Voer hoofddoekendebat niet boven de hoofden van moslima's

Furia plaatst enkele kritische kanttekeningen bij het inclusiebeleid van Gentse stadsscholen, op basis van een artikel dat daarover eerder verscheen (24/06).

We vernamen daarop van de stad Gent dat het beleid wel degelijk rekening met veel bekommernissen die Furia in de tekst aankaartte.

Centraal staat het principe dat levensbeschouwelijke tekens toegelaten zijn. In geval van groepsdruk wordt gewerkt met de persoon die druk uitoefent en de verwijzing naar gezondheid/hygiëne vertaalt zich in de zoektocht naar de meest geschikte bedekkende kledij voor in labo's, zwembad enz. De 11 stadsscholen stappen bovendien allemaal in breed traject om de aandacht voor diversiteit en inclusie in de werking te verankeren.

Dit zijn heel positieve stappen en Furia hoopt dat de stad Gent op deze manier een voorbeeld kan vormen voor andere lokale besturen.  

Dat de meerderheid van de Gentse gemeenteraad bevestigde dat levensbeschouwelijke tekens van 1 september toegelaten zijn in de middelbare stadsscholen in Gent is goed nieuws. De N-VA had de kwestie op de agenda van de gemeenteraad gezet, gesterkt door het arrest van het grondwettelijk Hof van 4 juni dat oordeelde dat een hoofddoekenverbod in een Brusselse hogeschool geen schending is van de grondwet of het Europees mensenrechtenverdrag. Het N-VA-voorstel om levensbeschouwelijke tekens op de Gentse scholen te verbieden haalde het niet. Als Furia, dat tegen een verbod is, moeten we ons daarover verheugen. Zoals we ons verheugen over het feit dat de Gentse gemeenteraad voet bij stuk houdt om levensbeschouwelijke tekens niet te verbieden voor loketpersoneel.

Maar de vreugde wordt wel stevig getemperd. Als we De Standaard (‘Hoofddoekenverbod? Scholen krijgen zelf de keuze’, 24/6) mogen geloven, worden aan de toelating behoorlijk wat voorwaarden gekoppeld. Men neemt geen blad meer voor de mond en heeft het alleen over de hoofddoek, niet over andere levensbeschouwelijke tekens. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid, maar meer ook niet. Een hele resem oude onbehoorlijke vooringenomen argumenten worden nog eens uit de kast gehaald.

De krant bericht dat wordt gesteld dat “de hoofddoek, of andere levensbeschouwelijke symbolen, de openbare orde niet (mogen) verstoren, de goede zeden niet schenden of de vrijheid van anderen niet belemmeren”. De aparte vermelding van de hoofddoek stigmatiseert in het bijzonder moslimmeisjes als de potentiële ordeverstoorsters, schendsters van de goede zeden en vrijheidberoofsters bij uitstek. Dat vinden wij onaanvaardbaar en islamofobe, seksistische discriminatie. Het toont ook aan, moest daar nog twijfel over bestaan, dat heel dat verhaal van verbod op levensbeschouwelijke tekens énkel en alleen om de hoofddoek draait.

Ook het riedeltje van veiligheid en gezondheid duikt weer op. Veilige kledij in de chemie- of turnlessen of waar dan ook is evident. Waarom dit apart vermelden bij de hoofddoek? Wat gezondheid erbij komt doen is helemaal een raadsel.

Welke vrijgeleide geeft dit alles aan de schoolbesturen om allerlei redenen te bedenken om de hoofddoek (pardon, levensbeschouwelijke tekens) te verbieden? Zo is het bij voorbaat terug naar af voor moslima’s en zijn kostelijke rechtszaken de énige uitweg om hun recht op godsdienstvrijheid te vrijwaren. Men laat het immers aan de schoolhoofden om te beslissen toch een verbod in te voeren als “het schoolklimaat het eist”.

Hier komt dan de ultieme dooddoener op de proppen: sociale druk. Sinds Karin Heremans er indertijd op het Atheneum van Antwerpen zo graag mee uitpakte, is dat argument een eigen leven gaan leiden. Waarom gaat men er zo maar van uit dat er gevaar zou kunnen dreigen van “indoctrinatie, discriminatie (sic) en bekeringsijver” via de hoofdoek? Zijn de meisjes zélf het gevaar? Staan ze onder druk van leeftijdgenoten? Van hun gemeenschap? En moest dit aantoonbaar het geval zijn, waarom rechtvaardigt dat dan een verbod?

Wat uit vele getuigenissen van meisjes zelf alvast wel aantoonbaar het geval is, is dat een verbod en bij uitbreiding zo’n met beschuldigende voorwaarden omklede toelating, een zware sociale druk zet op de meisjes om de hoofddoek dan maar niet te dragen, uit angst voor het stigma. En een nog zwaardere druk op de meisjes die doorzetten om hun hoofddoek te dragen. Met hoe zij zich daarbij voelen, en bij uitbreiding hun ouders en hun gemeenschap, wordt totaal geen rekening gehouden. Het is hoog tijd om de meisjes zelf aan het woord te laten. Misschien kan de schepen van onderwijs een initiatief in die zin nemen en een échte maatschappelijke dialoog op gang brengen.

Het is duidelijk dat de  beslissing van de Gentse gemeenteraad een politiek compromis is. Maar het is onrustwekkend als islamofobe vooroordelen de wisselmunt worden voor politieke compromissen.

Furia is absolute tegenstander van een hoofddoekenverbod, omwille van het feit dat het islamofobe discriminatie op grond van gender institutionaliseert - met alle sociale en persoonlijke schade van dien bij meisjes en vrouwen en hun gemeenschap. Vanuit de feministische basisprincipes van zelfbeschikking, gelijkheid en solidariteit verdedigen wij het recht van meisjes en vrouwen om al dan niet een hoofddoek te dragen, altijd en overal.

Ida Dequeecker, Furialid

Deze opinie werd gepubliceerd in De Standaard op 29/06/2020

Privacy Policy