Wie poetst het huis van de poetsvrouw? 

Furia kijkt met verbijstering naar hoe dienstenchequebedrijven doof blijven bij de roep naar een sectoraal akkoord over de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de werkneemsters - 98 procent is vrouw - in die sector.

Stel: voor 9 euro (na fiscale aftrek 7,2 euro) krijg je één uur huishoudelijke hulp. De overheid legt daar elk uur een slordige 14,5 euro bovenop. Je huishoudhulp zelf krijgt zo’n 12 euro per prestatie. Bruto welteverstaan, want er gaan nog sociale bijdragen af. Gemiddeld verdienen huishoudhulpen in Vlaanderen 13.368 euro bruto per jaar. De vakbonden voeren daarom al maanden actie voor betere arbeidsvoorwaarden in de sector. Wanneer het leven duurder wordt – denk: energie- en consumptieprijzen - hoest de overheid de indexaanpassing op. Toch sinds dit jaar. Voordien kwamen de ondernemingen deels tussen, maar de meerkost wordt niet doorgerekend aan de eindbestemmelingen van het geleverde werk. Voor gezinnen is de bruto aankoopprijs al acht jaar onveranderd. Sommige van de gebruikers – velen zijn veertigers en vijftigers - hebben kinderen met een (belastingvrij) studentenbaantje dat meer opbrengt per uur dan de huishoudhulp verdient.

De grote overheidssubsidie oefent een grote aantrekkingskracht uit op commerciële bedrijven. Social profitorganisaties maken slechts voor een vijfde de dienst uit. Schijnbaar tevreden observeert de Vlaamse overheid dat “de dienstenchequemarkt zich aan het consolideren is en niet-winstgevende, niet-efficiënte spelers uit de markt worden verdreven”. Ze voegt toe: “De spelers die dus in de markt blijven, groeien wel en hun positie wordt sterker”. Dat klopt alvast. Een grote commerciële speler boekte bijvoorbeeld gespreid over de afgelopen vijf jaar een winst tot boven de 29 miljoen euro waarvan miljoenen werden uitgekeerd aan dividenden. Zolang dienstenchequebedrijven aan het overheidsinfuus liggen, zijn ze zeker van winst. Het is onzinnig dit financieringsmodel met hoge winsten, lagen lonen en een sterke overheidssubsidie aan de gebruikers te verwijten, maar het is bijzonder problematisch dat de overheid er kritiekloos in blijft meestappen.

Home delivery!

Niet alleen ligt het loon laag voor werknemers in het dienstenchequesysteem, de huishoudhulp - die diensten levert aan huis - krijgt meestal de verplaatsingstijd tussen klanten niet als arbeidstijd betaald en moet zelf parkeerkosten betalen. Inbegrepen in het werk zijn bovendien hardnekkige stereotypering, discriminatie en racisme, zo blijkt uit rapporten. De dienstenchequesector werd in het leven geroepen om werkende gezinnen te ontlasten. Daar ligt - voor de betere verdieners - onmiskenbaar de troef. Ook knap is hoe het systeem oudere groepen welkome ondersteuning biedt. Maar het doel was ook “de creatie van volwaardige jobs, waarbij in het bijzonder kwetsbare en laaggeschoolde werkzoekenden of inactieve personen activiteiten, die vroeger werden uitgevoerd in het grijze of zwarte circuit, kunnen uitvoeren in een werknemersstatuut met behoorlijke loon- en arbeidsvoorwaarden verbonden met een arbeidsovereenkomst bij een erkende onderneming”. Die volwaardige jobs aan redelijke condities blijven een verre droom, die verder en verder af ligt. Bedrijven kunnen zelfs, door een uitzonderingsregel, contracten bieden van minder dan 33 procent tewerkstelling.

Het is een onverkwikkelijk schouwspel hoe de de werkgevers het been stijf houden en weigeren een loonsverhoging toe te kennen aan de ongeveer 120.000 dienstencheque-medewerkers in het Vlaams gewest die driekwart miljoen mensen te hulp schieten in het huishouden. Minister Crevits beloofde in 2021 bijkomende investeringen bij een sectoraal akkoord. Furia vraagt de Vlaamse Regering met klem om deze investering te koppelen aan betere arbeidsvoorwaarden voor de poetshulpen. Huishoudhulpen vormen, op basis van hun inkomen en sociale achtergrond, een kwetsbare groep. Als de overheid de intentie uitspreekt om hen via dienstencheques naar goede banen te leiden, moet ze dat ook waarmaken. Momenteel voeren huishoudhulpen fysiek zwaar en maatschappelijk erg belangrijk werk uit - vaak veel meer dan pure huishoudhulp -, moeten ze zich alsmaar meer flexibel opstellen, maar er is geen sociale lift te bekennen.

Op 16 februari 1966, meer dan een halve eeuw geleden, legden de vrouwen in wapenfabriek FN Herstal het werk neer voor beter loon. Deze historische staking, die op heel wat solidariteit van binnen én buiten het bedrijf mocht rekenen, zou twaalf weken duren. Stel: driekwart miljoen (743.286) Vlaamse dienstenchequegebruikers en 1216 ondernemingen blijven 3 maanden verstoken van het werk dat deze 120.000 vrouwen leveren. Zou hun aandeel in het schragen van de samenleving dan hoger blijken dan een waardering met een luttele 12 euro per uur?


Els Flour, Furia

Dit stuk verscheen op 22/02/2022 in De Wereld Morgen.

Privacy Policy