.

Een vrouwenstaking*? Hoe deelnemen?

Om concrete en efficiënte maatregelen tegen deze structurele ongelijkheid te eisen, roept Collecti.e.f 8 Maars, alsook Furia, vrouwen* op om te staken. Dit kan op verschillende manieren. Op 8 maart kan je stoppen met werken op je werk, geen huishoudelijke taken thuis doen, niet deelnemen aan de les. Wees solidair met de vrouwen* die staken, maar ook met degenen die tijdens de pandemie nooit hebben kunnen stoppen!

We roepen iedereen op om binnen en/of buiten de werkplaats symbolische acties, samenkomsten, vergaderingen, demonstraties, flashmobs te organiseren, om lawaai te maken. Versier je balkon, werkplek, stad. Plaats dit op sociale media. Doe mee aan een lokale actie.

Neem voor acties op jouw werkplek contact op met je vakbondsorganisatie om te weten te komen wat de praktische aspecten van stakingsdekking zijn.

Samen laten we onze stem horen, want "wanneer vrouwen* stoppen, stopt de wereld".

Volg de vrouwenstaking* en Collecti.e.f 8 Maars online:

Facebook

Website

 

*of iedereen die zichzelf in deze naam herkent

De recente getuigenissen van slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag aan universiteiten tonen belangrijke pijnpunten in de omgang met dat probleem. Bij recente meldingen aan de VUB en nu ook de UGent voelen slachtoffers zich weinig gehoord, zelfs in de steek gelaten. Het was daarom erg ongelukkig dat rector Caroline Pauwels (VUB) haar opinie over de zaak D.T. (DM 29/1) afsloot met het geruststellend bedoelde “Uiteraard blijft flirten toegelaten, laten we wel wezen. Maar een nee is en blijft een nee, zelfs al wordt die gefluisterd.”

Deze uitspraak gaat voorbij aan de kern van de zaak: de ongelijke machtsverhouding tussen prof en student. ‘Nee is nee’ legt het probleem in wezen weer bij het slachtoffer. Hoe problematisch dit is, wordt duidelijk wanneer we de situatie doortrekken naar andere contexten: een opdrachtgever die flirt met de poetshulp, een directeur met iemand uit de staf, een leraar met een leerling. Waar machtsverhoudingen spelen, is flirten nooit onschuldig. Vaak wordt onderschat hoe sterk die verhoudingen spelen in de academische wereld.

Het accent ligt daar zogezegd op coaching, intellectuele uitwisseling, peer review... Maar zeg maar eens ‘nee’ tegen een persoon die avances maakt en ook je stage begeleidt, je scriptie beoordeelt, in de jury zit van je doctoraat. Machtsdynamieken maken het nóg moeilijker om op ongepast gedrag te reageren dan dat al is. Een nee verwachten van iemand die niet vrij nee kan zeggen, is een pijnlijke aanfluiting van wie grensoverschrijdend gedrag heeft meegemaakt.

Die machtsdynamiek is ook zichtbaar in de uiteindelijke afhandeling van de zaak aan de VUB, waarbij de pleger wel vertrekt, maar na een ‘dading’ die transparante communicatie verbiedt. Dit is nochtans van primordiaal belang voor de slachtoffers. Niet elke zaak moet breed in de media komen, maar we stellen ons vragen bij de opvolging, de slachtofferondersteuning en de communicatie van de universiteiten.

Waarom ook die neiging om bij een zaak van grensoverschrijdend gedrag gerust te stellen ‘dat flirten uiteraard toegelaten blijft’? Alsof reageren op ongewenst gedrag samengaat met toenemende preutsheid. We fronsen ook de wenkbrauwen bij Pauwels’ suggestie dat sociale media “een zekere fluïditeit” mee in de hand werken, waardoor het “niet altijd en bij iedereen duidelijk is wat grensoverschrijdend gedrag precies is”. Zou het? Of volgen we Philippe Geubels: “Tien jaar geleden voelde je het ook al wel als een vrouw zich niet op haar gemak voelde” (DS 29/1, over de zaak-De Pauw).

Openlijke communicatie van universiteiten rond grensoverschrijdend gedrag gebeurt ook nooit op eigen initiatief, maar wanneer daders een rechtszaak aanspannen of slachtoffers naar de pers stappen. Een interne zwijgcultuur domineert, aan de UGent, de VUB en ongetwijfeld elders. Zolang universiteiten grensoverschrijdend gedrag als een persoonlijk, en niet als een institutioneel probleem beschouwen, blijft fundamentele verandering uit.

Dat melders ondanks hun precaire positie naar buiten treden, valt alleen maar toe te juichen. We verwachten dat universiteiten zich bewust tonen van machtsdynamieken en interne procedures op punt zetten zodat slachtoffers zich gehoord voelen. Een dading waarover zij geen informatie krijgen, onderhoudt de zwijgcultuur die al zo schrijnend is. Ook in de omgang met plegers is nog veel vooruitgang te boeken.

We zijn er nog lang niet, zolang deze zaken aan universiteiten ‘interne keuken’ blijven. Een onafhankelijk orgaan dat deze klachten bundelt en behandelt lijkt meer dan ooit aan de orde.

 

Iris Verschaeve, Furialid.

Dit opiniestuk verscheen op 4/02/2022 in De Morgen.

Met een nieuw decreet voorziet de Vlaamse regering nieuwe drempels voor bepaalde domeinen van de sociale bescherming. De toegang tot de zorgbudgetten zal slechts toegekend worden na maar liefst tien jaar verblijf in Vlaanderen of Brussel, waarvan vijf jaar ononderbroken, en het voldoen aan de inburgeringsplicht. Verder legt het decreet een verblijfsvoorwaarde op van vijf jaar, samen met het voldoen aan de inburgeringsplicht, voor wie aanspraak wil maken op de vermindering van de zorgpremie. Ook wordt een dossiertaks ingevoerd, die men moet betalen als men beroep aantekent. Daar hebben we je hulp voor nodig. Bekijk hier de video waarin Sarah Scheepers van ella vzw in een notendop de situatie uitlegd.

Wij verzetten ons tegen het voorwaardelijk maken van rechten en stappen naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging van dit decreet te vragen. Een samenleving met A en B burgers, daar kunnen wij ons niet bij neerleggen.

Op maandag 24 januari 2022 diende Iedereen Beschermd, een groep van enkele middenveldorganisaties waaronder ook Furia, het gezamenlijk verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof tegen het nieuwe decreet Vlaamse Sociale Bescherming.

Over wat gaat het?

Wie ziek is, kan in België rekenen op de federale sociale zekerheid via onder meer de terugbetaling van dokterskosten en medicatie. In Vlaanderen is er hiernaast nog een extra laag: de Vlaamse sociale bescherming. Als je gedurende een lange periode veel zorg nodig hebt, kun je beroep doen op een zorgbudget. Binnenkort is dat niet meer voor iedereen het geval. De Vlaamse Regering voert allerlei nieuwe drempels en voorwaarden in om op dit zorgbudget aanspraak te kunnen maken. Op 26 juli werd een nieuw decreet rond deze Vlaamse Sociale Bescherming gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De hervorming omvat vier aspecten:

  1. Jaarlijks betaalt iedereen in Vlaanderen verplicht een bijdrage (de zorgpremie) van 54 euro aan hun zorgkas. Mensen met een laag inkomen krijgen een korting en betalen 27 euro. Vanaf nu zijn er meerdere voorwaarden waar mensen aan moeten voldoen om deze korting te krijgen, zoals 5 jaar onafgebroken in België verbleven hebben en het behalen van een inburgeringsattest.

  2. Ook de voorwaarden om van het zorgbudget gebruik te kunnen maken zijn strenger geworden. Zo moeten aanvragers van een zorgbudget minstens 10 jaar wettelijk in België verblijven alvorens recht te hebben op een zorgbudget. Ze moeten ook een inburgeringsattest behaald hebben.

  3. Wie het niet eens is met een beslissing (je krijgt bijvoorbeeld bericht dat je geen zorgbudget zal krijgen), moet een dossiertaks van 75€ betalen om tegen de beslissing in beroep te kunnen gaan.

  4. De hoogte van het zorgbudget voor ouderen is afhankelijk van de categorie waar je in wordt geplaatst. Vroeger waren er duidelijke criteria op basis van zelfredzaamheid om deze categorieën te bepalen. Deze duidelijkheid valt nu weg. Het risico bestaat daardoor dat de indeling in categorieën zal gebeuren op basis van beschikbaar budget, en niet op basis van de echte noden.

Met deze hervorming wordt onze sociale bescherming voorwaardelijk gemaakt. De wijzigingen staan dan ook in fel contrast met het principe van een solidaire verzekering dat rechten verleend op basis van noden en draagkracht. Zaken zoals een dossiertaks en buitensporige verblijfsvoorwaarden creëren juist bijkomende drempels waar vooral de meest kwetsbare groepen slachtoffer van zullen worden.

Mensen zullen vanaf nu worden uitgesloten van bepaalde domeinen van sociale bijstand op basis van hun verblijfsduur in België. Wie nog geen 10 jaar in België woont, kan het zich niet veroorloven om langdurig ziek te zijn en zal zelf moeten opdraaien voor een heleboel kosten verbonden aan de zorg.

Deze mensen moeten wel elk jaar hun bijdragen aan de Vlaamse Sociale Bescherming betalen, en de eerste 5 jaar sowieso de volle pot, aangezien ze geen recht hebben op de verlaagde bijdrage. Vergelijk het hiermee: Zou jij een brandverzekering aangaan waarin staat dat je wel je verzekeringsbijdrage moet betalen, maar je tijdens de eerste tien jaar geen vergoeding zult krijgen als je huis afbrandt?

Hoe kan jij steunen?

Je kan de zaak en de campagne steunen door de crowdfunding te steunen, de website te delen en de sociale media te volgen:

Voor de financiering van een procedure voor het Grondwettelijk Hof kan moeilijk op voorhand een exact bedrag bepaald worden. Hierop kan geen forfait geplakt worden, maar we schatten de kosten voor deze procedure op minimaal 25.000 euro.

We vinden het heel belangrijk dat deze inzamelactie transparant verloopt.

Progress Lawyers Network zal aan deze procedure minimum een 150-tal werkuren besteden.

Deze werkuren zullen gebruikt worden voor:

  • Opzoekwerk en redactie van het verzoekschrift
  • Analyse memorie Vlaamse regering en redactie memorie van wederantwoord
  • Voorbereiden pleidooi en zitting
  • Overleg met deelnemende organisaties

Wie wil bijdragen en meer informatie wil over de exacte verdeling van de werkuren, mag steeds Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. met hen opnemen.

De helft van dit bedrag wordt gefinancierd door de deelnemende organisaties uit de kerngroep: ACLVB, ACV, ABVV, Netwerk tegen Armoede, SAAMO en Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De andere helft (€12.500) willen we ophalen dankzij deze inzamelactie.

Partners

Bezorgdheid over de aanvallen op het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Het gelijkekansenmiddenveld is bijzonder bezorgd over de aanvallen op het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) na de veroordelingen van Bart De Pauw voor belaging en van Jeff Hoeyberghs wegens seksisme en haatspraak. Het IGVM, dat zich in beide zaken burgerlijke partij stelde, kreeg kritiek omdat het advocaten van de slachtoffers van De Pauw betaalde. Na de uitspraak tegen Jeff Hoeyberghs wordt gewaarschuwd voor een ‘tirannie van de gevoeligheid’ en een groeiende inperking van de vrijheid van meningsuiting. Mark Elchardus stelde het IGVM zelfs gelijk aan de inquisitie en presenteerde de afschaffing ervan als een bijdrage aan een meer evenwichtige en doeltreffende strijd voor vrijheid en gelijkheid (De Morgen, 7/1/2022). In De Afspraak (10/1) werd Liesbet Stevens van het IGVM opvallend streng en kritisch aangepakt over de financiering van de zaak De Pauw, nadat er her en der werd bericht over de hoge kost van de rechtszaak. Terwijl het IGVM perfect binnen het wettelijke kader handelde. Kritische journalistiek is wenselijk en nodig, maar moet weg blijven van tendentieuze en buitenproportionele aanvallen.

We maken ons grote zorgen over de negatieve houding tegen een instelling die gekoesterd zou moeten worden in een samenleving die het ernstig meent met de gelijkheid van vrouwen en mannen. Te meer omdat we ook elders in Europa zien hoe instellingen, wetgeving, wetenschappers en middenveld die ijveren voor de gelijkheid van v/m/x meer en meer onder vuur komen te liggen.

Het IGVM is een federale onafhankelijke overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van geslacht. Vanuit die rol is IGVM onder meer bevoegd om in rechte op te treden in rechtsgeschillen over de toepassing van de strafwetten en andere wetten inzake gendergelijkheid. Het IGVM vervulde dus louter één van zijn tien wettelijke opdrachten door zich (uitzonderlijk, meestal zet het in op bemiddeling) burgerlijke partij te stellen. Het is opmerkelijk dat politici en opiniemakers zich op de borst kloppen omdat we in België een sterke wetgeving en onafhankelijke instellingen hebben die over de gelijkheid van vrouwen en mannen waken, en tegelijk afkeurend of zelfs vernietigend reageren wanneer die instellingen en wetgeving worden gemobiliseerd. 

Hoeyberghs is veroordeeld op basis van de federale seksismewet van 22 mei 2014. Deze wet is gestemd door een democratische meerderheid. Bart De Wever spreekt van een slechte wet die voluntaristisch is toegepast door de rechterlijke macht (De Standaard, 10/1/2022). Maar zoals Han Renard van Knack terecht stelt, ligt een eventuele blaam niet bij de rechter of het IGVM, maar bij de wetgever (Knack, 11/1/2022). 

Het feministische middenveld hecht veel belang aan onafhankelijke instellingen, zoals het IGVM, die in rechte kunnen optreden om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te waarborgen. Als publieke mensenrechteninstellingen deze taak niet langer opnemen, zal het aan individuele slachtoffers zelf zijn om naar de rechter te stappen. Dat is voor velen niet haalbaar. Bovendien is de handhaving van de strafwetten geen taak van getroffen individuen, maar van ons als maatschappij. En ja, dat kost publiek geld. Vrijheid en gelijkheid zijn dan ook een kostbaar goed. En de maatschappelijke kost van seksisme en al zijn uitwassen is hoog.

Laten we vooral niet vergeten dat instellingen als het IGVM en wetten als de (overigens zeer onvolkomen) antiseksismewet er zijn gekomen omdat seksisme (in de oorspronkelijke en ruime betekenis van het woord) onze samenleving in al haar geledingen tekent. Onderzoek en cijfers erover zijn pijnlijk veelzeggend. Gelijkheid komt er niet vanzelf. Om de strijd tegen seksisme op alle vlakken te voeren zijn instellingen en wetten absoluut noodzakelijk, net als flankerend beleid met voldoende middelen, net als feministisch activisme. Dat is de essentie die we moeten bewaken. 

De tekst vermeldde eerst dat de N-VA de antiseksismewet mee goedkeurde in het Parlement, maar de partij heeft zich onthouden.

Els Flour (Furia), Ciska Hoet en Bieke Purnelle (RoSa), Meron Knikman (Vrouwenraad), Yves Aerts (Çavaria), Sarah Scheepers (ella), Diane Mintjens (Femma Wereldvrouwen), Christiane Pouliart (Medical Women Association Belgium), Lynn Callewaert (Vrouw en Maatschappij), Vera Claes (Zijkant), ABVV

Werd gepubliceerd op 15/01/2022 in De Standaard.

Een waakhond zonder tanden kan niet bijten

De Vlaamse regering kondigde aan eenzijdig uit het interfederale gelijkekansencentrum Unia te stappen. Maar slachtoffers van discriminatie hebben nood aan een onafhankelijke publieke instantie die hen bijstaat, discriminatie monitort, rapporteert en adviseert. Een onafhankelijk gelijkekansenorgaan is dan ook verplicht vanuit de EU en het VN-verdrag voor personen met een handicap. Initieel plande de Vlaamse regering enkel een nieuw Vlaams gelijkheidsorgaan. Intussen wil ze een heus, breder, Vlaams mensenrechteninstituut oprichten. Niet enkel voor gelijke kansen maar voor alle mensenrechten.

De ambitie is dat die nieuwe instelling een ‘A-status’ haalt volgens de principes van Parijs. Die VN – standaarden moeten garanderen dat een mensenrechteninstituut voldoende onafhankelijk, pluralistisch en effectief zijn rol kan waarmaken. ‘A-status’ klinkt uitstekend. Maar op basis van wat voorligt, zal dat niet lukken.

Om nog andere redenen doen de plannen alarmbellen afgaan bij gelijke kansen- en mensenrechtenorganisaties. We vrezen verdere versnippering, verzwakking van de bescherming van slachtoffers en onduidelijkheid. Ten opzichte van het huidige Unia en de Vlaamse Genderkamer, boet de nieuwe Vlaamse instelling aan slagkracht in.

Los van alle onduidelijkheid zien wij alvast drie fundamentele problemen:

1. Onduidelijkheid en gebrek aan overleg

De Vlaamse regering zegt de versnippering van het mensenrechtenlandschap tegen te gaan maar zal met het huidige voorstel net het tegenovergestelde bereiken. De principes van Parijs bepalen onder meer dat een breed mandaat nodig is - alle mensenrechten moeten aan bod komen. De Vlaamse regering wil daarom op termijn instanties zoals het Kinderrechtencommissariaat, het Vredesinstituut, de Vlaamse Ombudsdienst en de Toezichtscommissie voor de verwerking van de persoonsgegevens ‘inkantelen’ in het nieuwe Mensenrechteninstituut.

Maar de bestaande mensenrechteninstellingen en middenveldorganisaties werden onvoldoende betrokken bij de voorbereidingen. Door onder meer de juridische onduidelijkheden, wordt het Vlaamse Mensenrechteninstituut in de eerste jaren hoofdzakelijk een gelijkheidsorgaan met enkele, niet nader omschreven restbevoegdheden op vlak van mensenrechten. Al het overige is onzeker en toekomstmuziek.

Vlaanderen gaat met andere woorden koterijen bijbouwen en later zien of er iemand in wil komen wonen. Het heeft daarvoor evenmin met de buren overlegd. Het federale regeerakkoord voorziet namelijk in een interfederaal mensenrechteninstituut, in lijn met wat de VN ons land al meermaals aanraadde. Dat was ook expliciet de bedoeling bij de oprichting van het Federale Mensenrechteninstituut. De federale regering plant hiervoor een evaluatie van het mensenrechtenlandschap. Maar Vlaanderen lijkt deze niet te willen afwachten. En al evenmin het overleg met de andere overheden en het middenveld...

2. Minder slagkrachtig in de strijd tegen discriminatie

Wel duidelijk, is dat het Vlaamse Mensenrechteninstituut het mandaat inzake non-discriminatie overneemt van deVlaamse Genderkamer en van Unia. Maar dan gekortwiekt. In tegenspraak met de aanbevelingen van de EU hierover, wil Vlaanderen niet dat het nieuwe orgaan naar de rechtbank kan stappen of slachtoffers zal ondersteunen om dat te doen. In plaats van slachtoffers van discriminatie bij te staan moet het orgaan ‘neutraler’ worden – alsof discriminatie niet altijd fout is.

Meldingen van discriminatie worden in de toekomst verplicht eerst bemiddeld. Leidt dat tot niets, dan zal een “Geschillenkamer” binnen het instituut een advies kunnen geven. Ook bij flagrante en structurele discriminaties en zelfs bij strafrechtelijk vervolgbare inbreuken, kan het nieuwe instituut hoogstens een vrijblijvend advies formuleren. Sancties of een schadevergoeding voor het slachtoffer, zijn al helemaal niet aan de orde.

De regering haalt de stok achter de deur weg. Ze wil ons doen geloven dat het nieuwe Vlaamse orgaan zoveel gezag zal uitstralen dat het geen tanden nodig heeft om impact te krijgen. We delen dat vertrouwen niet. Deze plannen bemoeilijken de toegang tot de rechtbank voor slachtoffers nog. Niet gerechtigheid maar wel straffeloosheid zal verder floreren – nochtans dé uitdaging op het vlak van discriminatie.

3. Ongelijke bescherming en onnodige complexiteit

Het regionaliseren van de non-discriminatieopdracht van Unia klinkt simpel. Maar het verschil in de klachtenbehandeling tussen de gelijke kansenorganen, zal in de praktijk leiden tot vreemde en complexe situaties. Een immokantoor dat discrimineert in Brussel zal bijvoorbeeld anders en allicht steviger aangepakt worden dan één dat hetzelfde doet in pakweg Vilvoorde. Word je in Vlaanderen door een interimkantoor gediscrimineerd, dan heb je voortaan minder kans op een schadevergoeding dan in Wallonië. Mocht je daarentegen gediscrimineerd worden door een bedrijf bij aanwerving of ontslag, kan het weer anders uitpakken – dat is immers federale materie.

Wie slachtoffers zal bijstaan in situaties waarbij verschillende bevoegdheidsniveaus samenkomen, zoals wanneer een buschauffeur iemand weigert om op te stappen en ondertussen en voor de volle bus een haattirade afsteekt. Of zo’n situaties nog in hun totaliteit behandeld zullen worden, is zeer de vraag. En dan hebben we het nog niet over de toegankelijkheid voor de burger: waar moet deze precies terecht met zijn melding?

‘Niets over ons, zonder ons’

De Vlaamse Regering mist cruciale kansen als ze voor de invulling van het nieuwe gelijkekansenorgaan niet vertrekt vanuit de noden en behoeften van de slachtoffers van discriminatie. Vaak zitten die als gevolg van structurele discriminatie in de samenleving in zeer kwetsbare posities. Ze verwachten een slagkrachtig orgaan dat hun recht op gelijke behandeling bewaakt en waar nodig helpt afdwingen voor de rechtbank.

Voor het welslagen van de Vlaamse plannen, is draagvlak onontbeerlijk. Dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van personen die kwetsbaar zijn voor discriminatie en mensenrechtenorganisaties betrokken moeten worden. Vlaanderen dient ook rekening te houden met bindende internationale engagementen van ons land en met aanbevelingen van VN en Europa. Enkel zeggen dat dat op lange termijn de bedoeling is, volstaat niet.

Later deze week bespreekt de regering een voorontwerp van decreet hierover. Wat ons betreft, is het huiswerk niet af en moet de regering terug naar de tekentafel.

Amir Bachrouri (Vlaamse Jeugdraad)

An Vermorgen (ACV)

Ann Van den Buys (Persephone vzw)

Caroline Coopers (ABVV)

Els Flour (Furia)

Johan Leman (Foyer vzw)

Josée Goethals (Gastvrij Netwerk)

Kathleen Van Den Daele (LEVL)

Kati Verstrepen (Liga voor Mensenrechten)

Lieven Miquel Kandolo en Jihad Van Puymbroeck (Hand in Hand tegen Racisme vzw)

Nina Henkens (Kifkif vzw)

Samira Azabar (BOEH)

Sander Cornelis (Wel Jong)

Sarah Scheepers (ella vzw)

Thomas Peeters (Orbit vzw)

Tine Claus (Vluchtelingewerk Vlaanderen)

Wies De Graeve (Amnesty)

Yves Aerts (çavaria )

 

Dit opiniestuk verscheen op 16/12/2021 op De Standaard.

Op 11/11/2021 organiseert Furia vzw (vroeger Vrouwen Overleg Komitee) voor de 50ste keer de ‘Nationale Vrouwendag’ in samenwerking met de stad Leuven. 

Met op de agenda van deze feesteditie zowel debat en uitwisseling als herdenking, ontmoeting en feest. Zoals steeds kreeg het programma vorm in samenwerking met een lokaal platform. We blikken terug op de voorbije 50 jaar feminisme en verkennen feministische ideeën voor de toekomst. 

 

Op 11 november verbinden we de feministische idealen van toen met de strijd voor maatschappelijke verandering die vandaag op vele fronten wordt verdergezet” licht Meryem Kanmaz, woordvoerder van Furia toe. ‘We doen dat in dialoog en uitwisseling met feministen van het eerste uur en jonge vrouwen die zich vandaag inzetten voor de feministische strijd”. 

In 1972 ging de eerste nationale vrouwendag door in de Passage 44 in Brussel. De opkomst voor het eenmalig bedoelde evenement was onverwacht groot. Boegbeelden van het jonge feminisme ‘van de tweede golf’, zoals Simone De Beauvoir en Germaine Greer inspireerden de bijna 10.000 vrouwen die zich verzamelden rond het motto “het persoonlijke is politiek”.

50 jaar later heeft de vrouwenbeweging heel wat verwezenlijkt. Toch is de strijd tegen sociale ongelijkheid, seksisme, racisme, … nog niet gedaan. “Gelijke kansen voor vrouwen zijn niet overal een realiteit”, benadrukt schepen van gelijke kansen Lies Corneillie. “Zolang die ongelijkheid bestaat, is er een rol weggelegd voor de feministische beweging. Vanuit stad Leuven dragen we daaraan graag bij.” 

De dag gaat van start met gesprekken tussen drie duo’s feministen over feministische thema’s  toen en nu, zoals, lichaam en seksualiteit, solidariteit tussen emancipatiebewegingen en moederschap en ‘reproductieve arbeid’.

Onze centrale gast is prof. dr. Tithi Bhattacharya (Purdue University, USA), ondermeer bekend van het manifest Feminisme voor de 99%. Ze belicht feministische strijd vanuit hedendaagse uitdagingen zoals postkolonialisme, globalisering en intersectionaliteit. Rode draad in haar analyse blijft de herwaardering van on- en onder betaalde zorgarbeid. Anja Meulenbelt, veelgelezen feministe en publiciste in Nederland, vult aan vanuit haar ervaring met vijftig jaar feministische strijd in de Lage Landen. 

Verbinding en allianties staan centraal staan centraal bij de bondgenootschapstafels. Deelnemers aan de Vrouwendag gaan er in gesprek met tal van andere (vrouwen)organisaties over topics die hen aanbelangen en strategieën om verandering mogelijk te maken.  

 

MC Sarah Bekambo maakt je wegwijs in het rijkgevulde programma:  

  • Inleefspel Alleenstaande Moeders, 
  • Wereldcafé Seksualiteit, Body Positivity & Body Neutrality
  • Workshop Slam Poetry 
  • Lichaamsoefeningen in de Workshop Ba Duan Jin
  • Stadswandeling & Stoepspel 
  • Inhuldiging Standbeeld van de Onbekende Oorlogsvrouw 
  • Documentaire: 50 jaar feminisme 
  • Feestelijke afsluiting met Receptie en Concert van de Brusselse Ana Diaz

 

 

03 november 2021 om 09u40

Intergenerationele Gesprekken

 

10.30 - 12.20u. Panelgesprek: Intergenerationele gesprekken

Feministen van de tweede golf en jonge feministen wisselen met elkaar uit over verschillende thema’s. Hoe zijn visies, acties en uitdagingen geëvolueerd tussen 1970 en vandaag? Per thema  nodigden we een duo uit. Marijke Colle en Rebecca van Sluijs wisselen uit over lichamelijkheid, Samira Azabar en Ida Dequeecker hebben het over solidariteit tussen feministische groepen en andere emancipatiebewegingen. Noëmi Willemen en Anja Meulenbelt verdiepen zich in de maatschappelijke betekenis van moederschap en feministische visies op reproductieve arbeid. Moderatrice Siggi Vertommen leidt de gesprekken in goede banen, in combo met MC Sarah Bekambo.

  • Marijke Colle: biologe, maakte deel uit van de Dolle Mina Gent, is ecofeministe en lid van de SAP en haar vrouwenwerking FeMiNiSmE YeAh
  • Rebecca van Sluijs: juriste en hoofdredactrice van Spijker Magazine, een gratis online magazine over gender(on)gelijkheid in België, het werk van gedreven vrijwilligers. De laatste editie TABOES is ook op papier verkrijgbaar.
  • Samira Azabar: sociologe en onderzoekster in politieke wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Lid van BOEH! (Baas over eigen hoofd)
  • Ida Dequeecker: maakte deel uit van Dolle Mina en de fem-soc, is lid van Furia en van Baas Over Eigen Hoofd!
  • Anja Meulenbelt: Nederlands feministe, publiciste, moeder en politica. Zij schrijft nu haar 50ste boek. Enkele titels van haar hand: De schaamte voorbij, Het beroofde land, Feminisme, terug van nooit weggeweest en Brood en Rozen: over klasse en identiteit.
  • Noëmi Willemen: historica, doet onderzoek naar de geschiedenis van moederen in de 20e eeuw, is assistant aan de Ecole de Sexologie et Sciences de la Famille (UCLouvain) schrijft en tekent over moederen en feminisme op @lecoeuramareebasse

Furia-lid en activiste Siggi Vertommen doet postdoctoraal onderzoek naar de politieke economie van wereldwijde vruchtbaarheidsketens aan de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent.

Sarah Bekambo begon als Spoken Word artiest, maar wil geen grenzen stellen aan de kunstvormen die ze uitoefent. Ze stapte al snel in de theater- en muziekwereld. Onlangs bracht ze haar eerste documentaire Candles Won’t Cut It uit. Ze zal altijd bezig blijven maar ze staat tegelijk ook stil. Stil bij wat er rondom haar gebeurt. Dit vertaalt zich in (zelf)kritische teksten.

Sarah houdt het tempo erin, gooit vragen in het publiek en neemt jullie mee doorheen deze Vrouwendag.

Ter plaatse of online te volgen op onze Facebookpagina.

In samenwerking met Trill vzw

03 november 2021 om 09u29

Keynote Tithi Bhattacharya

Te herbekijken hier!

15.15 - 16.45u. - Auditorium

Onze centrale gast van de 50ste Nationale Vrouwendag is niemand minder dan Tithi Bhattacharya. Deze academica, schrijfster en activiste verbindt feministische theorie en actie aan belangrijke hedendaagse debatten en bewegingen zoals het postkolonialisme, racisme, noord-zuid-verhoudingen en nieuwe sociale kwesties als gevolg van de voortschrijdende globalisering.
 
Ze is uiterst goed geplaatst om de bestaande feministische theorie en analyse en dan vooral de voor de tweede feministische golf doorslaggevende analyse van reprodcutieve arbeid* te verrijken met de ervaringen van diverse minderheidsgroepen. (*de uitbreiding van wat als ‘arbeid’ benoemd en betaald wordt van arbeid geleverd om geld te verdienen naar arbeid als de belangrijke bijdrage die dag in dag uit en doorgaans door vrouwen geleverd wordt om te zorgen, zowel voor kinderen, zieken en ouderen, als voor de gemeenschap en buurtnetwerken en last but not least voor de ons omringende leefruimte en milieu).
 
Tithi Bhattacharya schreef samen met Nancy Fraser en Cinzia Arruzza Feminisme voor de 99%. 
 
Terwijl Tithi Bhattacharya het wereldwijde plaatje belicht, zal feministe van het eerste uur Anja Meulenbelt aansluiten met haar kijk op vijftig jaar feministische strijd in de Lage Landen en Europa. Haar boek De Schaamte Voorbij lag op de nachtkastjes van menig jonge vrouwen net zoals het gelezen werd in werkgroepen allerhande. Ook vandaag bundelt ze al haar krachten en expertise in publicaties als het recente Brood en Rozen waar ze pleit voor een verbinding van diverse strijden. Sinds enkele jaren zet ze zich in voor de steeds groeiende groep alleenstaande moeders, onder andere via de groep Single Super Mum.
 
Taal: Engels, met vertaling naar het Nederlands.
 
 
In samenwerking met Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren.
 
 
Pagina 8 van 20

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart