Team
Furia

Furia

Als geen ander heeft de feministische beweging bijgedragen tot de evolutie van het begrip gezin. Ook nu blijven feministen het beleid aansporen om mensen niet te beperken in hun keuzevrijheid op het gebied van relaties en samenlevingsvormen. De realiteit is divers, en onze wetgeving loopt achter.

Greet Ramon: In de straat waar ik woon, werd een huis opgedeeld in drie appartementen. Blijkt nu dat dit een bouwovertreding is: onze straat is blijkbaar ingetekend als gebied voor eengezinswoningen. Eengezinswoningen zijn op sommige plaatsen de standaard voor ruimtelijke ordening. Of hoe een bouwovertreding illustreert dat ons ruimtelijk ordeningsbeleid, en bij uitbreiding onze wetgeving en ons beleid in het algemeen, impliciet of expliciet nog steeds van het vertrouwde kerngezin vertrekt. Het belang van het kind zou bij de keuze voor die samenlevingsvorm vooropstaan.

Als feministische beweging stellen wij ons bij Furia (het vroegere Vrouwen Overleg Komitee) daar vragen bij (zie ook getuigenis). Wij zien het gezin als een netwerk van mensen die zorgen voor en geven om elkaar, of ze nu biologisch verwant zijn aan elkaar of niet. Daarom pleiten we ook dat er meer vormen van ouderlijk gezag erkend zouden worden dan alleen of vooral die op afstamming is gebaseerd. En we pleiten ook voor de erkenning van meer relatievormen. De huidige situatie zorgt immers voor talloze knelpunten in de dagelijkse realiteit van vrouwen en mannen. Vandaag bestaan er heel wat andere relatie- en samenlevingsvormen: nieuw samengestelde en eenoudergezinnen, holebikoppels, vrienden of verwanten die samenhuizen, een kind opvoeden samen met de biologische vader zonder met hem een partnerrelatie te hebben, relaties met meer dan twee, met of zonder (biologische) kinderen. Ook het aantal alleenwonenden is historisch hoog.

Tot op zekere hoogte volgt het beleid deze evoluties: holebi’s kregen toegang tot het huwelijk en tot adoptie, lesbische meemoeders stuiten niet langer op discriminatie bij het creëren van een juridische band met hun kind, echtscheiding werd makkelijker, enkele gemeentes proberen voorzichtig om cohousing-initiatieven te ondersteunen, en er staat een hervorming van het burgerlijk recht op stapel.

Barrières en vooroordelen

Toch stuiten mensen die op een niet-traditionele manier leven, nog steeds op verrassend veel barrières en/of vooroordelen. Tijdens de Vrouwendagen van 2015 en 2016 getuigden vrouwen over de talloze knelpunten waarmee ze te maken krijgen: de puzzel met het domicilieadres bij co-ouderschap, stedenbouwkundige voorschriften die cohousing bemoeilijken, de onmogelijkheid om in een polyamoureuze relatie een juridische band te creëren met meer dan één partner, moeilijkheden bij het juridisch erkennen van niet-biologische kinderen. Wie een kinderwens heeft en niet in een relatie zit, kan bij een fertiliteitscentrum werken met sperma van een onbekende of bekende donor (lees: partner), maar niet met dat van een vriend die geen partner is. En het statuut van samenwonende in de sociale zekerheid beperkt de vrijheid om al dan niet samen te wonen, en is niet afgestemd op bijvoorbeeld cohousing.

Dit is maar een eerste greep concrete knelpunten die we putten uit getuigenissen en literatuuronderzoek. In samenwerking met middenveldorganisaties met expertise ter zake willen we een inventaris opstellen van beleidsmaatregelen om die knelpunten weg te werken.

Daarnaast zijn we een visietekst aan het ontwikkelen over relatie- en samenleefvormen vanuit feministisch perspectief. De keuzes die mensen al dan niet maken inzake wonen, relaties, samenleven … staan niet los van maatschappelijke ordeningsprincipes. Gender speelt dus een rol, net als etniciteit, sociale klasse, en seksuele voorkeur. Furia wil de impact van gender en de kruispunten met andere machtsassen zoals sociaaleconomische positie, etniciteit, seksuele oriëntatie en seksuele voorkeur, genderexpressie, leeftijd, en beperkingen, op dit terrein analyseren.

Ongewenst samenwonen

Om een voorbeeld te geven: het lijkt ons plausibel dat vrouwen door hun gemiddeld zwakkere sociaaleconomische positie vaker in een situatie zitten van ongewenst samenwonen dan mannen. Door vaker deeltijds te werken wat dan weer voortvloeit uit verwachtingen omtrent zorg, en tekort aan betaalbare voorzieningen verdienen ze vaak te weinig om financieel op eigen benen te staan. Dat maakt hen afhankelijk van een partner die de rest van het inkomen binnenbrengt, ook als ze die relatie liever zouden verlaten. Vrouwen uit etnisch-culturele minderheden en vrouwen met een beperking zijn extra kwetsbaar, omdat hun financiële afhankelijkheid vaak extra groot is. Het is bijzonder schrijnend dat het beleid bijdraagt aan deze mechanismen via het statuut van samenwonende in de werkloosheid, dat vooral vrouwen treft met een lage uitkering. Dat kan trouwens ook leiden tot een situatie van ongewenst alleen wonen: een werkloze vrouw durft bijvoorbeeld niet te gaan samenwonen met haar geliefde, omdat ze vreest dan een deel van haar uitkering te verliezen.

Vanuit feministisch perspectief kijken we niet alleen naar machtsverhoudingen die vrouwen (en mannen) met verschillende achtergronden beperken in hun keuzevrijheid. Feminisme stelde het concept relatie in vraag, en experimenteerde en experimenteert ermee. Dit leidde op zijn beurt tot experimenten met collectieve voorzieningen, gedeeld wonen en alternatieve samenleefvormen. Furia hoopt van hieruit het gezinsbeleid te inspireren om aanvullend te werken op ecologische, sociale en/of economische argumenten voor anders wonen.

Getuigenis uit het boek: Ons gezin is een ‘work in progress’

Ik heb samen met mijn ex-partner drie kinderen van 2, 4 en 6 jaar. We wonen samen in een cohousingproject, maar hebben elk een eigen unit. Mijn ex is de voornaamste zorgfiguur van twee kinderen die zij op de wereld zette. Ik ben de primaire zorgfiguur voor mijn biologische kindje. De term ‘biologisch’ gebruik ik hierbij niet als een hiërarchisch criterium, maar gewoon voor de duidelijkheid. Het samenleven loopt door elkaar, maar twee van de kindjes hebben hun slaapkamers dus bij mijn ex, en eentje bij mij. We beschouwen onszelf als een samensmelting van twee gezinnen en benoemen onszelf allebei als ouder van de drie kinderen. De kinderen doen dat ook, en zien zichzelf als broertjes en zusjes, terwijl ze dat biologisch niet zijn.

In het gezin van mijn ex hebben de twee kinderen nog een extra zorgfiguur, hun biologische vader. Hij woont ook in het project en is hun wettelijke en feitelijke ouder, zelfs als hij minder zorgtaken opneemt dan ik. Het derde kindje heeft een bekende donor, die geen ouderrol heeft. Mijn ex wordt mogelijk nog de tweede wettelijke ouder. Als ouders verdelen we de zorgtaken onder elkaar. Die verdeling kan variëren door de tijd heen, en gebeurt los van wettelijk of biologisch ouderschap.

We zijn nog steeds wat op zoek naar hoe ons ‘co-gezin’ vorm te geven, los van het traditionele kerngezin. Momenteel is mijn ex in het buitenland met de twee kinderen waar zij de primaire zorgfiguur voor is. Daardoor zijn we nu meer twee echt aparte gezinnen, ook al gaan we elke maand een week op bezoek om het samenleven als één gezin toch niet helemaal te verliezen. Sinds kort heb ik een nieuwe relatie, en misschien komen daar nog andere bij – ik ben polyamoor. Ook mijn ex staat open voor een nieuwe partner. Dat zal waarschijnlijk een effect hebben op de gezinsverhoudingen, al weten we nog niet op welke manier. Ons samengesteld gezin is als zovele een work in progress.

De vormt varieert naargelang de omstandigheden en noden: soms overlappen de twee gezinnen elkaar bijna volledig, soms is de doorsnede klein. Zo’n vloeibaarheid is moeilijk in woorden uit te drukken en aan de buitenwereld uit te leggen. We blijven praten, en verliezen de belangen van de kinderen niet uit het oog. Ouderschap is een engagement. Ik blijf ouder, ongeacht waar de kinderen wonen of wie er nog meer voor hen zorgt.

In de feiten ben ik dus ouder van twee kinderen die noch juridisch, noch biologisch ‘mijn’ kinderen zijn. Deze situatie wringt op tal van vlakken met wettelijke en andere rechten en plichten. Zo is de erkenning van het feitelijke ouderschap volledig afhankelijk van het vertrouwen van de wettelijke ouders, en van de goodwill van allerlei instanties zoals mijn werkgever en de school. Onze drie kinderen zijn dankzij het begrip van de schooldirectie ingeschreven als broers en zussen, terwijl ze dat juridisch gezien niet zijn. We hebben ook geen rechten noch plichten die samenhangen met afstammingsrecht. Voor mijn twee niet-biologische kinderen wil dat zeggen dat zij als ‘vreemden’ niet automatisch van mij kunnen erven en dat ik mijn nalatenschap per testament zal moeten regelen, met een hoog belastingtarief (45 à 65 procent) tot gevolg. Voor ouderschapsverlof bestaat ook geen wettelijk kader. Bij ziekte, maar ook bij de geboorte van een kind hang je volledig af van de goodwill van je werkgever (en van je financiële toestand) om onbetaald verlof te mogen nemen. Bovendien misloop je allerlei financiële voordelen. Zo ontvang je een lagere kinderbijslag, krijg je geen voordelige dagprijs voor meerdere kinderen in opvang en geen korting voor grote gezinnen.

De starre interpretatie van het concept ‘gezin’ door onze overheden stelt ons dagelijks voor problemen. Dit is niet in het belang van het gezin, en zeker niet van het kind.

Dit was een stuk (p. 264-266) uit het boek 'Het gezin in Vlaanderen 2.0. Over het eigene van gezinnen en gezinsbeleid' met redactie door Dirk Luyten, Hans Van Crombrugge & Kathleen Emmery. Uitgave bij Garant, door medewerkers van het HIG (Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen).

Het boek kunt u hier verkrijgen.

Abortusactiviste en oud-Furia-lid Lucie Van Crombrugghe is op 16 mei overleden. Lucie was een erg gedreven feministische activiste die consequent het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen centraal stelde. Ze maakte haar levenswerk van de strijd voor “baas in eigen buik” en voerde actie om abortus uit het strafrecht te halen.

Lucie was een thuiswerkende moeder tot ze in contact kwam met het Vrouwen Overleg Komitee (vandaag Furia) en de Vrouwendag. De slogan van de Vrouwendag van 1978 deed haar activisme ontbranden: De hand die de wieg beweegt, beweegt de wereld niet. Daarna werd ze lid van het Vrouwen Overleg Komitee en Dolle Mina in Gent. Ze engageerde zich in het Kollektief Anticonceptie dat in een gesloten huis in Gent illegaal abortussen uitvoerde. In 1983 ging ze er als consulent aan de slag.

Lucie staakte haar strijd niet toen in 1990 het wetsvoorstel Herman-Michielsen wet werd. Deze wet stelde het beslissingsrecht van vrouwen centraal. Die overwinning was te danken aan de niet-aflatende actie van gedreven feministes als Lucie. Maar toch was en is de strijd nog niet helemaal gestreden: abortus staat nog altijd in het strafrecht en de wet heeft nog heel wat tekortkomingen. Lucie bleef zich inzetten om die weg te werken.

Voor haar volgehouden strijd voor het recht op abortus kreeg ze twee jaar geleden een eredoctoraat aan de VUB dat ze onder grote belangstelling en tot vreugde van haar mede-feministes in ontvangst mocht nemen.

Lucie was niet alleen een onvermoeibare activiste, die zich ook met volle overtuiging bij de PVDA engageerde, ze was ook een uiterst beminnelijke persoonlijkheid met een open geest. Wij zullen haar missen.

Furia betuigt haar medeleven aan familie, vrienden en mede-activisten.

15 mei 2017 om 17u22

Abortusplatform

Het recht op abortus blijft een internationale bezorgdheid. Vanuit de strijd om zelfbeschikkingsrecht maakt Furia deel uit van het platform Abortion Right. Dit platform verenigt Nederlandstalige en Franstalige organisaties in de strijd om abortus uit het strafrecht te halen en de toegankelijkheid van abortuscentra te vrijwaren. De werkbaarheid van de procedure en goede begeleiding van vrouwen zijn zaken die ons ter harte gaan. Aandacht gaat ook naar het ontsluiten van informatie, sensibilisering en de kwaliteit van seksuele voorlichting in het schoolse curriculum als overheidsopdracht in kader van de algemene gezondheid.

http://www.abortionright.eu/ 

Wil je het standpunt van Furia over abortus bekijken? Dat kan je hier vinden!
Ook deze opiniestukken rond abortus zullen je interesseren:

Furia steunt de protestmars tegen het beleid van Trump en zijn Europese evenknieën en strijdt voor concrete alternatieven die het verschil maken zoals collectieve arbeidsduurverkorting als antwoord op de afbraakpolitiek. Om 17u verzamelen aan Brussel-Noord

Praktisch

17u  verzamelen @Brussel-Noord
       speeches met o.a. Standing Rock activists
18u  Protestmars
20u  Concert met Jaune Toujours en Orchestre International du Vetex

Meer info over de route vind je hier. 

02 mei 2017 om 13u36

Grote Parade 2017

 

Op zondag 7 mei verzamelt Hart boven hard in Brussel om de langste tafel ooit te bouwen. Omdat het nodig is. Wie het nieuws volgt, stelt vast dat er heel wat scheefgroeit. Furia verwerpt het asociale besparingsbeleid dat vrouwen harder raakt. Discriminatie op grond van religie zorgt ervoor dat moslima's nog meer getroffen worden.Tijd voor een beleid dat investeert in een solidaire en duurzame samenleving. Furia pleit voor herverdeling van betaald en onbetaald werk via collectieve arbeidsduurverkorting en praktijktesten. Daarom klopt Furia letterlijk mee op tafel. Er moet voor iedereen plaats zijn aan tafel ongeacht geslacht, religie, huidskleur of wat voor achtergrond ook. We steunen elkaars strijd en tonen de kracht van delen. Tot zondag in Brussel? Meer info: HIER.

19 april 2017 om 17u37

Franne Mullens

Op 11 oktober 2016 vervelde het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) tot Furia. Exact één maand later organiseerde de herboren vrouwenbeweging haar 45ste Vrouwendag, ditmaal in Antwerpen. In maart 2017 gaf Els Flour het voorzitterschap door aan 2 nieuwe co-voorzitters: Iris Verschaeve en Merel Terlien. Niet toevallig twee jonge vrouwen.

Iris is 32. Ze noemt zichzelf een buikfeministe, werkt in de natuur- en milieusector en heeft een grote voorliefde voor Latijns-Amerika. Vastbesloten om iets meer met dat buikfeminisme te doen, sloot ze zich enkele jaren geleden aan bij Furia. Het voorbije anderhalf jaar ging ze samen met de leden op zoek naar een nieuwe naam voor het VOK en de daarbij horende communicatie-uitdagingen. Nu is ze klaar voor haar volgende Furia-avontuur.

Merel is een gepassioneerde 29-jarige feministe. Ze werkte tot voor kort bij ella vzw, kenniscentrum rond gender en etniciteit. Het is één van haar voornaamste inspiratie- en krachtbronnen in haar persoonlijke en professionele leven. Merel is geboren in Nederland en woont sinds 2011 in België. In datzelfde jaar sloot ze zich aan bij Furia.

Waarom een duo-voorzitterschap, Merel?
De bestaande bestuursstructuren dateren uit het verleden. Vrouwen nemen nog altijd het leeuwendeel van de onbetaalde zorgarbeid op zich. Het is voor hen niet evident om daarnaast een vrijwillig bestuursengagement op te nemen. Zij zijn vaak al dubbel belast. Wij willen tonen dat het anders kan, bijvoorbeeld met twee, al ijveren we daarnaast voor structurele veranderingen. Een voorbeeld daarvan is arbeidsduurverkorting met loonbehoud. Het kunnen opnemen van bestuurswerk is nog altijd een privilege. Er zijn veel dingen waar ik mij voor zou kunnen engageren. Ik kies heel bewust voor Furia. Als feminisme niet op de sociale agenda staat ben je er zeker van dat oude (machts)mechanismen zich zullen reproduceren.

Hoe zit dat voor jou Iris?
Had je mij 2 jaar geleden gezegd dat ik co-voorzitter van Furia zou worden binnen afzienbare tijd, dan had ik eens goed gelachen. Mijn engagement binnen Furia is op enkele jaren tijd groot geworden, maar dan ook enkel omdat ik dit samen kon doen met andere gemotiveerde feministes. Het voorzitterschap klonk uitdagend, maar moest ook nog leuk blijven. Ik ben ervan overtuigd dat vrijwilligerswerk bovenal ook nog altijd met goesting moet zijn. Net daarom was een co-voorzitterschap voor ons de ideale oplossing: elkaar aanvullen, de heavy load verdelen en in volle dynamiek een sprong wagen.

Iris, sinds hoe lang noem jij jezelf al feministe? Waarom is feminisme zo belangrijk voor jou?
Eerlijk? Sinds Furia.  Door in deze groep actief te zijn ben ik in contact gekomen met enorm interessante en strijdvaardige vrouwen. Voor mij was dit echt aan den lijve ondervinden dat het persoonlijke politiek wordt. Een groot onrechtvaardigheidsgevoel zat er bij mij al van jongs af aan in. Ondanks het feit dat ik er naar handelde, bleef ik op mijn honger zitten. De link naar feminisme zorgde voor een kader en geeft me tools en kracht om voortdurend vragen te stellen bij bestaande machtsverhoudingen. Het geeft ongelofelijk veel energie om je via het feminisme verbonden te voelen met andere vrouwen van verschillende generaties in gelijkaardige strijd. Nu ik mezelf meer identificeer met feminisme, zie ik dat er altijd een feministe was in mij, alleen had die zichzelf nog geen naam gegeven.

Welke vrouw of feministe inspireert jou, Merel?
Ik noem mezelf een feministe sinds mijn 17de. Ik was op een jongerenreis waar ik een feministe van de andere kant van het land ontmoette met wie ik jarenlang hecht bevriend zou blijven. Zij heeft mij enorm geïnspireerd. Ik had een soulmate en was vertrokken.
Als jonge studente was ik begeesterd door de colleges van Maayke Botman en Gloria Wekker over de 'black women's movement' en kruispuntdenken. Afro-Amerikaanse feministes als bell hooks voelden zich niet thuis binnen zowel de vrouwenbeweging als de antiracismebeweging. De vrouwenbeweging hield zich enkel bezig met gender en richtte zich hoofdzakelijk op de ongelijke positie van witte (middenklasse) vrouwen. De antiracismebeweging hield zich dan weer vooral bezig met etniciteit en vergat gender meestal. Beide bewegingen hadden amper oog voor de positie van zwarte vrouwen. Nochtans hadden, en hebben, zij vaak te maken met meervoudige discriminatie. Bell hooks formuleert kritiek en ontwikkelt alternatieven vanuit een doorleefde ervaring. Uit noodzaak. To be able to breathe.

Hoe krijgt jouw feminisme dagdagelijks vorm, Iris?
Mijn feminisme krijgt vorm in de dagelijkse dingen die ik bevraag en de stereotypen die ik onderuit haal. Door met een feministische bril in het leven te staan, merk ik dat ik minder stereotiep denk en meer kijk naar de kwaliteiten en capaciteiten van mensen, ongeacht hun sekse of gender. Ik laat me niet meer leiden door scripts en rolpatronen (of ik ben daar toch op mijn hoede voor). Wat eigenlijk nog frappanter is, is hoe mijn vrienden en familie zelf meer oog hebben voor seksisme en discriminatie, en mij daar dan op attent maken. Nu ik uit de kast ben gekomen als feministe, denkt mijn omgeving mee. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Het belang van keuzevrijheid, zonder solidariteit uit het oog te verliezen, vind ik uitermate belangrijk.

Merel, wat maakt dat jij je zo thuis voelt bij het Furia-feminisme?
Heb je even? [lacht] Het feminisme van Furia vertrekt vanuit een kruispuntperspectief dat niet alleen oog heeft voor gender, maar tegelijkertijd voor andere centrale sociale assen die mee onze positie bepalen zoals etniciteit, klasse, religie/levensbeschouwing en seksuele oriëntatie. Furia heeft altijd oog voor de posities van kwetsbare, gemarginaliseerde groepen. Voor minderheden binnen minderheden. Tegelijkertijd kijkt het ook naar boven - heeft het oog voor privileges en machtsongelijkheden. Het Furia-feminisme is kritisch, ook voor zichzelf. Voor Furia bestaat er niet één feminisme maar meerdere feminismes. Wat ik ook heel waardevol vind, is dat Furia zoveel mogelijk vertrekt vanuit de real-life ervaringen van vrouwen (v/x). Daarnaast vind ik Furia gewoon een heel aangename organisatie. Een fijne, veilige en inspirerende plek.

Wat zijn volgens jullie prioriteiten voor de Vlaamse vrouwenbeweging?
Er is veel racisme en islamofobie. Met name moslima’s hebben het zwaar als ‘zichtbare’ Anderen. De recente uitspraak van het Europees Hof legitimeert werkgevers die om ‘neutraliteitsredenen’ werknemers (v/m/x) ontslaan. Het is duidelijk wie slachtoffer zal zijn van deze uitspraak. Christenen en vrijzinnigen - de meerderheid - gaan gemakkelijk door als ‘neutraal’. Furia zal het recht op werk blijven verdedigen.

De strijd voor vrouwenrechten wordt daarnaast al te gemakkelijk geïnstrumentaliseerd voor een racistische of xenofobe agenda. Een voorbeeld daarvan is het incident in Keulen, ruim een jaar geleden. Wij vinden het belangrijk dat de strijd voor vrouwenrechten oprecht, feministisch én anti-racistisch is.

Een andere grote bezorgdheid zijn de recente sociaal-economische maatregelen van de federale regering die vrouwen disproportioneel hard raken. Furia blijft zich met hand en tand verzetten tegen de inperking van de IGU-uitkering voor onvrijwillig deeltijds werkenden, dit zijn vooral vrouwen tewerkgesteld in de schoonmaaksector en warenhuizen. Vrouwen die voltijds beschikbaar moeten zijn maar nooit 100% betaald kunnen werken. Voor hen is het onmogelijk om een tweede halftijdse baan aan te nemen. Die maatregel blijkt trouwens financieel nauwelijks iets op te leveren voor de overheid.

Het is voelbaar dat feminisme opnieuw leeft. De verkiezing van iemand als Trump heeft vrouwen (en mannen) wakker geschud aan beide kanten van de grote plas. Dat geeft ons hoop, want het is hard nodig. Feminisme is soms modieus en oppervlakkig geworden, geclaimd door sterke vrouwen die het feminisme vooral als iets individueels en commercieels zien. Furia wil erop blijven hameren dat het een ons-verhaal is, en dat feminisme een bedreiging moet zijn, in plaats van een catchy quote. Wij willen diepgaande verandering, en dat is nu eenmaal niet aaibaar maar wel hard nodig als we willen gaan voor een solidaire samenleving.

Furia is een Nederlandstalige feministische denktank en actiegroep die ijvert voor een meer gelijke en solidaire samenleving. Furia heeft haar wortels in de tweede feministische golf. Bij Furia ontmoetten feministes elkaar over de zuilen heen. Vandaag de dag is Furia nog steeds dé pluralistische thuishaven van kritische, individuele feministes. Furia organiseert in samenwerking met een lokaal platform jaarlijks de nationale Vrouwendag op 11 november. Daarnaast prikkelt ze het publieke debat met eigenzinnige analyses en voorstellen en zet ze haar schouders onder kleinere feministische activiteiten voor leden en het grote publiek. Het kloppend hart van Furia is gevestigd in het Brusselse Amazonegebouw waar de leden maandelijks samenkomen om te discussiëren.

www.furiavzw.be

‘Laten we het dus even over dat vertrouwen hebben. Wie moet er precies wie vertrouwen?’ Een dringende vraag van Sarah Scheepers naar aanleiding van het ontslag van Rachida Lamrabet bij Unia.

Op 22 maart kwam Rachida Lamrabet in het oog van de storm terecht, meer bepaald de oorlog tussen de NVA en Unia. Buiten haar functie als juriste gaf ze als auteur en filmmaker een interview in Knack over haar artistieke werk. Daarin verdedigt zij het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over hun eigen lichaam en hun keuzevrijheid om dat al dan niet te bedekken. Een standpunt dat overigens gedeeld wordt door meerdere vrouwen, middenveldorganisaties en mensenrechtenexperts/academici.

Het probleem is niet de mening of de individuele persoon van mevrouw Lamrabet, zoveel is duidelijk. Zij dient waarvoor anderen voor haar al dienden: om te tonen wie er baas is, en wie moet gehoorzamen.

Op de vooravond van 3 april werd dan bevestigd wat velen vreesden: Rachida Lamrabet is niet langer juriste bij UNIA. Het is tot een “vertrouwensbreuk” gekomen, zo lezen we in de pers. Net zoals het ook al tot een vertrouwensbreuk kwam tussen Alona Lyubayeva en de Vlaamse regering. En Lyubayeva vervolgens de laan werd uitgestuurd.

Laten we het dus even over dat vertrouwen hebben. Wie moet er precies wie (niet) vertrouwen, en waarom?

Moed en vertrouwen

Een mensenrechtenorganisatie als Unia bestaat om erover te waken dat mensen niet gediscrimineerd worden op basis van criteria als etniciteit, religie, hun politiek voorkeur, hun mening, hun seksualiteit, etc. Wie vermoedt slachtoffer te zijn van discriminatie, kan deze instelling inschakelen om zich te beschermen. Of kon dat.

Want laten we eerlijk zijn, het wordt ons wel heel moeilijk gemaakt om nog de verdediging op te nemen van Unia. Een instelling, met aan het roer een gepolitiseerd bestuur, die niet de moed toont om haar eigen werknemers te beschermen, hoe dapper gaat die precies in de bres springen voor anderen? Ons vertrouwen in deze instelling is op z’n zachtst gezegd zoek.

Politici met de portefeuille Gelijke Kansen hebben bij uitstek als opdracht om maatschappelijke ongelijkheid te bestrijden en bij te dragen tot een inclusieve samenleving, door onder andere instellingen als Unia en departementen als de Vlaamse Dienst Diversiteitsbeleid hun job te laten doen. En door een gelijkekansen-middenveld in stand te houden en te beschermen dat dag in dag uit werkt aan het verbeteren van de positie van mensen in kwetsbare posities.

Die instellingen, dat middenveld en hun medewerkers vertrouwen erop dat zij dat werk kunnen doen, ook als hun mening of visie af en toe botst met de hand die hen voedt. Want daar zijn we toch zo fier op, niet? Dat we niet in een land wonen waar je vervolgd wordt voor een afwijkende mening? Ook dat nodige basisvertrouwen in onze politici is zoek. Deze heksenjacht op andersluidende stemmen maakt ons zeer boos en bezorgd.

In de marge van de marge

En dat brengt ons uiteindelijk bij de mensen voor wie er instellingen als Unia, departementen als de dienst Diversiteitsbeleid, en middenveldorganisaties als Furia, ella, Uit de Marge, Hand in Hand, Minderhedenforum, Merhaba, Motief, Kif Kif, … bestaan.

Mensen wier stem we niet horen. Mensen in de marge van de marge. Mensen en jongeren van wie het vertrouwen in onze samenleving al lang zoek is, en die wij nog proberen te overtuigen van het tegendeel.

Het systeem werkt misschien niet perfect, rotte appels vind je overal, maar probeer vertrouwen te hebben, de instellingen zijn er ook voor jou, om jou te beschermen.

Hoe moeten wij deze boodschap precies nog overtuigend verkondigen, nu het erop lijkt dat zij gelijk krijgen? Dat mensen in de pas moeten lopen of anders de laan worden uitgestuurd? Dat je beter je hoofd niet boven het maaiveld uitsteekt als je je broodwinning wil behouden? Dat instellingen die onze veelgeroemde basisrechten helpen bewaken, onder vuur liggen?

We zien een aanval op de waakhond van de mensenrechten, en hoe die waakhond zeer snel een schoothond wordt. We zien week na week hoe onze basisrechten en de instellingen die deze bewaken aan een rázend tempo afgebroken worden.

Het recht op het beleven van je religie: onder vuur.

Het recht op arbeid: onbestaande.

Het recht op een woning: dat maken we voorwaardelijk.

Het recht op een nationaliteit: enkel indien je het examen passeert.

Het recht op een waardig leven: vul zelf maar in.

Dus in plaats van het te hebben over het vertrouwen tussen een werkgever en een werknemer, tussen een ambtenaar en een minister, zouden we het beter hebben over hoe we in ‘s hemelsnaam nog tot een minimale vorm van vertrouwen kunnen komen tussen de inwoners van dit land en hun politieke vertegenwoordigers. Welk krediet verdienen die laatsten nog als hun ware gelaat openheid en democratisch debat muilkorft?

Hoe kunnen wij ons werk nog doen als we onze job kunnen verliezen wanneer we een kritische stem laten horen? We vrezen dat wie politieke druk wil aanklagen het professioneel en persoonlijk steeds moeilijker krijgt.

Wat zegt het over onze samenleving als we toelaten dat wie opkomt voor antiracisme en anti-discriminatie hiervoor aan de schandpaal wordt genageld in plaats van beschermd?

Deze opinie werd ook ondertekend door Bieke Purnelle, Ciska Hoet, Hasna Ankal, Ikrame Kastit, Furia vzw, ella vzw, Uit de Marge vzw.

DI 18.04.17 | voorstelling 20:00, nagesprek 21:30 > 22:15

Sien Eggers, Jessa Wildemeersch en Sofie Palmers bundelen hun krachten in een wervelende Shakespeare-trip. In l´Étude wagen de drie vrouwen zich aan een studie over Shakespeare. Naarmate hun onderzoek vordert, vermengen de levens van de drie zich steeds meer met personages als Lady Macbeth, de getemde feeks, Ophelia en omgekeerd. Met alle gevolgen van dien...

Na de voorstelling praat Selm Wenselaers met Jessa Wildemeersch, Sofie Palmers, Rebekka de Wit, Sarah Avci en het publiek over de hardnekkigheid van stereotyperende genderrollen in onze kunsten en in onze maatschappij.

Ik ben een feminist omdat...
Waarom is feminisme belangrijk? Tijdens de nationale vrouwendag op 11 november 2016 nodigden deBuren, Furia en Het Zuiderpershuis gerenommeerde sprekers uit om te vertellen over wat feminisme met hen doet. Een van hen was actrice Jessa Wildemeersch: 'Tijdens mijn acteursopleiding merkte ik dat er een speciale dynamiek was tussen de mannen en de vrouwen. De man was het geniale type, de drijvende kracht, de regisseur, onder wiens vleugelsde vrouw kon floreren en openbloeien. En ik hoopte dan ook zo'n regisseur tegen te komen. Tot ik daar enkele jaren geleden uitstapte...'
Herbeluister haar getuigenis hier.

GC De Kriekelaar, Gallaitstraat 86, 1030 Schaarbeek
Tickets: vvk € 11 / add € 13, Paspartoe-Kansentarief € 2
Reserveren: www.dekriekelaar.be

Selm Wenselaers (1983) is een historicus, producer, dramaturg en genderalist. Selm werkt als programmeur bij het Nederlandse Theater Frascati in Amsterdam. Hen studeerde geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en de Freie Universität Berlin en werkte jarenlang als freelance onderzoeker, dramaturg en productieleider voor musea, productiehuizen en podiumkunstenaars. Hen schreef artikels voor o.a. De Oorlogskranten, EOS Magazine, Trouw en Knack. Voor deBuren treedt Selm regelmatig op als moderator bij nagesprekken.

Jessa Wildemeersch is een acteur en theatermaker. Ze kreeg in 2005 een Lifetime Membership aan de gerenommeerde Actors Studio in New York. In 2006 richtte ze de vzw les yeux bleus op waarmee ze eigen artistieke projecten ontwikkelt, produceert en speelt in Vlaanderen en daarbuiten. In 2014 toerde Jessa met de kleine eva uit de kromme bijlstraat door Nederland en Vlaanderen en in 2015 stond ze op de planken met Dagen zonder data. Op dit moment toert ze samen met Sien Eggers en Sofie Palmers door Vlaanderen en Brussel met het stuk l´Étude | Nu slaat de chaos toe.

Sofie Palmers is theatermaker en als acteur verschijnt ze zowel op het toneel als op televisie. Zo speelde ze onder meer in de stukken Olga (2013) en Petrus en den Doodendraad (2014), maakte ze samen met Katrien Pierlet het jeugdtheaterstuk Mammoetanu (2016) en staat ze op dit moment met Sien Eggers en Jessa Wildemeersch op de planken met l´Étude. Op televisie was ze te zien in onder anderen Super 8, Zuidflank en Vossenstreken en daarnaast speelde ze in de boekverfilming De helaasheid der dingen.

Rebekka de Wit (1985) is schrijver en theatermaker. Ze studeerde in 2011 af aan de opleiding Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Haar afstudeervoorstelling Hoe dit het verhaal werd, over de mediatisering van de wereld werd in de zomer van 2012 bekroond op het Theater Aan Zee in Oostende. Daar won ze ook de SABAM schrijfprijs voor de voorstelling Stel je voor, ik zoek een staat. In 2015 verscheen haar debuutroman 'We komen nog één wonder tekort' (Atlas Contact). Vanaf 2016 is ze columnist voor Rekto:Verso en neemt ze samen met Freek Vielen en Suzanne Grotenhuis de artistieke leiding over bij het Antwerpse theatergezelschap de Nwe Tijd. In 2013 nam Rebekka deel aan de Parijsresidentie van deBuren. Daarnaast schreef de citybooks Zoals Venetië nu en Tot het verschil over sterrenstelsels gaat.

Sarah Avci woont en werkt al meer dan 25 jaar in Brussel. Ze is voorzitter en stichtend lid van vzw Palhik Mana. Sarah ontwikkelt interculturele, multimediale en artistieke projecten zoals terugspeeltheater en vocale improvisatie in een diverse Brusselse context. Sarah organiseerde jarenlang als coördinator van Femma Intercultureel activiteiten voor en samen met Brusselse etnisch-culturele vrouwengroepen. Daarnaast is ze ook actief in de raad van beheer bij o.a. Brusselleer, Kaaitheater, GC De Markten, Daarkom, Muntpunt en Ella vzw.

l´Étude: productie JESSA (les yeux bleus vzw) i.s.m. Sofie Palmers (vzw palmers&pierlet), coproductie 30CC, met de steun van stad Leuven, Provincie Vlaams-Brabant, CC Halle, CC Diest en CC Strombeek, met dank aan Het Kaaitheater, Compagnie De KOE, GC De Kriekelaar, Residensien, Vlaams-Nederlands Huis deBuren en GC De Markten, promotionele ondersteuning Thassos vzw.

Organisatie kaderprogramma: deBuren, Furia, JESSA, Sofie Palmers, Sien Eggers en GC De Kriekelaar

 

Het voelt een beetje vreemd aan dit boek ter hand te nemen als je, als één van de pioniers van vrouwenstudies in de Verenigde Staten van Amerika in het jaar 1970, toen alle mogelijke literatuur hebt doorgenomen om de vraag ‘nature/nurture’ te kunnen beantwoorden. Dat was immers het eerste obstakel tegen elke feministische redenering: ‘Het zit in de natuur, het is van alle tijden, het zijn de hormonen die alles bepalen’. En dan als toemaatje telkens ‘kijk maar naar de wereld van de dieren’. Het is nu precies die zogenaamd wetenschappelijk bewezen stelling die Cordelia Fine aankaart en heel systematisch weerlegt in haar boek ‘Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe’. Deze Brits-Canadese-Australische schrijfster was al bekend van vorige boeken zoals ‘Waarom we allemaal van Mars komen’, waarin ze de traditionele seksestereotypen met veel kennis en humor in vraag stelt. Het nieuwe boek is een encyclopedie van al het onderzoek, zowel neurologisch als psychologisch als sociologisch, dat sindsdien wereldwijd verricht is op het terrein van mogelijke verbanden tussen testosteron, de hersenen en het gedrag van vrouwen en mannen. Het boek is netjes ingedeeld in drie grote delen ‘verleden, heden en toekomst’. Fine start namelijk met een heel uitgebreide discussie over Darwin en de gekende theorie van seksuele selectie. Op een heel nauwgezette manier geeft ze de relevante onderzoeken aan die deze theorie hebben geprobeerd te ‘bewijzen’ met empirisch onderzoek zowel uit de dierenwereld als uit de mensenwereld. Met veel respect wijst ze dan op de valkuilen of de tekortkomingen van die onderzoeken, vooral het feit dat daar veralgemeningen uit ontstaan die geen oorzakelijk verband aantonen tussen biologische, fysiologische en culturele fenomenen tussen de seksen. In het deel ‘Heden’ stelt ze veel vragen bij de bewering dat bijvoorbeeld de financiële markten er anders zouden uitzien als die zouden gerund worden door vrouwen, want die hebben ‘van nature’ minder testosteron, minder competitiedrang en meer empathie. In het derde deel ‘Toekomst’ legt de auteur uit waarom ze dit alles zo belangrijk vindt. Het heeft immers te maken met onze ideeën over een betere wereld, waarin ‘gelijke verdeling van macht’ geen utopie is. Naar het einde toe van het boek stelt ze zelfs een soort van manifest samen, volledig in lijn met alle argumenten en wetenschappelijke evidentie die ze daarvoor heeft laten zien. Het overtuigende besluit van het boek is dat de wetenschap zelf allang de unieke cruciale factor van testosteron als bepalende factor voor seksegedragingen heeft laten varen, maar dat de culturele en commerciële belangen nog steeds blijven doorwerken. De speelgoedwinkels spelen daar perfect op in. Ze toont heel scherp aan dat zowel de biologische als de gedragsfactoren enorm variabel zijn en zelfs veranderlijk al naargelang de ervaring, de sociale context, de status, de geschiedenis en de ecologie. Het meest opmerkelijke besluit van Fine’s boek is dan ook dat het niet enkel gaat om een wederzijdse beïnvloeding van natuur en cultuur maar dat de cultuur de natuurlijke eigenschappen van een soort kan wijzigen. Testosteron is geen koning meer, geen allesverklarende, onafhankelijke factor in sekserollen en seksegedragingen, noch bij dieren noch bij mensen. Er zijn geen vrouwelijke en geen mannelijke hersenen die, ten gevolge van een hormonale ontwikkeling, alles bepalen. Uiteraard zijn er nog altijd mensen – ook onder sommige wetenschappers- die zeggen ‘laat jongens jongens zijn, meisjes meisjes’. Vooral voor hen is dit boek bedoeld. Feministes weten het al veel langer maar moeten het altijd weer herhalen: ‘Het is een vergissing om te denken dat onze biologie zonder onze culturele ervaring bestaat en dat onze culturele eigenheid niet voortdurend verstrikt is met onze biologie’ (p.145). Dat dit alles leidt tot een ongelooflijke diversiteit binnen en tussen de seksen, wordt hier helder aangetoond, zodat veralgemenende oorzakelijke verbanden niet langer meer geldig zijn. Laat de mozaïeken van onze biologie en ons gedrag bloeien en groeien en houd rekening met de consequenties ervan op fenomenen zoals seksueel geweld en ongelijkheden tussen de seksen op alle terreinen. Dat zou kunnen het besluit zijn van dit boek, dat met zo ontzettend veel humor is geschreven dat je als lezeres totaal vergeet dat je een encyclopedie van wetenschappelijk werk aan het lezen bent. En ik, ik kan enkel hopen dat dit boek écht het einde van de gender-mythe betekent. Ik kijk echt al uit naar een volgend boek van deze auteur waarin alle bestaand onderzoek naar transgender mee opgenomen is.

Er is geen aparte literatuurlijst. Die is verwerkt in een zeer uitgebreid notenapparaat. De toevoeging van een personen- en een zakenregister maken dit boek ook tot een handig naslagwerk.

Monika Triest

 

Pagina 19 van 21

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart