Wat is het toch met die virulente afkeer van initiatieven die op vrouwen mikken? Er is ‘ophef’ over de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Sarah Schlitz, zo meldt de pers. De reden? Ze zal aanwezig zijn op een initiatief van haar partij over de impact van coronapandemie op vrouwen, dat wordt georganiseerd voor en door vrouwen en wie zich als vrouw identificeert. We weten niet meteen wat hier zo ophefmakend aan is, maar als Vlaams Belang en N-VA die inschatting maken, volgen de media. Zeker wanneer de MR het spel – alweer – bereidwillig meespeelt.
Wat ons verontrust, is minder dit politieke spel dan dat er stilaan een patroon te ontwaren valt. Er is een toenemende weerstand tegen zogenaamde ‘zelforganisaties’, tegen initiatieven waarin burgers zich verenigen rond gedeelde ervaringen van onderdrukking en discriminatie. Ook overheden treden die spreekkoren tegenwoordig bij. Inmiddels haalt Valerie Van Peel (N-VA) het zelfgecreëerde debat al aan om quota op de schop te doen en al wie probeert scheefgetrokken genderverhoudingen recht te trekken, belachelijk te maken (opinie in De Morgen, 2/9).
Van Peel beweert dat Sarah Schlitz mannen opvoert als de oorzaak van alle kwaad, met haar deelname aan een evenement onder vrouwen (v/x). Nochtans zijn zelforganisaties en activiteiten voor een specifieke groep een heel gewone en vruchtbare organisatievorm met een lange geschiedenis. Is het absurd dat werknemers zich verenigen in vakbonden en zich over hun belangen beraden zonder de werkgevers erbij? Dat mensen in armoede het gesprek voeren zonder de inbreng van superrijken? Dat vrouwen zich met andere vrouwen buigen over drempels die hen parten spelen – en dat bijvoorbeeld lesbische of zwarte vrouwen weer andere netwerken creëren? Dat vrouwen in politieke partijen nood kunnen hebben aan een eigen stek? (De Facebookgroep was alvast vorig jaar nog actief.)
We leven nu eenmaal niet in een gelijke samenleving. Om bij de structurele discriminatie te blijven die vrouwen vandaag nog altijd treft: die is geen hersenschim, maar wordt jaar na jaar gedocumenteerd in stevige statistische publicaties van de Vlaamse, federale en Europese overheden en van transnationale organisaties. Valerie Van Peel volgt Griet Vandermassen in de stelling dat de huidige scheeftrekkingen zo langzamerhand de ‘natuurlijke’ positie van vrouwen in de samenleving weerspiegelen. Furia denkt dat dat wel heel gemakkelijk gezegd is en merkte niet meteen de heuglijke overgang naar een nieuwe fase in verhouding m/v/x.
Zolang er ongelijkheid bestaat, zullen groepen die op barrières stuiten hun ervaringen willen delen met elkaar: ervaringen van geweld, van ongelijke behandeling en ja, ook ervaringen met de coronapandemie – de genderimpact van een aantal maatregelen is wereldwijd goed gedocumenteerd. Niet omdat ze ‘zielig willen doen’, maar om elkaar te versterken en om de samenleving beter te maken. Geen bespottelijk idee, vindt Furia.
Wordt een dominante groep gediscrimineerd wanneer een niet-dominante groep samenkomt? Het lijkt ons van niet. Wie invloedrijk is, ontbeert meestal geen ontmoetingsplekken (cenakels die niet expliciet zeggen wie ze insluiten, maar daarom geen voorbeelden van inclusie zijn). Sowieso zijn tal van gemengde bijeenkomsten een doorgeefluik van alle nodige informatie: er bestaat sociaal overleg, er zijn studiedagen rond armoede, de vrouwenbeweging schrijft memoranda en organiseert tal van m/v/x-gemengde activiteiten, om even op de eerdere voorbeelden terug te komen.
Vaak hebben dominante groepen zelfs de luxe dat de niet-dominante groep zich ook met hun belangen bezighoudt (crèches, vaderschapsverlof, de ondervertegenwoordiging van mannen in het onderwijs, evenwicht tussen betaald en niet-betaalde arbeid … we noemen maar wat aandachtspunten van de vrouwenbeweging). We kunnen natuurlijk niet uitsluiten dat iemand zich oprecht tekort gedaan voelt door een activiteit voor een specifiek publiek (al is het onze ervaring dat mannen met interesse in vrouwenemancipatie meestal de gevoeligheid hebben om safe spaces te respecteren), maar noem het onze v/m/x-intuïtie, we denken niet dat die bezorgdheid de reden is voor alle heisa. Of dat Valerie Van Peel oprecht vreest dat staatssecretaris Schlitz mannen en vrouwen tegen elkaar aan het ophitsen is.
Wat we wel weten, is dat Vlaams Belang en N-VA een punt maken van het ‘gemengde karakter’ van onze samenleving sinds ze er een islamofoob discours aan kunnen vasthangen (zwemuurtjes voor vrouwen: islam-alarm). Dat gemengde karakter staat dan haaks op ‘identitaire’ initiatieven (zeker van etnisch-culturele minderheden) en alles wat woke is (Theo Francken kapittelde Schlitz met die term in een tweet).
Als Vlaams Belang en N-VA van plan zijn hier een consequente lijn in te voeren, dan zal het niet blijven bij een aanval op deze womxn only-activiteit. Of op quota. Elk individu moet gewoon even geslacht, genderidentiteit, seksuele voorkeur, godsdienst, sociale klasse, en andere identiteitskenmerken thuislaten en het beleid kan zich maar beter ver houden van deze ‘privé-issues’. Thatchers’ mantra ‘there is no such thing as society’ spreekt in sommige kringen nog steeds tot de verbeelding. Is dat de inclusieve samenleving die we dromen?
Els Flour, Furia
Deze opinie verscheen op 7/9/2021 in DeWereldMorgen.