Team
Furia

Furia

Furia ijvert al sinds jaar en dag, vanuit een feministisch perspectief, voor een zorgzame, solidaire en gelijke samenleving. Toen Covid-19 drie jaar onze levens danig door elkaar schudde, leek het belang van zo’n samenleving door velen te worden gedeeld. De pandemie liet voelen hoe belangrijk zorgberoepen zijn en hoe essentieel het is te kunnen zorgen voor elkaar, betaald of onbetaald. We redden het eenvoudig niet als dat kader wegvalt. De pandemie maakte ook zichtbaar hoe groot de ongelijkheid in de samenleving is: de impact van COVID én van de vele maatregelen om ze te bestrijden, was veel groter voor mensen in een sociaal-economisch zwakke positie dan voor mensen die hierin sterker stonden.

Wie, zoals Furia, hoopte dat beleidsmakers met die vaststellingen aan de slag zouden gaan, komt echter van een koude kermis thuis. Met grote bezorgdheid zien we dat de trend omgekeerd is: een toenemend aantal partijen propageert maatregelen om mensen die al zwak staan verder te marginaliseren en uit te sluiten. Het is bon ton om een populistisch discours te houden waarin ‘goede’ burgers (met een betaalde baan, een voldoende hoog inkomen, goede kennis van het Nederlands) worden afgezet tegen de ‘slechte’, of potentieel slechte medeburgers (die niet over de vernoemde kwaliteiten zouden beschikken).

De jacht op wie naast een sociale woning elders nog een eigendom heeft (wat ook de reden), de ‘basisbaan’ die werklozen moeten aanvaarden, de verstrengde voorwaarden inzake inburgering en verblijf bij de Vlaamse Zorgverzekering, de ‘war on woke’ die antiracistische stemmen wil smoren, de kritiek op organisaties van etnisch-culturele minderheden, de pogingen om verdere hoofddoekenverboden in te voeren… Veel politieke partijen lieten zich verleiden om minstens één van deze maatregelen of voorstellen te verdedigen.

Een recent voorstel om een deel van het Groeipakket (kindergeld) te gebruiken als oplossing voor de onderfinanciering van de kinderopvang past eveneens in dit rijtje. Daar wordt meteen de verplichting aan gekoppeld om kinderen 130 dagen naar de opvang te sturen. Het discours beklemtoont dat het de bedoeling is om zo gelijke kansen te creëren.  In praktijk stellen we evenwel vast dat de belofte van meer middelen – voor onderwijs, huisvesting, hulpverlening, kinderopvang enz., hand in hand gaat met de aankondiging van straffen en dreigementen, gericht tegen mensen in kwetsbare posities. Ook het idee om dwangzorg in te voeren voor kwetsbare zwangere vrouwen is daar een schrijnend voorbeeld van.

Sterke sociale infrastructuur

Dit is niet de zorgzame samenleving die Furia wenst. Furia bepleit een sterke sociale infrastructuur (crèches, woonzorgcentra, buurtcentra, scholen…) die kwalitatief, inclusief en toegankelijk is voor iedereen die er gebruik van wil maken, en waar het goed werken is. De middelen daarvoor mogen niet weggehaald worden van bestaande ondersteuning aan gezinnen, waaronder het (verre van perfecte) Groeipakket. We verwerpen het ‘diensten in plaats van cash’-discours: burgers hebben én een inkomen én goede diensten nodig. Het voortdurend spreken in termen van schuld en boete voedt het wantrouwen ten aanzien van mensen die om wat voor reden ook zwakker staan. De boodschap is niet alleen dat ze schuld dragen aan hun situatie, maar ook dat de hele samenleving de gevolgen draagt van hun ‘slechte houding’. Dat is niet alleen stigmatiserend, het is onzin.

De voorgestelde maatregelen beloven bij te dragen tot meer kansengelijkheid. Wie dieper kijkt ziet dat deze aankondigingspolitiek net het omgekeerde dreigt te doen. Wanneer de focus ligt op de individuele verantwoordelijkheid van mensen voor hun welzijn en dat van hun gezinsleden, gaat dat ten koste van de aandacht voor de collectieve inspanning voor het welzijn van iedereen. Die afbraakpolitiek leidt uiteindelijk tot achteruitgang voor iedereen, behalve van wie de middelen heeft voor dure privé-oplossingen. Het onderwijs, de kinderopvang, hulpverlening…  en vooral alle mensen die er beroep op doen en erin werken, verdienen een ambitieus en positief beleid dat inzet op de échte problemen en geen valse tweedeling tussen burgers creëert.

 

Dit opiniestuk verscheen op 13 juni 2023 op DeWereldMorgen.

Tijdens de nationale betoging van de non-profitsector op 31 januari zetten de Vrouwenraad, Rebelle, Furia, Femma Wereldvrouwen en ZIJkant als feministische organisaties stevig mee hun schouders onder initiatieven om de kinderopvang te herwaarderen en te pleiten voor werkbaar werk en een graduele daling van de kindratio. Volg zeker het Crisiskabinet Kinderopvang op sociale media om op de hoogte te blijven van deze initiatieven.

Op dinsdag 13 juni laten wij nogmaals van ons horen op de nationale betoging van de non profit

Waar: Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II laan 15, Brussel -> Dichtbij Station Brussel-Noord
Wanneer: dinsdag 13 juni, 10u30

Want als de kinderopvang stopt, stopt het land met draaien. Zonder kwaliteitsvolle kinderopvang zijn het vooral vrouwen die terug naar de haard gekatapulteerd worden. Daarom is het essentieel de arbeidsvoorwaarden in de kinderopvang te verbeteren. Op deze manier beschermen we de mensen die er al werken en kunnen we het beroep aantrekkelijker maken voor nieuwe mensen. Wachten tot het verkiezingsjaar 2024 is geen optie, nú handelen is de boodschap.

Feministische eisen

1. Hup naar 5

De werkdruk in de kinderopvang ligt te hoog. In plaats van vast te blijven hangen in een kip-of-eiverhaal kan er samen met werknemers uit de kinderopvangsector een stappenplan uitgetekend worden voor een graduele daling naar een ratio van maximum 5 kinderen per begeleider en maximum 4 kinderen als het de allerjongsten zijn en de begeleiders er alleen voor staan. Dit geeft kinderverzorgers en jonge ouders een perspectief, maakt de job aantrekkelijker voor sollicitanten (zowel pas-afgestudeerden, voormalige kindbegeleiders als zij-instromers) en zorgt ervoor dat baby’s en peuters (= onze toekomstige politici, leerkrachten en zorgverleners) in de eerste 1000 dagen de nodige individuele aandacht krijgen die ze verdienen.

Het verlagen van de kindratio kan niet losgekoppeld worden van de verbetering en gelijktrekking van de statuten van kindbegeleiders. Indien de kindratio daalt, moet een crèche nog voldoende werkingsmiddelen hebben om op een toegankelijke en kwaliteitsvolle manier kinderen op te vangen. 

Hierbij kan er een overgangs- of gedoogperiode voorzien worden waarbij sommige opvanginitiatieven wel nog zoveel kinderen kunnen opvangen als nodig is voor hun werking. Tegelijkertijd kunnen er pilootprojecten opgestart worden met kinderdagverblijven die nú de ratio al naar beneden willen. Enkel door dit uit te testen, kunnen we analyseren of dit een oplossing is om meer mensen aan of terug te trekken naar de sector.

2. Een eerlijk loon voor essentiële zorgarbeid

In de Septemberverklaring ijvert de Vlaamse regering voor de gelijktrekking van de statuten binnen de kinderopvangsector. Dit is een belangrijke stap, maar niet voldoende. Of je nu aan de slag bent in de kinderopvang met subsidiestatuut ‘trap’ 1, 2 of 3, als je werkt binnen een sector met een van de laagste lonen in België wordt je werk niet naar waarde geschat. Een beter loon moet ook hand in hand gaan met betere werkomstandigheden en een lagere kind-begeleiderratio.

Voorzie voor werknemers in de kinderopvangsector, eerlijke lonen, correcte (werknemers)statuten en gelijke arbeidsvoorwaarden voor de essentiële zorgarbeid die ze verrichten.

Hervorm en versterk de opleiding (zowel secundair als in het hoger onderwijs) en zorg voor loopbaankansen voor kindbegeleiders en onthaalouders. Geef ze meer kindvrije uren en pedagogische en logistieke ondersteuning.

3. Collectieve kinderopvang geeft vrouwen autonomie

De strijd voor de herwaardering van de kinderopvang loopt parallel met de strijd van vrouwen voor meer autonomie. Zowel in de kinderopvang als thuis blijft zorgarbeid on(der)betaald. Als de kinderopvang stopt, stopt België met draaien. In ons land werkt maar liefst 42% van de vrouwen deeltijds, tegenover 12% van de mannen. Als belangrijkste reden voor hun deeltijds werk, verwijzen de meeste vrouwen naar de zorg voor kinderen of andere afhankelijke personen.

Een toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve kinderopvang is essentieel in de vrije keuze van vrouwen om zich te richten op hun loopbaan of zorg en als schakel in het netwerk van alleenstaande ouders. We verzetten ons tegen de commercialisering van de kinderopvang, een logica waarbij kinderopvang enkel als winstgevende activiteit wordt gezien die andere schakels van een economie doet draaien. Het is de publieke verantwoordelijkheid van onze overheid om een kwalitatieve kinderopvang te voorzien die de volledige samenleving ten goede komt. 

4. Mannen die zorgen zijn baanbrekers

Slechts 2,4% van de werknemers in de kinderopvang is man. Door betere arbeidsomstandigheden te voorzien wordt de job ook voor mannen aantrekkelijker. Ontwikkel daarnaast ook specifieke acties die stereotypen doorbreken over mannen die zorgen en die inzetten op recrutering van mannen naar de kinderzorgsector.

5. Veranker het recht op collectieve kinderopvang

Zorg dat kwalitatieve kinderopvang een afdwingbaar recht wordt voor elk gezin. Laat hen niet wachten tot ze 2,5 jaar zijn en recht hebben op een plek in de kleuterschool. Zeker voor kansarme gezinnen kan het recht op kinderopvang als basisvoorziening een bijdrage leveren aan het bestrijden van ongelijkheid. Kinderen uit gezinnen met de laagste inkomens in Vlaanderen maken maar half zo vaak gebruik van kinderopvang als die uit de rijkste gezinnen. 

Zowel het Europees Parlement als de Commissie erkent het belang van kinderopvang als basisvoorziening voor álle kinderen. In bv. Zweden en Finland is kinderopvang een basisvoorziening, een afdwingbaar recht. Dit betekent dat elk kind tussen de 1 en 5 jaar binnen de vier maanden na aanvraag een plek moet hebben. Is die plek er niet, dan kan de lokale overheid hiervoor vervolgd worden. 

6. Laten we positieve verhalen delen

Mensen die in de kinderopvang werken willen de best mogelijke basis meegeven voor het verdere leven van kinderen en hen helpen ontwikkelen. Ze zijn het aanspreekpunt voor ouders die met opvoedkundige vragen zitten en brengen hen in contact met andere ouders zodat ze hun netwerk verbreden en ervaringen kunnen delen

Het is dringend tijd om in de nieuwsberichten over de crisis in de kinderopvang ook te focussen op de positieve ervaringen van werknemers en hun pedagogische kennis en aanpak in de schijnwerpers te plaatsen. Zeker positieve ervaringen van mannelijke kindbegeleiders vormen een kans om het genderstereotiep denken over zorg te doorbreken en iedereen de kans te geven om te zorgen ongeacht diens gender.

De moeilijkheden in de kinderopvang zijn structureel van aard en liggen niet bij de werknemers zelf. Een lagere kindratio per begeleider geeft kinderverzorgers ademruimte en motivatie om de job te blijven doen waarvoor ze zich inzetten. Het biedt hen de ruimte om niet enkel basiszorg aan de kinderen te geven, maar hen effectief te ondersteunen in hun ontwikkeling. Dit maakt het voor hen aantrekkelijker om de job te blijven uitvoeren, gemotiveerd te blijven en anderen aan te sporen om zelf kindbegeleider te worden. 

Dit eisenpakket werd opgesteld door: 

Vrouwenraad

Rebelle

ZIJkant

Furia

Femma Wereldvrouwen

07 juni 2023 om 14u58

Familie voor elkaar

Familie voor elkaar

Familie voor elkaar is een campagne waarin we de veerkracht en creativiteit van families vieren. In vier verschillende familieportretten laten we zien dat het niet de opbouw van een familie is die haar definieert, maar de onderlinge steun en toewijding die er voor elkaar is. De campagne is een samenwerking tussen meer dan tien gelijke kansenorganisaties.

Maak hier kennis met de verhalen van Kasper en Astrid, Lale, Jennifer, Hanne en Veerle.

Familie voor elkaar is een initiatief van: Çavaria, Ella vzw, Furia, Merhaba, MoveMen, RoSa vzw, Sensoa, Sophia, Transgender Infopunt, Vrouwenraad en Wel Jong.

Familie voor elkaar werd mogelijk gemaakt door steun van het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen. Foto’s zijn van Mayli Sterkendries en video’s van Yentl De Baets.

Volg de campagne ook op InstagramFacebook//www.tiktok.com/@familievoorelkaar">TikTok en Twitter

Kasper, Astrid, Billie, Pippa en Suz

Kasper is trans man en de papa van Billie. Hij is samen met Astrid, de mama van Pippa en Suz. In de campagne ze vertellen over online daten als trans persoon, hoe Kasper zijn dochter moest vertellen dat hij in transitie wilde en hoe ze het als samengesteld gezin met elkaar kunnen vinden.

     

     

          

Lale, Özkan en Yasin

Lale voedt haar zoons Özkan en Yasin alleen op. Ze bespreekt de voor- en nadelen van alleenstaande mama zijn, hoe haar broers en zussen altijd voor haar klaarstaan, en hoe het overlijden van haar eigen mama haar heeft veranderd.

     

     

     

Jennifer

Jennifer heeft twee abortussen gehad in het verleden. Nu ze ook moeder is van twee dochters ervaart ze dat het nog altijd moeilijk is om er over te praten.

     

     

Hanne, Veerle en Otis

Hanne en Veerle zijn de LGBTI+-ouders van Otis. Ze krijgen vaak vragen over hun traject, maar niet altijd op een beleefde manier. Ze voeden Otis heel genderbewust op. Ze letten er op dat speelgoed en kleertjes niet altijd genderstereotype zijn en laten hem vooral veel zelf kiezen.

     

     

     

 

06 juni 2023 om 11u18

Furia zoekt een cijferwonder

Jij…

  • kent de ins en outs van begrotingen en jaarrekeningen
  • goochelt met cijfers
  • hebt zin om deze kwaliteiten in te zetten voor Furia, een feministische denk- en actiegroep 
  • kan je vinden in het intersectionele feminisme waar Furia voor staat

Furia zoekt…

  • iemand (v/x) die het financieel beleid mee kan uittekenen, met speciale aandacht voor de planning op langere termijn
  • die (bij voorkeur) bereid is om lid van het bestuur te worden 

Wij vragen…

Dat je je een aantal keer per jaar over de financiën ontfermt:

  • voorbereiden van de begroting
  • tussentijdse begrotingscontroles
  • voorbereiden verantwoording aan de AV en begeleiding van de verantwoording van de verschillende subsidiedossiers 

Dat je het bestuur en de coördinator informeert en adviseert over het financiële reilen en zeilen van de organisatie.

Furia biedt je…

  • Een fijne vrijwilligerservaring bij één van de pioniers van de feministische beweging in België 
  • Een duidelijk afgebakend engagement
  • Coaching en nabije opvolging gedurende de volledige periode als vrijwillig.st.er
  • Terugbetaling transportkosten openbaar vervoer

Interesse?

Contacteer ons dan snel voor een kennismakingsgesprek via een mailtje naar Els Flour via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Nog twijfels of vragen? Contacteer ons gerust ook via bovenstaand mailadres.

Wanneer: woensdag 17 mei 2023
Waar: Grondwettelijk Hof, Koningsplein 7, 1000 Brussel
 
Programma:
  • 14u Actie voor het Grondwettelijk Hof ☂️: breng je paraplu mee!
  • 15u Pleidooien tegen de Vlaamse Regering in de zaak rond decreet Vlaamse Sociale Bescherming
 
Op maandag 24 januari 2022 diende Iedereen Beschermd, een groep van enkele middenveldorganisaties waaronder ook Furia, het gezamenlijk verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof tegen het nieuwe decreet Vlaamse Sociale Bescherming. Iedereen Beschermd, een coalitie van bijna 20 middenveldorganisaties, ging in beroep tegen dit decreet omdat het discriminerend is en onze samenleving verdeelt in A- en B-burgers. We voeren actie om te tonen aan de Vlaamse Regering dat sociale bescherming voor ons een grondrecht is en geen privilege!
 
Meer info rond onze eisen en hoe je kan steunen, kan je hier vinden en in deze video. Of kom naar de actie op woensdag!
 
 
 

De feministische en vrouwenrechtenorganisaties uit het noorden en het zuiden van het land zijn blij met de snelle benoeming van een nieuwe staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit.

Een week geleden nam Sarah Schlitz immers ontslag en aanvaardde daarmee de gevolgen van de fouten die haar kabinet en zijzelf hadden gemaakt. Zodra haar ontslag door de premier was goedgekeurd, roken bepaalde politieke groeperingen hun kans. Ze suggereerden de ontbinding van haar kabinet en de verdeling van de bevoegdheden. Wij zijn opgelucht dat het belang en het nut van deze portefeuille opnieuw bevestigd werden. Maar laat ons niet naïef zijn: de vrees is terecht dat de herhaaldelijke aanvallen – we hebben het niet enkel over logo-gate – niet alleen gericht waren tegen de ex-staatssecretaris, maar ook tegen haar bevoegdheden as such.

Met lede ogen kijken we toe hoe conservatieve en reactionaire krachten terrein winnen en hun discours annex ideologieën verder verspreiden. We weten hoe weinig deze stromingen geven om het middenveld, vrouwenrechten, seksuele en genderminderheden … behalve wanneer het erom gaat gelijkheid te misbruiken als een voorwendsel om bepaalde bevolkingsgroepen te stigmatiseren. Meer dan ooit verdient de strijd voor gendergelijkheid, gelijke kansen en diversiteit een staatssecretariaat, ja waarom niet een minister. Dit is meteen een van onze eisen aan de volgende federale regering.

Een ander beleid is mogelijk

Wij verwachten alvast dat de nieuwe staatssecretaris het werk van haar voorgangster voortzet: de femicide-wet, het Nationaal Actieplan (NAP) tegen gendergerelateerd geweld 2021-2025 en het interfederaal plan ter bestrijding van racisme – waarop we meer dan twintig jaar hebben moeten wachten! – zijn slechts enkele van de cruciale kwesties die tijdens deze legislatuur op de agenda staan. Ze moeten er staan als een huis, zowel qua inhoud als qua vorm, willen we niet dat ze weer ontmanteld kunnen worden door toekomstige regeringscoalities. Hoewel er kritiek geuit werd op sommige methoden van de vorige staatssecretaris, willen wij benadrukken dat haar werk aangetoond heeft dat het mogelijk is om op een andere manier aan politiek te doen. Namelijk door het maatschappelijk middenveld centraal te stellen in de processen, door de tijd te nemen om haar werk te ontdekken en te (h)erkennen … alsook het precaire karakter van de non-profitsector en zijn werknemers, voor het merendeel vrouwen.

Bij gebrek aan voldoende structurele financiering blijven de talrijke projectoproepen van vitaal belang voor de goede werking en zelfs het voortbestaan van verenigingen die elke dag strijden voor een meer egalitaire en rechtvaardige samenleving. Daarom blijven wij hameren op het belang van controlemechanismen die toezien op de wetgevingswerkzaamheden waarbij verenigingen betrokken zijn. Wij denken hierbij aan het nationaal platform van het maatschappelijk middenveld dat werd opgericht om de evaluatie van het NAP Gendergerelateerd Geweld 2021-2025 te waarborgen. Overheidsbeleid ter bestrijding van alle vormen van geweld en discriminatie wordt niet van achter een bureau gevoerd. Het kan evenmin de materiële en financiële omstandigheden negeren waarin terreinorganisaties hun vitale eerstelijnswerk verrichten.

Gelijkheid is een zaak van de voltallige regering

Naast de bevoegde staatssecretaris is het de regering als geheel die nog harder moet werken aan een meer rechtvaardige en egalitaire samenleving zonder geweld. Een regering die er prat op gaat hiervan een prioriteit te maken en waarvan de premier beweert feminist te zijn, moet op coherente wijze de randvoorwaarden scheppen en de nodige middelen verschaffen.

Dat betekent onder meer:

  • versterking van de uitvoering van onze internationale verplichtingen: het Verdrag van Istanbul, het CEDAW-Verdrag (VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen) en alle Europese richtlijnen met betrekking tot gendergelijkheid;
  • opvolging van de aanbevelingen van het comité van experten dat belast is met de evaluatie van de wet op de vrijwillige zwangerschapsafbreking: de termijn verlengen van 12 naar 18 weken, de ‘bedenktijd’ afschaffen, een einde maken aan de sancties tegen vrouwen, enz.;
  • een gunstige pensioenhervorming voor vrouwen, door de gelijkgestelde periodes te versterken en de toegang van werkneemsters tot het minimumpensioen te verbeteren;
  • verruiming van de toegang van werknemers tot tijdskrediet en verhoging van de financiële compensatie voor alle thematische zorgverloven; onder meer verlenging van de toegangsvoorwaarden voor kinderen tot 8 jaar en herinvoering van het tijdskrediet zonder motief, met volledige gelijkstelling van deze periodes;
  • substantiële herwaardering van alle zorgberoepen, essentiële beroepen waarvoor tijdens de gezondheidscrisis iedere avond geapplaudisseerd werd en die vooral door vrouwen in vaak precaire omstandigheden worden uitgeoefend.

Ten slotte mogen we niet vergeten dat het bij de rechten van vrouwen, LGBTQIA+-personen, personen met een migratieachtergrond en personen met een handicap in de eerste plaats om mensenrechten gaat, met name het respect voor de menselijke waardigheid van iedereen. Een regering die beweert zich hiervoor in te zetten, kan niet tegelijkertijd opzettelijk en herhaaldelijk de meest fundamentele mensenrechten en haar internationale verplichtingen met betrekking tot de opvang van asielzoekers schenden. Wij, feministische en vrouwenrechtenorganisaties, uit alle hoeken van het land, zullen deze regering, én de volgende, blijven herinneren aan de urgentie om te komen tot een rechtvaardige en egalitaire samenleving, vrij van geweld voor iedereen.

We zijn verenigd, klaar om in actie te treden. Feministen, zolang het nodig is.

Ondertekenaars: een breed front van vrouwenrechtenorganisaties, verenigd door Vie féminine. Met:

  • Bamko
  • BruZelle
  • Collectif des Mères Veilleuses
  • Conseil des Femmes Francophones de Belgique
  • Corps Ecrits
  • Ella vzw
  • Elles sans Frontières/Elles pour elles
  • Fédération Laïque des Centres de Planning familial asbl
  • Femmes CSC
  • Femmes de droit
  • Furia
  • GAMS Belgique
  • Garance
  • Isala
  • La Voix des Femmes
  • Le Monde selon les femmes
  • Maison Maternelle Fernand Philippe asbl
  • Solidarité Femmes
  • Soralia
  • Sofélia
  • Synergie Wallonie
  • Université des femmes
  • Vrouwenraad

 

Deze open brief verscheen op 3 mei 2023 in DeWereldMorgen

Deze brief ter ondersteuning van het personeel van Delhaize verscheen op 22 april in De Morgen, ondertekend door Ellen Verryt (Furia), Heid Degerckx (Netwerk tegen Armoede), Patrick Deboosere (professor VUB) en 70 professoren arbeidsrecht, politicologen e.a.

 

Een zestal weken geleden raakte bekend dat supermarktketen Ahold Delhaize al haar 128 vestigingen in eigen beheer zou overlaten aan zelfstandige uitbaters. De directie van Delhaize beweert dat er voor de betrokken werknemers niets zal veranderen, maar die vrezen terecht voor banenverlies en verslechtering van de loon- en arbeidsvoorwaarden. En die laatste waren al niet fantastisch: de veelal vrouwelijke werknemers doen fysiek erg belastend werk en verdienen daar weinig mee.

De herstructureringsplannen brachten dan ook een golf van verontwaardiging teweeg, en een groot deel van de werknemers legde spontaan het werk neer. Zes weken later voeren ze nog steeds actie. Wij steunen hen.

NIEUW (A)SOCIAAL MODEL

De Delhaiziens schrijven een belangrijk stuk sociale geschiedenis. Hun strijdbaarheid is meer dan indrukwekkend. Het lijkt erop dat David ook dit keer van Goliath zou kunnen winnen. Samen kunnen de werknemers immers een belangrijk tegenwicht bieden aan de economische grootmacht Ahold Delhaize. Hun boodschap is duidelijk: “Neen aan de winstmaximalisatie ten koste van het personeel.” En die boodschap is eenduidig over de taal- en landsgrenzen heen: er wordt overal in België gestaakt en ook in Nederland zijn er acties tegen Ahold.

Ahold Delhaize maakt miljoenenwinsten, en de aandeelhouders willen meer van dat. Alleen daarom wordt deze herstructurering gepland. Delhaize maakt overigens al jaren gebruik van verzelfstandigde winkels, zoals Proxy Delhaize en Shop & Go. De werknemers weten dus wat ook hen te wachten staat.

Franchising van de winkels zal onvermijdelijk leiden tot minder goede loon- en arbeidsvoorwaarden, ongeacht de collectieve arbeidsovereenkomst die dit tracht te voorkomen. Dat is niet te wijten aan de zelfstandige winkeleigenaars. Ook voor hen zal het niet gemakkelijk zijn om de eindjes aan elkaar te knopen. Zij worden net zoals iedereen geconfronteerd met hoge energieprijzen, krijgen weinig tot geen vrijheid om hun prijzen te bepalen, en daarenboven moeten ze een commissie op hun verkopen afgeven aan Delhaize. Besparen op lonen lijkt voor hen dan de enige manier om het hoofd boven water te houden.

Bovendien zal er in heel wat zelfstandige winkels geen vakbondsvertegenwoordiging zijn, omdat er minder dan 50 mensen werken. En zonder vakbond zijn zogezegde garanties niets waard: de werknemer staat alleen tegenover zijn baas, en tegenover de keuze tussen meer en flexibeler werken voor minder loon en ontslag wegens economische noodzaak.

VAAGHEID, INTIMIDATIE, REPRESSIE

De directie van Delhaize weet dat zij haar belofte dat er niets zal veranderen voor de werknemers niet kan waarmaken. De vragen van de vakbonden naar duidelijkheid over de toekomst vielen in dovemansoren.

Ahold Delhaize voelt ook de kracht van de collectieve acties. Net daarom verzet de winkelketen zich zo brutaal tegen de aanhoudende stakingen. Met dure advocaten stapt Delhaize naar de rechtbank om via eenzijdige procedures een stakingsverbod te bekomen. Werknemers die toch nog aan een stakerspost staan, worden door deurwaarders bedreigd met hoge dwangsommen. Om de asociale herstructurering tegen alle protest in alsnog door te voeren, trekt Delhaize nu dus de kaart van repressie en intimidatie. Het stakingsrecht wordt eenvoudigweg van tafel geveegd.

In plaats van op zoek te gaan naar oplossingen snoert Delhaize haar werknemers liever de mond. Het is dus van het grootste belang dat de werknemers breed worden gesteund.

Delhaize zal niet de enige winkelketen zijn die toegeeft aan de winsthonger en concurrentiedruk. Andere ketens zullen wellicht snel volgen. Steeds meer werknemers zullen daardoor in precaire jobs of zelfs in armoede worden geduwd.

Die tendens van flexibilisering is niet nieuw, maar wel enorm gevaarlijk. Verglijden we binnenkort in een systeem waarin we minstens twee jobs nodig hebben om een menswaardig inkomen te verdienen? En zullen we nog voor onze rechten durven opkomen?

De arbeidsmarkt heeft juist nood aan meer stabiele, kwaliteitsvolle jobs met inspraak voor de werknemers. De franchisinggolf die zich aankondigt, zal net voor het omgekeerde zorgen. Daarom is de strijd van de Delhaiziens van groot belang voor ons allemaal.

Als er ooit een moment was om onze waardering voor hun harde werk te tonen, laat dit het dan zijn.

70 ondertekenaars, onder wie Heidi Degerickx, Netwerk tegen Armoede; Ellen Verryt, Furia; Patrick Deboosere, professor VUB; Pascal Debruyne, docent en onderzoeker Odisee Hogeschool; Ico Maly, professor Tilburg University; Valeria Pulignano, professor KU Leuven; Patrick Humblet, professor UGent; Hind Riad, advocaat PROGRESS Lawyers Network; Jan Buelens, advocaat PROGRESS Lawyers Network en professor UAntwerpen – ULB.

Vandaag (18/04) wordt het academisch rapport over de abortuswet- en praktijk in België voorgesteld aan de commissies Justitie en Gezondheid & Gelijke Kansen van de Kamer. Een samenvatting werd vorige maand al vrijgegeven. Het interuniversitair en interdisciplinair rapport is gebaseerd op de medische vooruitgang sinds de abortuswet van 1990, wetenschappelijk onderzoek, meer dan drie decennia Belgische abortuspraktijk en buitenlandse ervaringen. De conclusies zijn glashelder en hernemen de pijnpunten die vrouwenbewegingen en abortuscentra al jaren aankaarten.

Zo kwalificeert het rapport de verplichte 6-dagen bedenktijd als vernederend omdat het een immaturiteit van vrouwen suggereert, veronderstellende dat zij niet in staat zijn om de nodige bedenktijd zelf in te bouwen. Het denkproces start immers lang voor de eerste raadpleging, namelijk op het moment dat een vrouw ontdekt dat ze ongewenst zwanger is. De vraag om abortus is in praktijk een weloverwogen beslissing. Daarom bepleiten de experts de afschaffing van deze betuttelende maatregel.

Het rapport benadrukt de noodzaak van een gelijke en betaalbare toegang tot abortuszorg voor alle zwangere vrouwen die in België verblijven, ongeacht het statuut. In het bijzonder de meest kwetsbare vrouwen, bijvoorbeeld vluchtelingen, vrouwen zonder papieren en daklozen, vinden moeilijk toegang. Jaarlijks trekken ook enkele honderden vrouwen naar Nederland omdat ze de huidige termijn overschrijden. Dat kan iedere vrouw overkomen, maar niet iedere vrouw heeft  de nodige middelen om naar Nederland te gaan. Om die zorg ook in België te kunnen aanbieden, stelt het rapport voor om de termijn op te trekken tot 18 of 20 weken.

Vrouwen zijn gemiddeld 35 jaar van hun leven vruchtbaar. Het vergt een volgehouden inspanning - en soms wat geluk - om nooit ongewenst zwanger te worden. Eén op vijf vrouwen in België ondergaat ooit in haar leven een abortus. Toch is het Belgisch abortuscijfer met gemiddeld 8,8 abortussen per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd een van de laagste ter wereld. Het Europese gemiddelde bedraagt 18 en het mondiale gemiddelde ligt op 39.

Opvallend is de trend van dalende abortussen in de groep jonger dan 21 jaar sinds de terugbetaling van anticonceptiva voor hen. Investeren in preventie loont. Het rapport beveelt dan ook een verdere uitbreiding aan van de tegemoetkoming voor anticonceptiva die vandaag al geldt tot 25 jaar. Dat geldt in het bijzonder voor langdurige anticonceptie: die is duur bij aankoop, maar wel heel doeltreffend.

Geen enkel anticonceptiemiddel is evenwel perfect. Het is dan ook geen toeval dat het rapport oproept om abortuszorg in te schrijven in het gezondheidsrecht. Patiëntenrechten en kwaliteitseisen worden daardoor ook hier van toepassing. Dat sluit aan bij het feministische pleidooi om het moraliserende perspectief te verlaten en abortuszorg als een medische handeling in het kader van preventieve gezondheidszorg vorm te geven.

We nodigen de politici in het parlement uit om de eenduidige conclusies van het expertenrapport ernstig te nemen en de abortuswetgeving in overeenstemming te brengen met de reële noden van vrouwen en om hun zelfbeschikkingsrecht verder wettelijk te verankeren.

Dit opiniestuk verscheen in De Morgen op 18/04/2023.

Marijke, biologe en socialistisch feminist, je maakte ons wegwijs in de feministische en ecologische strijd en toonde ons verbanden. Je legde ons haarfijn uit hoe ons economisch systeem teert op uitbuiting van natuur én zorgarbeid. Je verfijnde en versterkte onze strijd, die zo lijkt op de strijd die jij samen met de Dolle Mina’s vanaf de jaren 1970 voerde. Een strijd voor kwalitatieve en voldoende kinderopvang, een strijd voor arbeidsduurverkorting, een strijd voor zelfbeschikking over eigen lijf. Je voerde de strijd continu. We bewonderen je voor jouw onaflatende gedrevenheid, jouw enthousiasme. We voeren jouw strijd verder, Marijke.

Lees hier wat Marijke Colle ons meegaf tijdens de Vrouwendag op 11 november 2020, in volle coronapandemie.

Internationale Vrouwendag: Zorgcoalitie roept op voor meer waardering voor on- en onderbetaalde zorgarbeid

Anno 2023 krijgen vrouwen nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord. In hun eigen gezin én op de arbeidsmarkt. Wij spraken met drie vrouwen die getuigen over hun al dan niet (onder)betaalde zorgwerk in de dienstenchequesector, de kinderopvang en thuis. Drie heel verschillende contexten, maar de parallellen in hun verhalen leggen een breder maatschappelijk probleem bloot: de systematische onderwaardering van zorgarbeid. Dit interview is ook te lezen op DeWereldMorgen.

Crisis in de zorg: een vrouwenzaak?

Het aantal openstaande vacatures in kinderopvangwoonzorgcentra en dienstencheques is torenhoog. Dit zijn sectoren met een hoofdzakelijk vrouwelijke tewerkstelling (kinderopvang: 95 procent, dienstencheques: 98 procent, verzorgend personeel: 90 procent), maar ook met specifieke taken gelinkt aan zorg en huishoudelijk werk (de zogenaamd typisch vrouwelijke taken).

De lonen zijn er te laag om financieel onafhankelijk te zijn, de statuten ondermaats (onthaalouders hebben nog steeds geen volwaardig statuut en nog te veel huishoudhulpen werken in de illegaliteit) en de arbeidsomstandigheden zijn zwaar. De wantoestanden in de kinderopvang en woonzorgcentra zijn voldoende gekend. Uit een verslag van de gezondheidsinspectie bleek onlangs dat 90 procent van de dienstencheque-ondernemingen niet in orde zijn met de wetgeving inzake gezondheid.

Maatschappelijke onderwaardering

Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderkenning van het belang van zorgarbeid. En dat is vooral slecht nieuws voor vrouwen, want anno 2023 krijgen zij nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord. In hun eigen gezin én op de arbeidsmarkt. 42% van de vrouwen werkt deeltijds. Naast zware werkomstandigheden is zorg de belangrijkste reden. Vrouwen spenderen gemiddeld 9,5 uur per week méér aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend maar dat is het niet. Het werk blijft vaak onzichtbaar en ondergewaardeerd. Dat gebrek aan erkenning zien we terugkeren wanneer dergelijke taken worden geprofessionaliseerd. Vele vrouwen lijden onder de hoge werkdruk, de moeilijke combinatie van arbeid en gezin en het gebrek aan respect voor hun werk.

Daarom bundelen vrouwenorganisaties samen met vakbonden en andere middenveldorganisaties hun krachten in de Zorgcoalitie om hun eisen zo breed mogelijk bekend te maken. Wij spraken met drie vrouwen die getuigen over hun al dan niet (onder)betaalde zorgwerk in de dienstenchequesector, de kinderopvang en thuis. Drie heel verschillende contexten, maar de parallellen in hun verhalen leggen een breder maatschappelijk probleem bloot: de systematische onderwaardering van zorgarbeid.

ACV-afgevaardigde Rosa Paz Vidal binnen de dienstenchequesector: ‘Als er niets wordt gedaan, gaat de sector dood’

Rosa Paz Vidal

“In 2011 kwam mijn zoon op de wereld. Hij heeft veel gezondheidsproblemen, waardoor ik constant met hem naar therapie en doktersafspraken moest gaan. Ik ben zo in de dienstenchequesector beland, omdat het eigenlijk ideaal leek voor mij. Het is flexibel, maar er zijn een vaste aantal uren en er is geen weekendwerk. Ik had de optie om mijn werk te verschuiven naar een andere dag wanneer nodig, zodat ik bij alle therapieën van mijn zoon aanwezig kon zijn. En dat was heel belangrijk voor mij, want mijn familie is prioriteit.”

“Ik moet toegeven dat ik op dat vlak heel veel geluk heb gehad. Mijn man probeert mij thuis zo veel mogelijk te helpen met het huishouden. Al zijn er met zijn kanker beperkingen hoeveel hij kan doen. Ik weet wel dat niet elke vrouw evenveel geluk heeft als ik. Sommige vrouwelijke collega’s komen thuis en kunnen niet uitrusten. Hun mannen verwachten dat ze voor de kinderen en het huis zorgen. En dan zijn er ook vrouwen die alleenstaande moeders zijn. Zij hebben helemaal geen hulp thuis.”

“Veel vrouwen hebben gelijkaardige redenen zoals ik had om voor deze sector te kiezen. Het is niet dat wij mensen zijn zonder kennis of denkvermogen. Er zijn veel te veel vrouwen die gestudeerd hebben, maar als ze het leven willen combineren met het werk is het soms moeilijk. Zeker als je kleine kinderen hebt. Het is daarom dat er veel vrouwen zijn die voor deze job kiezen.”

“Maar de laatste tijd zijn er problemen in overvloed binnen de sector waardoor ik nu voor een andere soort job zoek. Mijn oude werkgever is één van de beste firma’s binnen de dienstenchequesector, maar ook zij hebben de afgelopen tijd veel te veel fouten gemaakt, waardoor ik er persoonlijk zeer erg aan toe ben op financieel vlak.”

‘Mensen onderschatten de zwaarte van het werk’

“Wat de klanten vaak niet beseffen, is dat het loon zeer laag is voor het werk dat wij moeten verrichten. Ze kopen een cheque voor 9 euro, na aftrek is dat 7,5 euro, voor één uur huishoudelijke hulp. De dienstenchequebedrijven worden gesubsidieerd door de overheid en samen met wat de klanten betalen, maken ze bijna 26 euro winst per cheque. De klanten geloven dat dat volledig naar ons gaat. Dit door de verkeerde informatie die ze verkrijgen van het nieuws, op tv en andere kanalen. Maar dat is niet zo. Het minimumloon was bijna 13 euro, dankzij de indexering is het een beetje gestegen naar 13 euro, en na drie jaar stijgt dat nu naar 14 euro, maar dat is nog steeds niet genoeg. Als je je met een auto verplaatst, worden bijvoorbeeld parkeerkosten niet terugbetaald door onze werkgever. Dat komt allemaal uit je eigen zak.”

“Mensen onderschatten de zwaarte van het werk van dit beroep. We werken meestal in blokken van vier uur. Er zijn klanten die je geen tijd geven om een kleine pauze te nemen om iets te eten of te drinken. We hebben een zeer zware werkdruk, zeker nu dat alles duurder geworden is. Mensen zetten om de twee weken huishoudhulp in, in plaats van wekelijks. Soms switchen ze van vier naar drie uur, maar willen ze wel dat je hetzelfde werk doet als daarvoor. Zij willen besparen, maar wij kunnen dat niet bijbenen. Soms vragen ze ook aan ons om dingen te doen die we echt niet mogen doen, zoals auto’s wassen, ook al weten ze dat dat niet mag. Jammer genoeg zijn er vrouwen die niet weten wat ze wel en niet moeten doen.”

‘Wij zorgen ervoor dat mensen meer tijd hebben voor andere activiteiten’

Rosa Paz Vidal2 “Er is gewoon weinig respect voor ons werk, terwijl wij juist een heel belangrijke functie hebben. Wij zorgen ervoor dat mensen meer tijd hebben voor andere activiteiten. Maar veel  mensen zien ons als een dienst en niet als een mens.”

“Meer en meer zijn er ook mannen die het werk doen omdat het makkelijk te combineren is met andere activiteiten. Maar wanneer klanten zien dat een man aanbelt, vragen ze de man om weg te gaan omdat ze geloven dat mannen niet kunnen kuisen. Veel klanten beoordelen mensen op hun uiterlijk zonder hen een kans te geven. En dat is wel triest.”

“Er wordt op voorhand ook niet gecontroleerd waar we naartoe worden gestuurd. Wij krijgen een adres en dat is het. Doordat alvorens niet wordt gekeken waar we naartoe moeten gaan, hebben we soms niet het nodige materiaal om onze job te kunnen doen. Er bestaan geen infofiches van de klanten. Eender wie kan contact opnemen met een kantoor en huishoudhulp vragen. Als we een probleem melden, zoals pesten of grensoverschrijdend gedrag, geloven ze de klanten eerder dan ons. Ze sturen iemand anders naar de klant om te zien of er nog een probleem voorvalt.”

“We mogen bovendien geen zwarte lijst maken van klanten, want het zou een schending van hun privacy zijn. De ergste straf die ze kunnen krijgen, is een verbod om de diensten van de firma te gebruiken. Maar ze kunnen altijd naar een ander bedrijf bellen voor huishoudhulp en zo kunnen ze blijven doorgaan want er zijn aanzienlijk veel bedrijven.”

‘Prijs van cheque sinds ontstaan niet gestegen, terwijl bijna alles duurder is geworden’

“Er zijn firma’s die snel werknemers op ‘tijdelijke werkloosheid’ zetten of ze te laat betalen of op toegestane afwezigheid zetten, maar dat betekent dat ze niet betaald worden. Velen weten niet waar ze recht op hebben, omdat het niet duidelijk is waar je die informatie moet vinden. Vaak zijn het vrouwen met een migratieachtergrond. En daar profiteren bedrijven van.”

“De sector was ontstaan om zwartwerk te voorkomen. Maar zij die in het zwart werken, verdienen gemakkelijk 15 à 16 euro per uur. En dat is allemaal winst. De mensen die in de sector werken, hebben geen probleem met het werk zelf, maar de lonen zijn gewoon veel te laag, waardoor ze in financiële problemen geraken. Ikzelf zit in die situatie. De prijs van een cheque is sinds het ontstaan niet gestegen. Dat is wel gek als je erover nadenkt, want bijna alles is de voorbije 10 jaar duurder geworden. De werkgevers steken de fout op de regering. De regering zegt dat ze de prijs niet kunnen verhogen, want anders zullen mensen stoppen met het gebruiken van dienstencheques. Maar als er niets wordt gedaan, gaat de sector dood.”

Roswitha Gerbosch in de kinderopvangsector: ‘Als er geen opvang zou zijn, zou de helft van de ouders moeten stoppen met werken’

Roswitha Gerbosch Foto Screenshot Femma vzw“Ik heb nooit begrepen waarom de kinderopvangsector zo ondergewaardeerd wordt. Als er geen opvang zou zijn in België zou de helft van de ouders moeten stoppen met werken.”

“Sinds corona is het heel moeilijk binnen de kinderopvangsector. We vinden amper sollicitanten waardoor we een personeelstekort hebben. Veel mensen vallen uit door een burn-out en blijven weken weg. Als gevolg hiervan kunnen we de crèche soms maar voor de helft openen of moeten we het volledig sluiten.”

“Ik ben medeverantwoordelijk voor het selecteren van sollicitanten voor de stad Gent. Vroeger hielden we elke maand gedurende een volledige week selectierondes, waarbij we met twee of drie teams per dag zeven kandidaten zagen. Nu zijn we teruggebracht tot slechts één team en soms houden we na twee dagen van selecties maar één of twee geschikte kandidaten over.”

‘Stagiaires ontdekken dat ze wegens werkdruk niet in kinderopvang willen werken’

“Als we studenten hebben die stage volgen bij ons, maken ze al duidelijk dat ze nooit in de kinderopvangsector willen werken, omdat het veel te zwaar is. Volgens hen is hun enige taak het verschonen en naar bed brengen van kinderen, waardoor ze amper tijd hebben om ook activiteiten te organiseren.”

“Vroeger was het zo dat als een kind een schrammetje had opgelopen, je dit aan de ouders vertelde en dan was alles in orde. Tegenwoordig lijken ouders anders te reageren vanwege de vele horrorverhalen die in de media circuleren. Dus we zitten ook constant met die druk van ‘er mag niets gebeuren’.”

“We zien alleen maar negatieve aspecten in de media, terwijl er duizenden kinderbegeleiders zijn die hun werk met hart en ziel doen, maar daar wordt niets over gezegd. Het is jammer dat ouders hierdoor soms niet trots durven zijn op hun werk als kinderbegeleider en dit niet willen delen met hun kinderen.”

‘Investering van 115 miljoen extra zou slechts 1.000 euro voor onze crèche betekenen’

“Een paar maanden geleden werd besloten om 115 miljoen euro extra te investeren in de kinderopvangsector. Als deze fondsen gelijkmatig worden verdeeld onder alle Vlaamse kinderopvanginitiatieven, zou mijn crèche ongeveer 1.000 euro ontvangen. Met dat geld kunnen we slechts één stapelbed kopen. Het is daarmee dus zeker niet opgelost en mensen realiseren zich niet hoeveel kosten we moeten betalen.”

“We moeten kinderbegeleiders meer ademruimte geven. Er moet meer personeel worden aangenomen om de werklast te verlichten. Ik kan niet steeds aan mijn personeel vragen om overuren te draaien. De mentale druk om voortdurend te blijven werken en geen verlof te kunnen nemen, omdat er anders niet genoeg personeel is, moet verdwijnen.”

“Ik werk nu niet meer voltijds bij de kinderopvangsector. Ik voelde de laatste twee jaar dat ik enkel nog bezig was met het oplossen van problemen zoals het aanpakken van het personeelstekort. Terwijl ik ook graag samen met mijn team wilde nadenken over hoe we meer kunnen inzetten in de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen.”

Roswitha Gerbosch Foto Screenshot Femma vzw2

“De stad Gent heeft gekozen om sociale functies te ondersteunen en heeft de tarieven voor de kinderopvang berekend op basis van het inkomen van de ouders om het betaalbaar te houden voor gezinnen met een lager inkomen. Maar sommige opvangplaatsen kiezen ervoor om hogere prijzen te hanteren zodat er meer inkomsten worden gegenereerd, met als gevolg dat mensen met een lager inkomen sneller uit de boot vallen.”

‘Vrouwen hebben sneller de neiging om deeltijds te gaan werken voor de kinderen’

“Hoewel we ooit een mannelijke stagiaire hadden – die zeer gewaardeerd werd en het werk leuk vond – wilde hij niet in de sector blijven werken, vanwege het stigma dat de vaders de kostwinners zijn binnen het gezin. Bovendien waren er ook moeders die niet wilden dat een mannelijke kinderbegeleider de luiers van hun dochters verschoonde. Na een dialoog met de ouders veranderde zij van gedachten, maar er zijn nog steeds mensen die in hokjes denken.”

“Mensen zijn nog steeds erg gendergebonden in hun denken. Bij alles wat te maken heeft met kinderen, zorg en huishouden wordt er nog te snel geredeneerd in de functie van de vrouw. Het zou niet mogen uitmaken wat je gender is, zolang je je werk maar goed doet.”

“Vrouwen hebben sneller de neiging om deeltijds te gaan werken voor de kinderen, terwijl het niet enkel de moeders zijn die voor de kinderen kunnen zorgen.”

“Ik heb het geluk dat mijn kinderen zelfstandig zijn en dat mijn partner meehelpt met het huishouden, waardoor mijn werk draaglijker is geworden. Ik realiseer me echter dat niet iedereen dezelfde ondersteuning heeft, vooral niet de ouders die alleenstaand zijn.”

Jamila over onbetaalde zorg: ‘Volgens RVA zoek ik excuses om niet te werken’

“In het begin, toen mijn dochter geboren was, heb ik niet echt voor mezelf kunnen zorgen omdat ik in een depressie terecht kwam. Ik werkte als postbode maar moest dat opgeven omdat ik het nieuws kreeg dat mijn dochter een zorgenkind zou zijn. Tien jaar lang zocht ik naar hulp voor mijn dochtertje, maar het klikte nooit met de zorgverlener. En vanaf het begin had ik beslist dat mijn kind niet naar een kinderopvang zou gaan. Ik heb zelf ook in een kinderopvang gewerkt, dus ik weet hoe het daar is. Kijk maar naar het nieuws.”

Jamila Foto Screenshot Femma vzw

“Sinds ik werkloos ben, zit de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, red.) altijd op mijn hielen. Volgens hen zoek ik excuses om niet te werken, maar dat is helemaal niet zo. Ik ben naar het kantoor moeten gaan met mijn dochter, die toen in het gips zat, om aan te tonen dat ik wel degelijk voor mijn kind moet zorgen. Ik probeerde altijd naar werk te zoeken, maar het lukte gewoon niet. Mijn dochter moest vaak naar het ziekenhuis en ik moest erbij zijn. Soms moest ze daar een hele tijd blijven. Er was geen werkgever die dat accepteerde. Het was gewoon te moeilijk. Je kan niet elke keer afwezig zijn, want wie gaat dan die job van jou overnemen? Sommigen vinden dat een excuus en ze mogen dat gerust denken, maar dat is de waarheid.”

‘Er wordt gedacht dat voor een kind zorgen geen hard werk is, vergeleken met een fulltime job’

“Soms verwacht men veel te veel van een vrouw, terwijl een vrouw het al zwaar genoeg heeft, omdat ze voor heel veel zaken moet zorgen: voor het kind zorgen, eten maken, poetsen, de was … de lijst gaat maar door. Als moeder verwacht een kind heel veel van jou. De buitenwereld ziet dat niet. Voornamelijk mannen kunnen niet zien hoe zwaar het eigenlijk is voor de vrouw. Er wordt gedacht dat voor een kind zorgen geen hard werk is vergeleken met een fulltime job. Maar dat is het eigenlijk wel nu, we zijn gewoon 24 uur per dag en zeven dagen per week bezig. Als je kind ziek is, moet je er de hele dag en nacht voor zorgen. Als vrouw word ik daarnaast ook verwacht om voor mijn man te zorgen. Soms voelt het aan alsof hij mijn tweede kind is. Ze willen allebei aandacht. Mijn aandacht.”

“Mijn man helpt mij wel, maar hij werkt vijf dagen in de week. Dus alleen in de avonden, als dat kan, neemt hij het over. Maar mijn kind wil altijd eerst de mama. Ook al ligt mijn man op de bank, mijn dochter gaat eerst naar mij voor hulp. Ik probeer tegen haar te zeggen dat ik niet de hele tijd beschikbaar ben voor haar. Dat papa ook kan helpen. Maar elke keer als er iets gebeurt, is mama de eerste persoon die ze wil zien.”

“Een papa brengt het brood op de plank en de mama moet het bakken. Als je in de maatschappij kijkt, zie je dat een vrouw niet gewaardeerd wordt voor wat ze doet. In ons geloof (de islam, red.) zijn man en vrouw gelijk. Maar in de realiteit zie je dat de man boven de vrouw staat, kijk maar naar de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Ik vind de waardering tegenover de vrouw tegenwoordig niet te doen.”

‘Het zou iedere dag Vrouwendag moeten zijn’

“En dat zie ik echt niet veranderen in deze tijd. Hoe vaak vrouwen ervoor opkomen, toch zie je het zich iedere keer herhalen. De man komt bovenaan te staan. Ook al hebben we een Vrouwendag. Het zou iedere dag Vrouwendag moeten zijn, zodat vrouwen zich veiliger en meer gewaardeerd voelen. Vooral vrouwen die het moeilijk hebben zoals vrouwen met een zorgkind of ouders die het moeilijk hebben. Vrouwen in de mantelzorg. Er wordt daar heel weinig aandacht aan besteed. En daar moet dringend verandering in komen. Ik hoop dat er iets komt, maar ik heb er mijn twijfels bij. Ik wil niet negatief zijn, maar zoals ze zeggen: eerst zien, dan geloven.”

“Hoewel, sinds dat mijn dochter naar school gaat, begin ik steeds meer los te laten. Ik maak meer tijd vrij voor mezelf. Ik ga naar het winkelcentrum of drink een kopje koffie. Soms ga ik ook naar één plek  met een goed zicht op vliegtuigen en dan kijk ik naar de vliegtuigen die opstijgen of landen. Ik laat dan gewoon alles los. Altijd wel alleen, omdat ik geen vriendinnen heb. Daar heb ik ook geen nood aan. Als ik met iemand anders ben, dan krijg ik te veel prikkels. Maar in mijn eentje ben ik op mijn gemak. Het is dan een moment van kalmte voor mij. Ook in de avond, wanneer mijn dochter naar bed gaat, is een rustmoment voor mij. Ik probeer die momenten in te plannen.”

“Soms ga ik met mijn dochter op stap en proberen we er een leuke dag van te maken door samen iets te doen, zoals een koffietje drinken. Dat is juist het toffe aan een dochter hebben, zo’n mama-dochter-momenten die ook voor rust zorgen. Mijn dochter begrijpt mij zoals niemand anders. Ze staat altijd achter mij en is altijd bereid om te luisteren. Dat geeft ook een beetje rust. Maar een kind blijft een kind.”

Meer gelijke verdeling van zorg

Vandaag, op de Internationale Vrouwendag delen we de verhalen van deze drie ongelooflijk sterke vrouwen. Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet en ze zouden op het eerste zicht niet meteen een gemeenschappelijk gespreksonderwerp vinden: de drie vrouwen werken in totaal verschillende sectoren, wonen in andere steden en komen uit diverse contexten. Maar wanneer ze de feministische bril opzetten zien ze duidelijk een grote rode lijn die zich dwars door hun levens trekt.

Alle drie nemen ze zonder te verpinken zorg op: zorg voor hun werkgevers en collega’s, zorg voor hun familie en sociaal netwerk en misschien, als er tijd voor is, zelfs zorg voor zichzelf. Alle drie worden ze daar niet of veel te weinig voor betaald. Alle drie verdrinken ze in het werk dat nog geen twee jaar geleden door politici en burgers geprezen werd als “de meest essentiële arbeid”. Diezelfde essentiële arbeid is helaas pijlsnel opnieuw in de vergeetput gesukkeld. De Zorgcoalitie roept daarom op tot meer erkenning, waardering en een meer gelijke verdeling van zorg. Via deze link vind je onze gezamenlijke visie op on- en onderbetaalde zorgarbeid.

De Zorgcoalitie bestaat uit: Furia, Femma, ACV Puls, ACV Voeding en Diensten, ACV gender

Ondertekenaars:

Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV openbare diensten, ACV, ABVV en ACLVB.

Dit artikel verscheen op 8 maart 2023 op DeWereldMorgen.

Pagina 5 van 21

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart