Een onderschat probleem
Online gendergerelateerd geweld is een ernstig groeiend probleem in onze samenleving. Zo had één op honderd Belgen al af te rekenen met wraakporno of het zonder toestemming verspreiden van seksueel getinte beelden[1]. Dat zijn 70.000 gevallen. Vrouwen worden vijf keer zo vaak onder druk gezet om een naaktfoto te maken of laten maken. Ze krijgen ook twee keer zo vaak ongewenste naaktbeelden toegestuurd. Bij de helft is de ex-partner de dader. Maar één op zes doet aangifte bij de politie en één op drie zoekt bij niemand hulp. Hoewel uit ervaringen blijkt dat online seksueel geweld vaak even schadelijk en impactvol is als klassiek seksueel geweld, wordt dit type geweld systematisch onderschat en onderbelicht.
Het is belangrijk om de gender- én intersectionele dimensie van online geweld te erkennen. Onderzoek toont aan dat vooral vrouwen met een migratieachtergrond, jongeren, vrouwen die zich mengen in het publieke debat en LGBTQIA+-personen extra kwetsbaar zijn voor deze vormen van geweld. Zo meldt 3 op de 4 transgender of non-binaire personen slachtoffer te zijn geweest van online intimidatie[2]. Cyberpesten, online seksuele intimidatie en wraakporno zijn uitingen van zowel seksisme als gendergerelateerd geweld en moeten als dusdanig erkend en bestreden worden.
Aanbevelingen
- Hoog inzetten op informeren en sensibiliseren
- Afzonderlijke registratie
- Versterken van wetgeving
- Aanpakken van daders
- Multidisciplinaire ondersteuning van slachtoffers
1. Hoog inzetten op informeren en sensibiliseren
Onze samenleving kampt met een sterke miskenning van de ernst en de omvang van online gendergerelateerd geweld. Er is nood aan een effectieve algehele sensibilisering over deze problematiek. Furia vraagt dan ook om een grootschalige informatiecampagne voor het brede publiek.
Een groot probleem is de stigmatisering van slachtoffers van online seksueel geweld. Slachtoffers worden niet serieus genomen en krijgen vaak zelf de schuld voor wat hen is overkomen. Internalisering van deze zogeheten ‘victimblaming’[3] belemmert slachtoffers om zich uit te spreken, aangifte te doen of hulp te zoeken. Het is belangrijk dat mensen zich meer bewust worden van deze processen van stigmatisering en leren beseffen dat de schuld niet bij hen zelf ligt maar bij de geweldpleger. Concreet zou het van jongs af aan aanbieden van weerbaarheidstrainingen voor sociale media, waarbij mensen geweld leren herkennen en benoemen, een oplossing kunnen zijn.
Als slachtoffers wel aangifte doen, wordt hun ervaring vaak gebagatelliseerd door politie en justitie. En ook hier zien we dat praktijken van ‘victimblaming’ de effectieve bestrijding van online gendergerelateerd geweld saboteren. Een grote factor in ‘victimblaming’ is een gebrek aan kennis en onwetendheid. Het is daarom van belang om standaard een gespecialiseerde zedeninspecteur bij het verhoor van aangiftes van online gendergerelateerd geweld aanwezig te laten zijn. Naast deze gestandaardiseerde procedure is er nood aan een specifieke sensibilisering en bewustwording bij politie en justitie over deze problematiek.
Hoog inzetten op informeren en sensibiliseren
|
2. Afzonderlijke registratie
De afgelopen jaren zijn er belangrijke veranderingen doorgevoerd in de wetgeving zoals de zogeheten ‘wraakporno’-wet in 2020, de verruiming van de strafbare categorieën voor online seksueel geweld in het nieuwe Strafwetboek en meer handvatten voor politie en justitie voor de opsporing. Er ontbreekt evenwel een helder beeld over de doeltreffendheid van deze wetten. Momenteel zijn er immers geen duidelijke statistieken beschikbaar over het aantal klachten en de effectieve vervolging van de diverse vormen van online gendergerelateerd geweld.
Binnen het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) worden enkel klachten van slachtoffers van het niet-consensueel versturen van intieme beelden (wraakporno) verzameld. Politiecijfers registreren weliswaar digitaal geweld en online zedenmisdrijven, maar er bestaat geen specifieke categorie voor online gendergerelateerd geweld. Dat zorgt voor een beperkt beeld over de omvang en de verschillende vormen van online gendergerelateerd geweld. Bovendien blijft op die manier de sterke genderdimensie van online (seksueel) geweld onzichtbaar wat de effectieve bestrijding van dit fenomeen belemmert. Daarom moet er een specifieke registratie komen voor de verschillende vormen van online gendergerelateerd, zowel op politioneel als justitieel niveau.
Afzonderlijke registratie
|
3. Versterken van wetgeving
Afzonderlijke registratie is ook noodzakelijk om de effectiviteit van de huidige wetten te kunnen evalueren. Technologie evolueert razendsnel zoals bijvoorbeeld de opkomst van deepfake. Dat impliceert permanente waakzaamheid om de strafwetgeving up to date te houden om zo nieuwe vormen van online gendergerelateerd geweld effectief te bestrijden.
Versterken van wetgeving
|
4. Daders aanpakken
Daders zijn zich er vaak niet of onvoldoende van bewust dat het verspreiden van seksueel getinte beelden zonder toestemming strafbaar is. Net zoals bijvoorbeeld online seksuele chantage, oproepen tot geweld, haatspraak… In de virtuele ruimte geldt naast de specifieke wetgeving over online geweld immers ook de bestaande wetgeving over gendergerelateerd geweld. Sensibilisering van daders hierover is broodnodig.
Bovendien is net zoals in de publieke ruimte online gendergerelateerd geweld nauw verbonden met seksisme, racisme, homo- en transfobie… Online gendergerelateerd geweld adequaat aanpakken, staat dan ook niet los van de bredere strijd tegen discriminatie en machtsongelijkheden op basis van sekse, etniciteit, validiteit, seksuele voorkeur, genderidentiteit…
Ook secundaire daders zijn strafbaar als ze beelden zonder toestemming bekijken en verder delen, op de kar springen bij haatcampagnes… Hier geldt evenwel quasi straffeloosheid terwijl juist deze groep, door het keer op keer delen van de ongewenste beelden en berichten het slachtofferschap in stand houdt. Om deze problematiek te bestrijden, moet de mogelijkheid onderzocht worden van strafbaarstelling van non-consensueel bezit van intieme beelden.
Ook online platforms kunnen een rol spelen bij het aanpakken van deze straffeloosheid. Momenteel verplicht Europese wetgeving providers om verantwoording af te leggen voor illegale inhoud die wordt aangeboden op hun platforms. Maar veel social media bedrijven zijn zich nog niet genoeg bewust van de problematiek van online gendergerelateerd geweld. Het is belangrijk dat er meer druk wordt gezet op online platforms om pro-actief op te treden wanneer het gaat over online gendergerelateerd en seksueel geweld. Ook moet er gekeken worden naar effectieve manieren om verspreiding van non-consensuele beelden binnen privé-groepen en geëncrypteerde diensten, zoals Whatsapp, tegen te gaan.
Daders aanpakken
|
5. Multidisciplinaire ondersteuning van slachtoffers
Online geweld heeft ernstige gevolgen. Slachtoffers kampen met schadelijke psychologische gevolgen zoals gevoelens van angst, onzekerheid en schaamte. Ook ondervinden de slachtoffers vaak sociale problemen. Zo kampen zij met sociale uitsluiting, langdurige reputatieschade en (onherstelbaar) beschadigde interpersoonlijke relaties. Het kan ook leiden tot job verlies met alle financiële gevolgen van dien. De grote impact van gendergerelateerd geweld wordt systematisch onderschat. Sensibilisering hierover van alle betrokken actoren is nodig.
Sinds 2020 kunnen slachtoffers van online seksueel geweld terecht bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) voor juridische bijstand. Echter, deze slachtoffers kunnen nergens terecht voor psychologische ondersteuning. Het psychologisch en sociaal trauma van slachtoffers van wraakporno en andere vormen van online gendergerelateerd geweld moet worden erkend. Er moet onderzocht worden of bestaande structuren voor opvang en begeleiding van slachtoffers van gendergerelateerd geweld zoals de Family Justice Centers en de Zorgcentra na Seksueel Geweld een rol kunnen spelen in het bijstaan van slachtoffers van gendergerelateerd online geweld.
Multidisciplinaire ondersteuning slachtoffers
|
Wat te doen als slachtoffer?
- Het is niet jouw schuld. Jij hebt niks verkeerds gedaan.
- Zoek steun bij familie, vrienden of een vertrouwenspersoon. Je kan ook contact opnemen met de gratis hulplijn 1712 voor alle vormen van geweld, ook online geweld. Je kan anoniem bellen, mailen of chatten met een professionele hulpverlener.
- Doe aangifte bij de politie. Verzamel vooraf bewijsmateriaal: Neem o.a. screenshots van chatgesprekken, apps, websites...
- Werd je slachtoffer van digitaal seksueel geweld? Dan kan het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) je informatie geven, helpen bij het verwijderen van beelden en juridisch bijstaan. Ben je minderjarig? Dan kan je terecht bij Child Focus op 116 000.
- Het Instituut heeft een handleiding waarin uitgelegd wordt hoe je zelf beelden kan rapporteren aan onlineplatformen om ze te verwijderen en verdere verspreiding te voorkomen via deze link.
[1] Van Hove, H., Wraakporno, online seksuele intimidatie en andere vormen van cyperpesten. IGVM, 2022, 22-24.
[2] Van Hove, 15.
[3] Van Hove, 28 en 33; https://www.mediawijs.be/nl/artikels/wat-victim-blaming