Furia
Memorandum verkiezingen 2024
Met dit memorandum willen we concrete handvatten bieden aan beleidsmakers om te bouwen aan een meer gelijke, inclusieve en zorgzame samenleving. Gelijkheid, solidariteit en autonomie zijn hierbij onze vertrekpunten.
Tijd om de overheid te activeren. Oppoetsen, dat armoedig dienstencheque-werknemersstatuut!
Op deze Internationale Strijddag voor Vrouwenrechten vraagt Furia aandacht voor de werknemers (voor 98% vrouwen) in de sector van de dienstencheques.
Al meerdere maanden voeren ze strijd voor het simpele behoud van een eindejaarspremie, voor een leefbaar loon en betere arbeidsomstandigheden. De sector draait voor 70% op subsidies en de kostprijs voor de overheid bedroeg in 2020 1.434 miljoen euro. Met zo’n forse overheidssteun – waar we als burgers aan bijdragen via de belastingen – verwachten we dat de overheid de sector actief reguleert en de belangen van de werkneemsters mee verdedigt. Dat gebeurt veel te weinig – blijkt ook uit het huidige conflict, dat niet toevallig een strijd is tegen een aantal grotere bedrijven in de sector die vooral uit zijn op winst maken.
Fysiek zwaar en zonder perspectief
De dienstencheque bestaat 20 jaar. Al bij de opstart in 2004 plaatste Furia (toen Vrouwen Overleg Komitee) belangrijke kanttekeningen bij het systeem. We vreesden de systematische toeleiding van kortgeschoolde vrouwen naar deze ‘typische’ vrouwenjobs, fysiek zwaar en zonder perspectief op opleiding of doorgroeien. We vreesden dat de bekommernis eerder zou liggen bij een lage kostprijs voor de gezinnen die beroep doen op de cheques dan bij deftige lonen voor de werkneemsters. En dat het systeem vooral ten goede zou komen aan welgestelde tweeverdieners. We vreesden de winstgedreven aanpak van een aantal bedrijven. We vreesden dat het quasi onmogelijk zou zijn om voltijds te werken (met een waardig inkomen en sociale rechten) door het zware werk en omdat verplaatsingstijd tussen klanten niet als werktijd geldt.
Ongerustheid was terecht
Al die ongerustheid was terecht. Het gemiddeld inkomen dat dienstenchequemedewerkers opstrijken, flirt met de armoedegrens. Poetshulpen ondervinden veel gezondheidsproblemen: ze hebben 35 keer meer kans op musculoskeletale aandoeningen dan andere werknemers en 260% meer kans op langdurige arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste 5 jaar in de sector. Uit de toeleiding spreekt stereotypering: ben je vrouw, kortgeschoold en van buitenlandse origine, dan kan je wel gaan poetsen – zonder perspectief om door te groeien naar ander werk.
Uit de toeleiding spreekt stereotypering: ben je vrouw, kortgeschoold en van buitenlandse origine, dan kan je wel gaan poetsen – zonder perspectief om door te groeien naar ander werk. De dienstencheques deden dan wel het zwartwerk bij huishoudens afnemen, maar de emancipatorische beloftes maken ze allesbehalve waar. Net de paar sociale-economiebedrijven die daar wél werk van maken, hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Netjes geregeld, zegt u?
In dit erg gebrekkige systeem werkten in 2020 118.210 huishoudhulpen, voor 743.286 gebruikers die samen meer dan 72 miljoen cheques aankochten. En natuurlijk zijn daar ook mooie verhalen te rapen. De huishoudhulpen zijn in veel gezinnen een onmisbare schakel in de zorg en de combinatie van werk en gezin en ze voelen zich meestal ook gewaardeerd voor hun werk.
Waardering vertalen in lonen
Het is hoog tijd dat die waardering zich vertaalt in hun lonen en arbeidsomstandigheden. In Vlaanderen is de bijdrage van de klant al tien jaar ongewijzigd: 9 euro per cheque (7,2 euro na belastingaftrek).
Niemand twijfelt eraan dat die bijdrage hoger moet en kan – met differentiaties voor kleine inkomens. De overheid moet minimumeisen stellen qua vorming en medische opvolging. Bedrijven die herhaaldelijk betrapt worden op inbreuken op de wetgeving rond welzijn op het werk (en dat zijn er veel) moeten voelbare sancties opgelegd krijgen.
Bedrijven uit de sociale economie moeten beloond worden voor hun aandacht voor opleiding en omkadering, en voor hun inspanningen met kwetsbare profielen (waar winstgedreven bedrijven alleen de ‘sterkste profielen’ willen). Er moet een einde komen aan de willekeur waarmee bedrijven ‘overheadkosten’ aanrekenen, buiten het eigenlijke systeem van dienstencheques.
Maar onze eisen gaan verder dan noodzakelijke bijsturingen aan het dienstenchequesysteem. We vragen ook aandacht voor het poetspersoneel bij bedrijven en organisaties: de toenemende outsourcing van het poetswerk heeft er een negatief effect op de lonen en arbeidsomstandigheden van het personeel. Maar bovenal vragen we beleidsmakers om ten gronde na te denken over hoe we werk en zorg in onze samenleving organiseren.
We willen een samenleving waarin zorgarbeid een volwaardige plaats heeft. Op deze 8ste maart vragen we ook aandacht voor de vele vrouwen uit andere landen die hier zorg verrichten, vaak in zwakke statuten.
We willen kwaliteitsvolle, betaalbare collectieve voorzieningen. We willen sterke statuten voor al wie werkt in de zorg. We willen dat het idee van collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon ernstig wordt genomen, als een stap naar herwaardering van zorg…
Is het zo’n gek idee om iedereen de mogelijkheid te geven om te werken en te zorgen? We weten allemaal hoe essentieel het is dat mensen zorg dragen voor elkaar. Hoog tijd om de samenleving daarnaar in te richten.
Deze opinie, geschreven door bestuurslid Els Flour, verscheen in dewereldmorgen.be
Alles ligt op tafel, elk debat is gevoerd, de aanbevelingen zijn duidelijk. Het ontbreekt alleen nog aan politieke moed
Beeld: Belga
Leden van verschillende vrouwenorganisaties roepen in deze bijdrage op om te stoppen met tijdrekken en politieke spelletjes te spelen. Ze willen dat er een beslissing wordt genomen over de abortuswetgeving.
Feit is dat alle nodige informatie al lang op tafel ligt en dat elk mogelijk debat in dit dossier al gevoerd is. De Raad van State heeft al een positief advies gegeven, de abortuscentra zijn het erover eens dat er een wijziging in de wet nodig is, feministische organisaties idem. Vrouwen en meisjes hebben al ontelbaar aantal keren getuigd over de drempels die ze hebben ervaren toen ze een abortus nodig hadden. Het langverwachte wetenschappelijk rapport met aanbevelingen van experts ligt sinds februari 2023 stof te vergaren. De aanbevelingen in dat rapport waren duidelijk, alleen ontbreekt het nog aan politieke moed om tot beslissingen te komen. En ondertussen moeten vrouwen maar afwachten of die moed er ooit gaat komen.
The Waiting Game staat voor een tactiek waarbij men zich onthoudt van enige actie, met de bedoeling degenen die om een actie vragen zoet te houden met de belofte dat er wel ooit iets gaat komen, zonder een concrete timing of plan van aanpak te geven. Dit is wat er ook in dit dossier speelt met woorden als ‘het debat moet nog gevoerd worden’ of ‘laten we het sereen houden’.
Voor vrouwen en meisjes gaat het over hun seksuele- en reproductieve rechten, het gaat om hun gezondheid en welzijn, die nu onderwerp zijn van een cynisch politiek spel. De vraag is namelijk niet of je voor of tegen abortus bent, maar wel over of je voorstander bent dat vrouwen en meisjes mogen beslissen over wat er gebeurt met hun lichaam en het leven dat ze kunnen leiden. Het debat wordt nu verengd tot alleen de termijn waarin vrouwen en meisjes een abortus kunnen laten uitvoeren. Hiermee wordt het debat versimpeld tot ‘één moment’, namelijk het moment dat een abortus plaatsvindt, terwijl het al dan niet veranderen van de huidige wetgeving wel een langetermijnimpact op het leven van meisjes en vrouwen heeft. We hopen dan ook dat alle politici die hun zegje willen in dit debat even consequent zijn over het ‘beschermen’ van vrouwen en meisjes en werken aan preventie door bijvoorbeeld anticonceptiemiddelen toegankelijker en betaalbaarder te maken.
Het persoonlijke is politiek wordt er weleens gezegd. Veel persoonlijker dan dit wordt het bijna niet als het om je lichaam gaat waar je maar in beperkte mate over mag beslissen. Principes en standpunten zijn maar holle woorden als men niet overgaat tot daadwerkelijk actie ondernemen. Vrouwen en meisjes hebben vrij weinig aan profileringsdrang en politieke spelletjes.
Als anno 2024 vrouwen nog altijd niet zelf mogen beslissen over hun lichaam, wanneer wel?
Meron Knikman, Vrouwenraad; Carine Vrancken en Francoise Dedrie, LUNA vzw; Julie Van Garsse, ZIJkant; Nele Vandendriessche, Soroptimist België; Maartje De Vries, Zelle; Isa Verlaenen, Rebelle; Alexandra Roumans, VVVUUR; Jeroen Lievens, Femma; Martine Vandevenne, ABVV; Gert De Nutte, Humanistisch Verbond; Janneke Ronse, Geneeskunde voor het Volk; Evie Lootens, Moeders voor Vrede; Kim Bertoe, Furia; Bieke Purnelle en Ciska Hoet, Rosa vzw; Loredana Marchi, Foyer vzw.
Lezing Trudy Dehue over zwangerschap en abortus
Lezing Trudy Dehue over abortus en zwangerschap
11 maart 19u30 in Parnassus, Gent
Dehue ontmantelt wetenschappelijke kennis over abortus en zwangerschap door middel van een historische analyse. In het traditionele wetenschappelijke discours zijn het namelijk vooral mannelijke wetenschappers die hun stempel doordrukken. Dat geldt ook voor de wetenschappelijke benadering van zwangerschap.
Aansluitend op zwangerschap gaat Dehue ook in op abortus. Het is iets van alle tijden. Waar vrouwen vroeger veel meer autonomie hadden over hun abortus, ontnemen artsen hun nu dit zelfbeschikkingsrecht. Naast een historisch overzicht trekt ze ook conclusies voor een hedendaagse context. Zo reikt ze ideeën aan om abortus weg te halen uit de medische sfeer en de vrouw opnieuw zelfbeschikking te geven. Dit uiteraard met zeer veel aandacht voor de veiligheid van de vrouw.
Praktisch:
11 maart 19u30 in Parnassus, Oude Houtlei 122 Gent.
Inkom aan vrije bijdrage. Richtprijs is €5. Dit gebruiken we voor de kosten van de zaal.
Schrijf je in via deze link.
Screening She/They/Us met nagesprek
Screening She They Us (Zij Hen Wij) met nabespreking
She They Us is een documentairereeks over de hoopvolle strijd voor een toekomst waarin iedereen gelijkwaardig kan zijn. Zeven mensen uit de Lage Landen streven elk op hun manier naar een wereld die beter past bij hun leven, lichaam, werk en liefde. We zien onder meer muzikante Charlotte Adigéry, e-sportsjournalist Eefje ‘Sjokz’ Depoortere, cultuurwerker Fatima-Zohra Ait El Maâti, internationaal topmodel Hanne Gaby Odiele, huishoudhulp Mieke Van Hove, ruimtewetenschapper Angelique Van Ombergen en genderexperte Kaouthar Darmoni.
Op donderdag 28 februari 2024 kan je om 19u30 de voorvertoning van twee afleveringen uit de reeks bijwonen in Studio Skoop (Gent). De eerste aflevering toont hoe Hanne Gaby Odiele en Charlotte Adigéry botsen tegen enerzijds het binaire vrouw-man denken en anderzijds racistische vooroordelen. De tweede aflevering toont hoe alle personages actie ondernemen om hun situatie te verbeteren.
Nadien gaat Fatima-Zohra Ait El Maâti in gesprek met schepen van Gelijke Kansen Gent Astrid De Bruycker, Gents activiste Zehra Eviz en regisseur Zaïde Bil over de strijd voor meer gelijkheid en welke actie kracht geeft, hoe acties elkaar kunnen versterken, welke actie impact kan hebben en welke rol weggelegd is voor het middenveld.
Koop hier je tickets. Plaatsen zijn beperkt, wees er snel bij!
Vrijwillig.st.ers mediawatchgroep gezocht
Wil jij het komende jaar een diepere duik nemen in een hot topic? Ben je klaar om met een kritische blik naar de media te kijken en de wereld bewust te maken van belangrijke kwesties? Dan is de mediawatchgroep iets voor jou!
Wat doen we?
-
Gedurende 1 jaar volgen we stereotype beeldvorming over 1 thema op in de media.
-
Jouw taak? In groep mee spotten van dit thema in een bepaald medium. Identificeren van relevante nieuwsberichten, artikelen, tv-programma's of sociale media-inhoud.
-
Daarna gaan we over tot het analyseren van verzamelde informatie om trends en patronen te identificeren. Dit doen we in groep.
-
We komen op regelmatige basis ook naar buiten met onze bevindingen in de vorm van een persbericht, opinie of een ludieke actie.
Gewenst profiel?
-
Je hebt goesting om met een feministisch kritische blik naar de media te kijken en vraagtekens te plaatsen.
-
Je hebt een intersectionele en inclusieve visie op feminisme. Dit betekent dat je rekening houdt met alle mogelijke vormen van discriminatie en uitsluiting.
Ons aanbod?
-
Kans om bij te dragen aan positieve verandering en bewustwording.
-
Ervaring opdoen in mediawatching en analytische vaardigheden ontwikkelen met betrekking tot stereotype beeldvorming. Op vraag van de deelnemers worden interessante sprekers uitgenodigd om hun expertise te delen.
-
De mediawatchgroep komt samen online of op een locatie naar keuze van de deelnemers.
Ben je geïnteresseerd? Stuur dan een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. met een korte voorstelling van jezelf en je motivatie.
Vormingen stereotypen rond stereotypen voor ouders van tienerjongeren
Furia biedt vanaf januari een gratis try-out van een vierdelige reeks van vormingen rond stereotypen voor ouders van tienerjongeren.
“Blonde meisjes zijn dommer ..”
“Zwarte mensen zijn altijd te laat ..”
“Jongens die KSO volgen zijn softies ..”
“Amai, jij spreekt goed Nederlands ..”
“Het zijn weer de Marokkanen ..”,
Het zijn zoal wat uitspraken die tieners maken of zelf mee geconfronteerd worden zowel binnen als buiten de schoolmuren.
Samen met de ouders willen we verkennen wat dit betekent voor de tieners, wat het voor de ouders zelf inhoudt, en of we binnen de specifieke schoolcontext hieraan kunnen werken, in samenwerking met de tieners, ouders en de school.
Met deze vormingen willen we samen met jullie zowel stereotiepe en discriminerende ideeën tackelen als structurele oplossingen zoeken om de bestaande ongelijkheden tussen mensen weg te werken. Doe je mee? Contacteer Greet Ramon op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Opinie: Reactie op: “Conner Rousseau toonde ons een moraal zonder verhaal”
Gisteren verscheen een opiniestuk van Johan Van der Vloet in De Standaard over de hedendaagse moraal in de samenleving. Van der Vloet ziet in de persoon van Conner Rousseau de verpersoonlijking van wat een hij een ‘moraal zonder verhaal noemt’. In één beweging extrapoleert hij het gedrag van een uniek individu op het collectief van de samenleving. Allen zouden we onderhevig zijn aan de neoliberale trend die eigenbelang en zelfbepaling vooropzet. Door de toon van zijn opiniestuk doet Van der Vloet uitschijnen dat zijn neologisme ‘zelfbepaling’ negatief zou zijn. Dat het zelf-bepalen van wat als goed of kwaad geldt, niet de juiste manier is. Alsof het onderscheid tussen beide enkel mogelijk is middels een (Goddelijk) verhaal en dat we dat niet zelf kunnen bedenken. Tegenwoordig reflecteert de mens zelf over de moraal in de samenleving. De ‘stille dialoog met mezelf’ noemde Hannah Arendt dat, waaruit het morele handelen voortkomt.
Frappanter is het dat Van der Vloet zijn oefening, van het individu Rousseau naar het collectief, toepast op de kwestie ‘leven’, en het daarbij meteen heeft over het recht op abortus - inderdaad: een recht! -. Alsof daar het ergste kwaad schuilt. Van de gewezen Vooruit-voorzitter naar een hyper-individualistische samenleving op bio-ethisch vlak. In zijn overhaaste generalisatie benoemt hij echter niet de groep over wie die gaat: vrouwen. Want hoewel het de facto over hen gaat, komt in het opiniestuk het woord ‘vrouw’ nergens voor. Abortus is immers geen op zich staand gegeven, het zijn vrouwen die ermee te maken krijgen. Naast het toekennen van abortus als grondrecht, stoort het Van der Vloet vooral dat de bedenktijd van zes dagen zou afgeschaft worden. In die bedenktijd ziet hij een morele houding, de bedachtzaamheid als deugd. Alsof vrouwen onnadenkend tot abortus overgaan en dat zij enkel door een paternalistische terechtwijzing tot reflectie kunnen komen.
Vrouwen bepalen zelf wat ze met hun lichaam, toekomst en leven doen. Wat elders als ontvoogding geldt, wordt hier wederom negatief verwoord. Vrouwen doen volgens Van der Vloet niet aan gewone zelfbeschikking, maar doen dat blijkbaar in haar ‘pure’ vorm. Alsof er niets of niemand anders is buiten het zelf. Nochtans stelt de zorgethiek dat pure autonomie niet mogelijk is. De mens, en dus ook een vrouw, is geen solitair wezen, maar is altijd relationeel gesitueerd. De Ander en de wereld zullen sowieso meespelen in de gedachtegang van vrouwen, ook als zij een keuze moeten maken over het al dan niet houden van een foetus.
De wereld waarmee ze rekening moeten houden is die waarin het politieke beleid net de zorg, het kennis- en ervaringsdomein van vrouwen bij uitstek, afbouwt. Een zwangerschap en een nieuwe mens grootbrengen vraagt zorg. Vrouwen dragen hiervoor de verantwoordelijkheid, de ‘pure’ verantwoordelijkheid. Geen pure zelfbeschikking dus, maar eerder een noodzakelijke zelfopoffering door de steeds afkalvende maatschappelijke zorg. Het is vrouwen niet om hun individuele zelf te doen, maar om hun relationele zelf. Zij zullen inderdaad zelf bepalen, maar doen dat op basis van de motieven die de wereld hun geeft. Als die wereld er voor hen niet rooskleurig uitziet, dan zullen ze zelf-bepalen wat goed is. En dat doen ze op bedachtzame wijze.
Dat vrouwen nog steeds aan het kortste eind trekken als het op kwestie ‘leven’ aankomt, is schrijnend. Dat heeft zeker ook te maken met de juridisering. Het persoonlijke is politiek en vrouwen zijn zich daar maar al te zeer van bewust. Het vrouwelijk lichaam is de inzet waarop regeringen deels hun beleid uitstippelen. De juridisering waar Van der Vloet tegen ingaat, maakt het net mogelijk om de zelfbeschikking van vrouwen te beperken als het op abortus aankomt. Het is de wet die een wachttijd van zes dagen bepaalt, niet de moraal. Als een vrouw tot de weloverwogen conclusie komt dat zij de zwangerschap beter kan afbreken, dan is er de wet die haar oplegt wat mag en vooral wat niet mag. Zo bekeken had Paulus misschien wel gelijk: de wet leidt niet tot gerechtigheid. Het is tijd dat vrouwen kunnen rekenen op barmhartigheid/zelfbeschikking.
Kim Bertoe
Furia-lid
Dit opiniestuk verscheen op 30 november 2023 in De Standaard.
Opinie: Vergeet het virtuele verlengstuk van gendergerelateerd geweld niet
‘Het is niet omdat er geen fysiek contact is, dat het geweld minder ingrijpend is. Net door de digitalisering dringt het binnen in elk levensdomein’, schrijft Sofie De Graeve van Furia naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Geweld op Vrouwen.
Het is ontstellend hoe doordrongen onze samenleving blijft van gendergerelateerd geweld. Eén op zeven vrouwen en één op tien mannen maakt geweld in de relatie mee. Als het geweld in moord eindigt, zijn vooral vrouwen hiervan het slachtoffer. De teller staat intussen op 24 vrouwen die in 2023 in België vermoord werden door hun partner of ex-partner. Twee op vijf vrouwen en één op vijf mannen maakt in zijn leven fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag mee. Gendergerelateerd geweld raakt in het bijzonder ook LGBTI-personen. Zo was één op de drie LGBTI-personen de voorbije twee jaar slachtoffer van fysiek geweld.
Sociale media speelden een cruciale rol bij het (opnieuw) naar buiten brengen van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag en het verschuiven van de aandacht naar de plegers van geweld. De hashtag #MeToo bracht die bal aan het rollen. Tegelijkertijd kreeg gendergerelateerd geweld net in de virtuele ruimte ook een verlengstuk. Het is niet alleen een extra publieke ruimte waar slachtoffers zich onveilig voelen, maar digitalisering maakt ook dat het geweld verder binnendringt in hun leven.
In het bijzonder vrouwen, jongeren en personen met een niet-heteroseksuele oriëntatie vormen het doelwit van online seksuele intimidatie. Meer dan één op drie jongeren ontving al ongewenste seksuele beelden. Bij meisjes lopen de cijfers op tot meer dan de helft. Voor vier op tien meisjes met migratieroots heeft de online intimidatie te maken met hun herkomst. Vrouwen worden vijf keer zo vaak onder druk gezet om een naaktfoto te maken en krijgen ook twee keer zo vaak ongewenste naaktbeelden toegestuurd. Een specifieke vorm van online seksueel geweld is wraakporno. In de helft van de gevallen is de ex-partner de dader.
Stilaan begint het besef van de impact van online seksueel geweld door te dringen. Het is niet omdat er geen fysiek contact is, dat het geweld minder ingrijpend is. Net door de digitalisering dringt het binnen in elk levensdomein. Bovendien kan online geweld zich ook vertalen in offline geweld. Toch blijft het veel te vaak onbesproken. Schaamte, angst en schuldgevoelens weerhouden slachtoffers van online geweld ervan om erover te praten en hulp te zoeken. Bovendien weten slachtoffers ook niet goed waar ze naartoe kunnen. Eén op de drie zoekt bij niemand hulp. Maar één op zes doet aangifte bij de politie.
Campagnes die sensibiliseren over online gendergerelateerd geweld zijn dan ook broodnodig. Slachtoffers moeten horen dat hen geen schuld treft en dat hulp mogelijk is. Ook met het helpen verwijderen van beelden. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is bevoegd om slachtoffers bij te staan. Als minderjarige kan je terecht bij Childfocus.
Daders moeten horen dat seksuele beelden online verspreiden zonder toestemming strafbaar is. Dus ook de straffeloosheid moet aangepakt worden. Secundaire daders die de beelden verder verspreiden, ontspringen al helemaal de dans terwijl net zij het geweld mee in stand houden. We moeten vooral ook aan de slag met daders. Dat vraagt specifieke programma’s die hen bewust maken van wat online gendergerelateerd geweld is, wat de impact is en hoe ze grenzen kunnen herkennen.
Het is belangrijk om als samenleving voldoende duidelijkheid te creëren over wat online kan en niet kan. Aanbieders van online fora moeten hun verantwoordelijkheid nemen, duidelijke gedragsregels hanteren en niet-consensuele beelden verwijderen. Daar worden ze door Europa ook toe verplicht. Bijzondere aandacht voor jongeren is nodig omdat zij er zo vaak mee geconfronteerd worden en het minst weten waar naartoe. Versterken van mediawijsheid en relationele vaardigheden gaan hierbij hand in hand.
Scholen komen dan in het vizier als de plek bij uitstek om hieraan te werken en alle jongeren te bereiken. In de nieuwe onderwijsdoelen voor de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs is relationele en seksuele vorming evenwel voortaan facultatief. Daarom is het des te belangrijker dat onderwijsvertrekkers seksuele gezondheid en relationele vaardigheden opnemen in de concrete leerplannen en hun scholen ondersteunen in het ontwikkelen van een brede visie hierop.
Net zoals in de offline, publieke ruimte is online gendergerelateerd geweld nauw verbonden met seksisme, racisme, homo- en transfobie… Online gendergerelateerd geweld adequaat aanpakken, staat dan ook niet los van de bredere strijd tegen discriminatie en machtsongelijkheden op basis van sekse, etniciteit, validiteit, seksuele voorkeur, genderidentiteit… Online gendergerelateerd geweld gaat immers niet over nieuwe problemen. Alleen de verpakking is anders. Hoog tijd om daarmee aan de slag te gaan.
Lees hier onze aanbevelingen over online gendergerelateerd geweld.