30 jaar Beijing Actieplatform: motor voor rechten van vrouwen

De laatste Wereldvrouwenconferentie vond plaats in 1995 in Beijing. 189 regeringen engageerden er zich, samen met honderden feministische organisaties van over heel de wereld, voor een vooruitstrevende en samenhangende agenda voor gendergelijkheid rond twaalf thema’s: armoede, onderwijs en opleiding, gezondheid, geweld, economie, macht en besluitvorming, institutionele mechanismen, gewapende conflicten, mensenrechten, media, meisjes en milieu.

De Verklaring en het Actieplatform die toen werden aangenomen, vormen meer dan een historisch document: ze blijven tot op vandaag een krachtig statement van ambitie en politiek engagement voor de mensenrechten van vrouwen.

Het Actieplatform van Beijing benoemt niet alleen de structurele problemen, maar biedt ook duidelijke oplossingen en aanbevelingen. Toch is er, bijna dertig jaar later, geen enkel land dat de doelstellingen volledig heeft bereikt. In sommige gevallen is zelfs sprake van achteruitgang. Juist daarom blijft het Actieplatform vandaag verrassend relevant en opvallend actueel.

In een wereld waar hardnekkige vormen van ongelijkheid voortbestaan en nieuwe vormen van uitsluiting opduiken, biedt het nog steeds een helder kompas voor een genderrechtvaardig beleid. Wat ontbreekt, is niet het inzicht – dat is al lang voorhanden – maar de politieke wil om het engagement van Beijing eindelijk om te zetten in realiteit.

Politieke strijd en diplomatie: scherpe onderhandelingen en groeiende weerstand

Elk jaar bespreekt de Commissie Status van de Vrouw (CSW) van de Verenigde Naties1 de vooruitgang die lidstaten boeken bij het realiseren van de doelstellingen van de Verklaring en het Actieplatform van Beijing. De belangrijkste uitkomst van de zitting zijn de Aangenomen Besluiten: diplomatiek onderhandelde teksten die regeringen en internationale instellingen geacht worden te respecteren en uit te voeren. Meestal richten deze besluiten zich op twee specifieke thema’s uit het Actieplatform. Om de vijf jaar echter wordt het volledige platform geëvalueerd. In plaats van onderhandelde besluiten wordt dan een politieke verklaring aangenomen. Dat gebeurde dit jaar, naar aanleiding van de dertigste verjaardag van het Beijing Actieplatform.

De onderhandelingen over de politieke verklaring waren intens en bij momenten scherp. Al jaren groeit de weerstand tegen gelijke rechten en vrijheden voor vrouwen en meisjes. Dat is niet los te zien van de impact van goed gefinancierde anti-genderbewegingen en van de toenemende macht van conservatieve en reactionaire krachten binnen regeringen wereldwijd. Enkele vertegenwoordigers uit het Belgische middenveld konden het proces van dichtbij volgen2 waaronder een afgevaardigde van de coalitie Gendergelijkheid.

Op 29 april 2025 organiseerden de Coalitie Gendergelijkheid, de Adviesraad Gender en Ontwikkeling en de FOD Buitenlandse Zaken een debriefing over de CSW Beijing+30-zitting en de Belgische en EU-voorbereidingen daarop.

De Europese dynamiek

De diplomatieke en inhoudelijke voorbereiding van de zitting van de Commissie voor de Status van de Vrouw start al vroeg in het jaar. In het voorjaar, voorafgaand aan het jaar van de zitting, werkt België een nationaal standpunt uit. Hiervoor wordt ook overlegd met het maatschappelijk middenveld. Dat standpunt vormt het vertrekpunt voor de onderhandelingen binnen de Europese Unie. Het sluit aan bij het internationaal recht en respecteert het principe van gelijke rechten en vrijheden voor vrouwen in al hun diversiteit.

Het EU-onderhandelingsproces start doorgaans in de nazomer. Al jaren verloopt dit moeizaam door de groeiende invloed van anti-vrouwenrechten- en anti-lgbtq-standpunten van meerdere lidstaten. Die weerstand richt zich vooral op thema’s zoals seksuele en reproductieve gezondheid en rechten — denk aan abortus, seksuele voorlichting en toegang tot anticonceptie. Daarnaast zorgen breder conservatief-reactionaire opvattingen over gezin, genderrollen en de plaats van vrouwen in de samenleving eveneens voor spanningen. Sommige regeringen gaan zelfs zo ver dat ze de basisprincipes van gelijke mensenrechten voor vrouwen in vraag stellen.

Een goed voorbereide en stevig georganiseerde progressieve meerderheid kon deze tegenstand echter beheersen. In een Unie waar reactionair verzet tegen gendergelijkheid al jaren terrein wint, was dit hiermee een eerste belangrijke horde genomen. De diplomatieke strijd om tot een zo ambitieus mogelijk EU-standpunt te komen in internationale mensenrechtenfora blijft essentieel. Want het is op basis van dat standpunt dat de EU uiteindelijk namens alle lidstaten onderhandelt tijdens de zitting van de Commissie Status van de Vrouw.

Besluitvorming onder druk van anti-vrouwenrechten groepen en geopolitiek

Op wereldniveau zijn de uitdagingen nog groter. De kaarten lagen dit jaar bijzonder ongunstig door escalerende geopolitieke spanningen, die leidden tot diplomatieke blokkages en waarbij ook vrouwenrechten als pasmunt worden gebruikt in de onderhandelingen. Tegelijk speelde de invloed van de Trump-regering die de anti-mensenrechtenbewegingen wereldwijd vleugels geeft.

Conservatieve en reactionaire organisaties en anti-gender bewegingen die het principe van gelijke rechten voor vrouwen frontaal aanvallen hebben intussen op veel plekken stevig voet aan de grond gekregen. Zij gaan steeds openlijker en brutaler te keer. Mensenrechten en fundamentele waarden zoals gelijkheid, vrijheid en solidariteit worden schaamteloos ontkend en aangevallen. Desinformatie (leugens) – vaak verpakt in een wetenschappelijk jasje – wordt op grote schaal verspreid. Trolling en verstorende protestacties, tot in de plenaire zaal van de Verenigde Naties toe, verstoorden en bemoeilijkten het onderhandelingsproces aanzienlijk.

De polarisering neemt toe. Vooral rond thema’s zoals seksuele en reproductieve rechten, gezondheid, gezin, gendernormen, de rol van vrouwen in de samenleving en religie. Het gevolg is dat steeds meer woorden en ooit verworven rechten en verplichtingen van staten niet langer terug te vinden zijn in de aangenomen besluiten en verklaringen. De invloed van de VS, hoewel dit jaar nog niet in volle omvang, had al een merkbare impact op de uitkomst van de zitting. Dit resulteerde in een politieke verklaring die geen bredere focus meer legt op mensenrechten en ongelijkheid.

De politieke verklaring: een halfvol of halfleeg glas?

Ondanks de aanwezige weerstanden en polarisering was er toch nog ruimte voor krachtige gesprekken over de backlash van vrouwenrechten en te ondernemen acties. Aan het eind van de zitting bleek er ook een grotere compromisbereidheid te zijn dan verwacht. De aangenomen politieke verklaring wordt door meerdere betrokkenen dan ook als relatief succesvol gezien.

Dit neemt niet weg dat de tekst weinig concrete beleidsengagementen bevat en dat expliciete verwijzingen naar belangrijke kwesties zoals seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen, de genderdimensie van de klimaatcrisis en van het klimaatbeleid ontbreken; evenals directe verwijzingen naar rechten van bijvoorbeeld inheemse vrouwen, lbtqia-vrouwen, vrouwen met een handicap. Gelukkig staat er nog veel tussen de lijnen te lezen, wat aangegrepen kan worden om in de toekomst opnieuw vooruitgang te boeken.

Daarnaast zijn er ook positieve elementen. Het onderstrepen van de noodzaak van inclusieve benaderingen die de diversiteit van vrouwen en meisjes wereldwijd erkennen, de nadruk op het belang van het bannen van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes, de nadruk op het aanpakken van structurele ongelijkheden en op investeren in zorgsystemen als cruciaal voor het bereiken van volledige gendergelijkheid en empowerment, bijvoorbeeld. Bovendien wordt opgeroepen om nationale systemen en internationale mechanismen voor gendergelijkheid wereldwijd te versterken. Dit zijn stuk voor stuk positieve zaken. Toch blijft de politieke verklaring teleurstellen: er is sprake van een achteruitgang tegenover eerdere engagementen in de Verklaring en het Beijing Actieplatform.

De toekomst

Is het glas halfvol of halfleeg? Dat is deels een kwestie van perspectief, maar vooral van politieke wil en politiek engagement, van middelen en acties voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen, in al hun diversiteit, en van adequate ondersteuning van de vrouwenrechtenorganisaties, zodat zij over voldoende en stabiele middelen en instrumenten beschikken om als volwaardige tegenkracht op te treden tegen de antivrouwenrechtenbeweging.

De zitting van de Commissie Status van de Vrouw 2026 biedt alvast belangrijke kansen om structurele obstakels voor de rechten en vrijheden van vrouwen op te heffen en om de volledige en effectieve participatie van vrouwen in het openbare leven en in besluitvorming verder te bevorderen. Bijkomende informatie vind je hier.

1 Sinds haar oprichting in 1946 heeft de Commissie voor de Status van de Vrouw van de Verenigde Naties een sleutelrol in de wereldwijde strijd voor vrouwenrechten. Ze is de drijvende kracht achter de aanvaarding van het VN-Vrouwenverdrag van 1979 en zette mee haar schouders onder vier Wereldvrouwenconferenties. Die brachten vrouwen uit zowat alle landen samen rond één gemeenschappelijke doelstelling: een mondiale agenda voor de emancipatie en bescherming van de rechten van vrouwen, alle vrouwen, wereldwijd. Sinds 1996 is de Commissie bevoegd voor het monitoren en evalueren van de uitvoering van het Beijing Actieplatform. In 2015 kwam daar de opvolging van de genderdimensie binnen de Agenda 2030 en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) bij.

2 In lijn met de geest van de Vierde Wereldvrouwenconferentie stellen sommige landen hun officiële delegatie open voor vertegenwoordigers uit het middenveld. Ook België volgt die praktijk. Zo kon de Coalitie Gendergelijkheid als deel van de Belgische delegatie deelnemen aan de officiële vergaderingen van de zitting van de Commissie Status van de Vrouw en kreeg de coalitie ook toegang tot de briefings van de Belgische diplomatie.

Privacy Policy