De Zorgcoalitie - samen voor meer erkenning van on- en onderbetaalde zorgarbeid

We kunnen de aanhoudende crisis in de kinderopvang, besparingen op zorgverloven en de schrijnende omstandigheden in de dienstenchequesector niet langer zien als geïsoleerde problemen. Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderwaardering van het belang van zorgarbeid. Vooral vrouwen dragen hier de gevolgen van, want in 2025 rust het merendeel van de on- en onderbetaalde zorg nog steeds op hun schouders. De maatregelen van de nieuwe federale regering versterken deze ongelijkheid verder. De nadruk ligt volledig op meer en flexibeler werken, zonder rekening te houden met de essentiële rol van onbetaalde zorg in onze samenleving. Dit maakt het combineren van werk, huishouden en zorg nóg moeilijker, vooral voor vrouwen. 

Daarom bundelen vrouwenorganisaties, middenveldorganisaties en vakbonden de krachten om onze eisen zo breed mogelijk bekend te maken. De Zorgcoalitie bestaat uit Furia, Femma, Fairwork,WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind &Gezien, ACV, ABVV en ACLVB.

Waarom is dit zo belangrijk?

Onbetaald zorgen

Vrouwen spenderen in België gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Taken zoals het huishouden, een maaltijd op tafel toveren, een luisterend oor bieden aan een vriendin, mantelzorg verrichten voor een naaste, als vrijwilliger activiteiten organiseren in je buurt, kinderen aankleden en naar school brengen,… Dat lijken doodgewone dagdagelijkse activiteiten, maar niks is minder waar. Net deze onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft. Zonder die essentiële arbeid valt alles stil.

Maar liefst 60% van alle arbeid die we verrichten in België is onbetaald, en daarmee is het eigenlijk één van de grootste sectoren van onze economie. Toch ontleen je geen status, macht of inkomen aan onbetaalde zorg. Wie ‘niet betaald werk levert, is zogezegd inactief’. Omdat er geen monetaire waarde op kleeft, denken we dat we eindeloos kunnen terugvallen op onbetaalde zorg. Nochtans zou, zoals de Nederlands feministe Anja Meulenbelt het zo helder uitdrukt, zowel ‘making people, als making profit’ gelijke waardering moeten krijgen.

Helaas staan we daar nog heel ver van. Vrouwen blijven verschillende taken en soorten werk combineren. Deze ongelijke verdeling heeft nefaste gevolgen voor hun welvaart en welzijn. Uit tijdsbestedingsonderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld 6 uur minder vrije tijd per week hebben dan mannen. Bovendien gaat het om tijd die vaker versnipperd en minder kwaliteitsvol is. Want naast ‘het puur uitvoerende’ aspect van onbetaalde zorg dragen vrouwen meestal ook de mentale last : het denk-, emotie- en planwerk (denk maar aan afspraken en boodschappen lijstjes maken,troosten,.. ).

Als een man de afwas doet, “doet” hij dan het huishouden of “helpt” hij? Dit is geen semantisch verschil. In een gendergelijke samenleving draagt iedereen verantwoordelijkheid voor het huishouden én voor de gelijke verdeling daarvan. Onderzoek toont dat vaders vaak zorgzaam zijn, maar denken dat ze er niet geschikt voor zijn, of negatieve opmerkingen krijgen als ze wél die zorgtaak willen opnemen. Sinds 2020 is vaderschap een beschermde discriminatiegrond. We moeten naar een samenleving waar het vanzelfsprekend is dat mannen deze verantwoordelijkheid evenredig delen, en waar zij dat ook zonder schroom kunnen doen.

Eén van de strategieën die vrouwen noodgedwongen hanteren is deeltijds werken. In België geldt dit voor 42% van de werkende vrouwen, waarvan slechts 6,7% aangeeft dat dit een ‘vrijwillige keuze’ is. De meeste vrouwen geven aan dat ze dit doen omwille van ‘zware fysieke of mentale arbeidsomstandigheden in hun job, of de moeilijke combinatie met zorgtaken’. Dit weegt op hun financiële situatie, carrièrekansen, pensioenopbouw en andere sociale zekerheidsrechten(werkloosheid, ziekte) met een onevenredig hoog risico op armoede tot gevolg.

Onderbetaalde zorgberoepen

Deze totale blindheid voor het belang van onbetaalde zorg zien we terugkomen als zorgwerk professioneel gebeurt. Zowel in de positie van werknemers in zorgberoepen als in de perceptie over het soort werk dat ze leveren (alsof het toch niet als ‘echt’ werk wordt gezien). Opnieuw zijn vrouwen buitenproportioneel oververtegenwoordigd (bvb. 95% in de kinderopvang, 97% in de dienstencheques). Lage lonen en zware werkomstandigheden zijn tekenend voor de onderwaardering in zorgende beroepen: naast de kinderopvang en de dienstenchequesector zien we dit bvb. ook in de gezinszorg, de woonzorgcentra, het algemeen welzijnswerk (= ondersteuning mentale zorg) en de jeugd- en gehandicaptenzorg.

Weinig verbazend raken hierdoor duizenden vacatures niet ingevuld. Deze structurele tekorten leiden bovendien tot ongeziene crisissen. Zo maakt de hoge werkdruk in de kinderopvang het vaak niet mogelijk om kwaliteitsvol werk te leveren. In de dienstenchequesector leidt de onwil van werkgevers en overheid om te investeren in de sector ertoe dat de vele alleenstaande moeders, ondanks hun job en inkomen, in armoede moeten leven terwijl het harde werk hun gezondheid om zeep helpt (zoals aangetoond door tal van studies). Maar de nodige maatregelen blijven helaas uit.

Nog pijnlijker is het dat net de meer kwetsbare vrouwen zijn die noodgedwongen in deze ondergewaardeerde zorgberoepen terechtkomen. Vrouwen met een korte scholing, met een migratieachtergrond vormen het overgrote deel van de onderhouds- en zorgwerkers. 97% van de poetshulpen met dienstencheques zijn vrouwen, waarvan 55% een migratieachtergrond heeft. Deze sector behoort tot de top 3 van de laagstbetaalde beroepen. Bovendien hebben deze vrouwen vaak geen toegang tot zorgstelsels zoals ouderschapsverlof, omdat daar strikte toegangsvoorwaarden aan verbonden zijn of omdat ze het verdere verlies op hun al karige loon niet kunnen opvangen. Voor veel mensen die in irreguliere of precaire contracten werken, is dit niet haalbaar. De oververtegenwoordiging van vrouwen met een migratieachtergrond bij het huishoudpersoneel raakt bovendien steeds meer verankerd via de ontwikkeling van internationale ‘zorgkettingen’.

Vaak situeren deze zich in de informele sector. Vrouwen maken 80% uit van het huispersoneel wereldwijd, en de overgrote meerderheid (90%) heeft geen toegang tot sociale bescherming. Zij nemen de zorg over van vrouwen in een financieel sterkere positie, terwijl ze hun eigen familie en zorgbehoevenden achter moeten laten om ver van huis voor een hongerloon te zorgen. Zelf hebben ze namelijk meestal niet de middelen om hun onbetaalde zorg kwaliteitsvol te combineren met hun job.

Wat eisen we?

Onze eisen zijn gestoeld op de erkenning van het onbetaald zorgwerk, de betere waardering vanzowel onbetaald als betaald zorgwerk en een gelijke verdeling van deze taken tussen vrouwen en mannen. Wij eisen een zorgzame overheid die deze principes ter harte neemt en vertaalt naar beleid, o.a. door:

  1. Ontwikkel meetbare indicatoren voor onbetaalde zorg in de evaluatie van sociale vooruitgang door de uitbreiding van EVC (Erkennen van Verworven Competenties) voor competenties binnen onbetaalde zorg.
  2. Zorg voor een betere instroom van professionals in de zorg via betaalde opleiding en werkzekerheid. Het bestaande aanbod van opleidingen voor zij-instromers, zoals #kiesvoordezorg, is ondertussen onmisbaar en verdient verdere uitbreiding in de komende jaren.
  3. Maak van welzijn het leidende principe in het beleid, door de invoering van het Bruto Nationaal Welzijn, dat de mens centraal stelt in plaats van economische groei of consumptie.
  4. Doorbreek genderstereotypen in onbetaalde zorg door een verlenging en verplichting van het geboorteverlof voor vaders en meeouders.
  5. Voer het familiekrediet zo in dat het toegankelijker en beter vergoed is dan het huidige systeem. Zo hebben mensen met een laag loon of precaire contracten hier ook toegang toe.
  6. Bouw een mechanisme in om gelijke opname van dit familiekrediet te garanderen (vb een ‘bonus’ naar Zweeds model) zodat dit niet onbedoeld de genderkloof groter maakt.
  7. Maak werk van betaalbare, toegankelijke en hoogwaardige maatschappelijke zorgdiensten door voldoende financiering en bevorder een duurzame tewerkstelling in die sectoren.
  8. Zorg voor meer collectieve vormen van arbeidsduurvermindering, met name het invoeren van 25 betaalde vakantiedagen voor iedereen, zonder bijkomende voorwaarden en zonder inkomensverlies.
  9. Zorg voor voorspelbare en regelmatige uurroosters en werkdagen, zodat iedereen een goede combinatie kan maken tussen privéleven, werk en zorg.
  10. Maak werk van een rechtvaardige en gendersensitieve pensioenhervorming, met hogere waardering van deeltijds werk en onbetaalde zorg..
De Zorgcoalitie bestaat uit: Furia, Femma, ACV Puls, ACV Voeding en Diensten, ACV gender
Ondertekenaars: Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV openbare diensten, ACV, ABVV en ACLV.

Privacy Policy