Nieuws

Toon items op tag: baasovereigenlijf

Een studente uit het derde middelbaar op het Montfortcollege in het Vlaams-Brabantse Rotselaar heeft met haar reactie aan de directie het debat over kledingvoorschriften op school opnieuw geopend. Beatrix Yavuz (14) vindt dat kledingcodes meisjes disproportioneel viseren.

Voor tieners is het ontdekken en creëren van een eigen identiteit een belangrijk deel van hun leven. Zij beleven er plezier aan om zich doorheen kleding uit te drukken en de eigen en sociale grenzen af te tasten. Jammer genoeg botsen meisjes daarbij ook op een dubbele moraal. Langs de ene kant wordt er van hen verwacht dat ze aantrekkelijk voor de dag komen. De huidige schoonheidsidealen die we in het straatbeeld, op social media en in mode zien, tonen hoe dat ook een zekere mate van seksualisering inhoudt. Alle zogenaamde seksuele bevrijding ten spijt, worden meisjes daar nog steeds op afgerekend. Tienermeisjes ondervinden dat hun lichamen plots door een seksuele bril bekeken worden, niet alleen door leeftijdsgenoten, maar ook door volwassenen die veel interesse tonen in het surveilleren van die lichamen. Meisjes moeten zich ‘deftig’ en niet ‘onthullend’ of ‘aanstootgevend’ kleden zodat niemand door hun lichamen kan worden afgeleid. De lange geschiedenis waarbij er gedacht werd dat mannen ongebreidelde seksuele driften hadden leeft vandaag voort. Het was de taak van vrouwen om mannen voor zichzelf te beschermen door vooral geen aanleiding te geven voor opstoten van dierlijke driften. Als een man zich niet kon ‘bedwingen’, zou het dan ook wel aan haar liggen. Had zij niet haar knie getoond? Zie daar, de lange traditie van victim blaming waarbij de schuld van dader verschoven wordt naar slachtoffer. Hierdoor golden verschillende regels voor mannen en vrouwen. Mannen genoten niet alleen meer bewegingsvrijheid, maar waren ook vrijer in het tonen van hun lichaam. Is de navel van vandaag, de knie van gisteren?

Niet alleen ondervinden meisjes hier hinder van omdat ze, bijvoorbeeld, de klas worden uitgestuurd, maar het creëert ook een grote focus op hun lichamen waarbij het spel met kleding een donkerder kantje krijgt. Door de verantwoordelijkheid voor het effect dat hun voorkomen heeft op anderen bij meisjes te leggen, maak je het voor hen heel moeilijk om niet zelf aan victim blaming te doen wanneer hen iets onaangenaams overkomt. Dit is de leeftijd waarop meisjes niet alleen die geseksualiseerde blik op hun lichamen voelen branden, maar waarbij ze ook ‘grappen’ over hun lichaam moeten aanhoren van leeftijdsgenoten, waarbij ze worden nageroepen op straat door ‘oude venten’, en ze voor het eerst een ongewenste hand op hun bil of borst voelen. Het is ook als tiener dat te veel meisjes hun seksuele grenzen overschreden weten worden, veelal door bekenden uit hun omgeving. Wanneer volwassenen aan een meisje zeggen dat haar leuke topje een decolleté heeft, maken zij haar ervan bewust dat er met een seksualiserende kijk naar haar lichaam gekeken wordt. Dat draagt bij aan een gevoel van onveiligheid. Zo zegt een zestienjarig meisje me dat zij zich heel ongemakkelijk voelt wanneer een leraar, een volwassene, haar erop wijst dat ze een decolleté heeft. Voor haar is het gewoon een leuk topje. ‘Ik heb het gevoel dat hierdoor ook het beeld ontstaat dat bepaalde kledij als sexy wordt beschouwd en je daardoor later misschien minder snel zoiets aantrekt om alleen te wandelen.’

Zo creëren dit soort regels dus net het probleem dat ze moeten aanpakken: ze seksualiseren meisjes. In plaats van verouderde dubbele standaarden te reproduceren en aan te leren, moeten scholen aangemoedigd worden om in te zetten op dialoog over hun beleid, op vrijheid van meningsuiting en keuze. Jongeren zijn allicht beter af wanneer er ruimte gecreëerd wordt voor kritische reflectie over de impact van media en popcultuur op genderidentiteit of de invloed van marketing en consumptie. De nadruk moet liggen op respect voor anderen ongeacht hun kleding. Ook kun je leren dat de verantwoordelijkheid voor de eigen blik en (seksuele) gevoelens, enkel en alleen bij de persoon zelf ligt. Het is niet aan meisjes om dit bij anderen te voorkomen, maar wel aan anderen om gepast ermee om te gaan. Een groter respect voor mannen en jongens is daarbij ook aangewezen: zij zijn geen beesten met oncontroleerbare verlangens.

Wanneer jongeren zich uitspreken tegen kledingvoorschriften gaat het om veel meer dan het uitdrukken van persoonlijke identiteit. Het gaat over de manier waarop meisjes zich geobjectiveerd en geseksualiseerd voelen. Het is een eis om gehoord en gerespecteerd te worden door wie hen al te vaak behandelen als tweederangsburgers en seksistische, racistische, classistische en homofobe denkpatronen op hun lichamen projecteren. Kledingcodes discrimineren niet alleen meisjes. Er zijn nog scholen die oorbellen, nagellak en make-up voor jongens verbieden. Ook mogen we niet blind zijn voor de manier waarop zwarte meisjes extremer en jonger worden geseksualiseerd. Het is ook onbegrijpelijk dat er Vlaamse scholen zijn die prat gaan op hun tolerante kledingvoorschriften en open schoolklimaat, maar toch de hoofddoek verbieden. Dat jongeren het debat aangaan kan alleen maar worden toegejuicht. Zij vragen een beleid dat relevant is voor hun leven, waarbij zij geraadpleegd worden en waarbij rekening gehouden wordt met identiteitsontwikkeling, genderexpressie en culturele diversiteit: een beleid van hun tijd.

Marjolein Van Bavel is postdoctoraal onderzoeker geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en Furia-lid.

Dit opiniestuk verscheen op 4/06/2021 in Knack Weekend.

Gepubliceerd in Algemeen

FURIA OP SOCIALE MEDIA

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart