Furia
Opinie: Kledingvoorschriften: Een beleid van hun tijd
Een studente uit het derde middelbaar op het Montfortcollege in het Vlaams-Brabantse Rotselaar heeft met haar reactie aan de directie het debat over kledingvoorschriften op school opnieuw geopend. Beatrix Yavuz (14) vindt dat kledingcodes meisjes disproportioneel viseren.
Voor tieners is het ontdekken en creëren van een eigen identiteit een belangrijk deel van hun leven. Zij beleven er plezier aan om zich doorheen kleding uit te drukken en de eigen en sociale grenzen af te tasten. Jammer genoeg botsen meisjes daarbij ook op een dubbele moraal. Langs de ene kant wordt er van hen verwacht dat ze aantrekkelijk voor de dag komen. De huidige schoonheidsidealen die we in het straatbeeld, op social media en in mode zien, tonen hoe dat ook een zekere mate van seksualisering inhoudt. Alle zogenaamde seksuele bevrijding ten spijt, worden meisjes daar nog steeds op afgerekend. Tienermeisjes ondervinden dat hun lichamen plots door een seksuele bril bekeken worden, niet alleen door leeftijdsgenoten, maar ook door volwassenen die veel interesse tonen in het surveilleren van die lichamen. Meisjes moeten zich ‘deftig’ en niet ‘onthullend’ of ‘aanstootgevend’ kleden zodat niemand door hun lichamen kan worden afgeleid. De lange geschiedenis waarbij er gedacht werd dat mannen ongebreidelde seksuele driften hadden leeft vandaag voort. Het was de taak van vrouwen om mannen voor zichzelf te beschermen door vooral geen aanleiding te geven voor opstoten van dierlijke driften. Als een man zich niet kon ‘bedwingen’, zou het dan ook wel aan haar liggen. Had zij niet haar knie getoond? Zie daar, de lange traditie van victim blaming waarbij de schuld van dader verschoven wordt naar slachtoffer. Hierdoor golden verschillende regels voor mannen en vrouwen. Mannen genoten niet alleen meer bewegingsvrijheid, maar waren ook vrijer in het tonen van hun lichaam. Is de navel van vandaag, de knie van gisteren?
Niet alleen ondervinden meisjes hier hinder van omdat ze, bijvoorbeeld, de klas worden uitgestuurd, maar het creëert ook een grote focus op hun lichamen waarbij het spel met kleding een donkerder kantje krijgt. Door de verantwoordelijkheid voor het effect dat hun voorkomen heeft op anderen bij meisjes te leggen, maak je het voor hen heel moeilijk om niet zelf aan victim blaming te doen wanneer hen iets onaangenaams overkomt. Dit is de leeftijd waarop meisjes niet alleen die geseksualiseerde blik op hun lichamen voelen branden, maar waarbij ze ook ‘grappen’ over hun lichaam moeten aanhoren van leeftijdsgenoten, waarbij ze worden nageroepen op straat door ‘oude venten’, en ze voor het eerst een ongewenste hand op hun bil of borst voelen. Het is ook als tiener dat te veel meisjes hun seksuele grenzen overschreden weten worden, veelal door bekenden uit hun omgeving. Wanneer volwassenen aan een meisje zeggen dat haar leuke topje een decolleté heeft, maken zij haar ervan bewust dat er met een seksualiserende kijk naar haar lichaam gekeken wordt. Dat draagt bij aan een gevoel van onveiligheid. Zo zegt een zestienjarig meisje me dat zij zich heel ongemakkelijk voelt wanneer een leraar, een volwassene, haar erop wijst dat ze een decolleté heeft. Voor haar is het gewoon een leuk topje. ‘Ik heb het gevoel dat hierdoor ook het beeld ontstaat dat bepaalde kledij als sexy wordt beschouwd en je daardoor later misschien minder snel zoiets aantrekt om alleen te wandelen.’
Zo creëren dit soort regels dus net het probleem dat ze moeten aanpakken: ze seksualiseren meisjes. In plaats van verouderde dubbele standaarden te reproduceren en aan te leren, moeten scholen aangemoedigd worden om in te zetten op dialoog over hun beleid, op vrijheid van meningsuiting en keuze. Jongeren zijn allicht beter af wanneer er ruimte gecreëerd wordt voor kritische reflectie over de impact van media en popcultuur op genderidentiteit of de invloed van marketing en consumptie. De nadruk moet liggen op respect voor anderen ongeacht hun kleding. Ook kun je leren dat de verantwoordelijkheid voor de eigen blik en (seksuele) gevoelens, enkel en alleen bij de persoon zelf ligt. Het is niet aan meisjes om dit bij anderen te voorkomen, maar wel aan anderen om gepast ermee om te gaan. Een groter respect voor mannen en jongens is daarbij ook aangewezen: zij zijn geen beesten met oncontroleerbare verlangens.
Wanneer jongeren zich uitspreken tegen kledingvoorschriften gaat het om veel meer dan het uitdrukken van persoonlijke identiteit. Het gaat over de manier waarop meisjes zich geobjectiveerd en geseksualiseerd voelen. Het is een eis om gehoord en gerespecteerd te worden door wie hen al te vaak behandelen als tweederangsburgers en seksistische, racistische, classistische en homofobe denkpatronen op hun lichamen projecteren. Kledingcodes discrimineren niet alleen meisjes. Er zijn nog scholen die oorbellen, nagellak en make-up voor jongens verbieden. Ook mogen we niet blind zijn voor de manier waarop zwarte meisjes extremer en jonger worden geseksualiseerd. Het is ook onbegrijpelijk dat er Vlaamse scholen zijn die prat gaan op hun tolerante kledingvoorschriften en open schoolklimaat, maar toch de hoofddoek verbieden. Dat jongeren het debat aangaan kan alleen maar worden toegejuicht. Zij vragen een beleid dat relevant is voor hun leven, waarbij zij geraadpleegd worden en waarbij rekening gehouden wordt met identiteitsontwikkeling, genderexpressie en culturele diversiteit: een beleid van hun tijd.
Marjolein Van Bavel is postdoctoraal onderzoeker geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en Furia-lid.
‘The handmaid’s tale’ is geen handleiding
“Mannen zijn bang dat vrouwen hen zullen uitlachen. Vrouwen zijn bang dat mannen hen zullen vermoorden” Margaret Atwood
In 1985 al schreef Margaret Atwood de dystopische roman ‘The Handmaid’s Tale’. Steeds meer lijkt realiteit de fictie in te halen, steeds meer lijken we te belanden in Gilead - de totalitaire republiek waar het verhaal zich afspeelt. De gelijkenissen (tussen fictie en realiteit) zijn in elk geval treffend. Net zoals in Gilead, willen conservatieve leiders in Turkije, Polen, Hongarije etc. vrouwen terug aan de haard. Vrouwen worden gereduceerd tot hun capaciteit om kinderen te baren en het moederschap. Net zoals in Gilead, worden feministen en vrouwen die niet beantwoorden aan de stereotiepe genderrollen als onvrouwelijk (‘unwomen’) en zelfs als gevaarlijk beschouwd. Net zoals in Gilead, wordt geweld tegen vrouwen niet serieus genomen en worden vrouwen zelfs met de vinger gewezen. Net zoals in Gilead, worden de rechten van de LGBTQ+-gemeenschap ontnomen (de zogenaamde ‘gender traitors’ in het boek), wordt homoseksualiteit als een zonde beschouwd en houdt het geweld ten opzichte van de LGBTQ+-gemeenschap niet op.
Hoe lang zal het nog duren vooraleer deze dystopie werkelijkheid wordt?
Met de terugtrekking van Turkije uit het Verdrag van Istanbul bewegen we in elk geval in die richting. De Vrouwenraad steunt (de Turkse) vrouwen in hun strijd tegen geweld en veroordeelt ten zeerste de beslissing van Turkije om zich terug te trekken uit het Verdrag van Istanbul.
Op 20 maart 2021 trok president Recep Tayyip Erdogan zich terug uit het Verdrag van Istanbul, het Verdrag van de Raad van Europa dat geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld moet bestrijden en voorkomen. Dat is enigszins opvallend aangezien Turkije het eerste land was dat de conventie ondertekende in 2011, een conventie die vernoemd is naar een van de grootste steden in Turkije. Bovendien is geweld tegen vrouwen er een groot probleem. Er zijn geen officiële cijfers, maar het aantal femicides is torenhoog: vorig jaar zouden er meer dan 400 vrouwen zijn vermoord, dit jaar staat de teller al op 77. Turkse vrouwen trekken al lang aan de alarmbel: in juli 2020 kleurde Instagram nog helemaal zwart-wit met een #womensupportingwomen-challenge, die eigenlijk begon als een campagne om de femicides in Turkije aan te klagen na de moord op studente Pinar Gültekin. Uit onderzoek blijkt ook dat 42 % van alle Turkse vrouwen fysiek, seksueel en/of psychisch mishandeld wordt.
Toch verrast deze beslissing van Erdogan ons niet. Erdogan en andere Turkse politici beklemtonen al langer dat vrouwen terug aan de haard moeten, dat moederschap de enige taak is voor vrouwen en dat vrouwen zich ‘kuis en fatsoenlijk’ moeten gedragen. Dat de implementatie van het verdrag gendergelijkheid vooropstelt, wordt beschouwd als een bedreiging voor de zogenaamde “traditionele normen en waarden”.
Het feit dat Turkije zich nu terugtrekt uit een mensenrechtenverdrag, is niet alleen een mokerslag in het gezicht van Turkse vrouwen, maar van élke vrouw ter wereld. Een internationaal verdrag is niets waard wanneer landen zich er zomaar uit kunnen terugtrekken.
Wereldwijd zien we hoe vrouwenrechten meer en meer in vraag worden gesteld en onder druk komen te staan. We zien berichten van toenemend huiselijk geweld, hoe verkrachtingen amper worden bestraft, hoe vrouwenrechten als pasmunt worden gebruikt in politieke onderhandelingen, … De COVID-19-pandemie heeft geleid tot een verdere escalatie van geweld tegen vrouwen en meisjes over de hele wereld als gevolg van bewegingsbeperkingen, sociaal isolement en economische onzekerheid.
De tendens tot verrechtsing en onderwerping van de vrouw gaat bovendien gepaard met het veroordelen van elke identiteit die niet aanleunt bij het ‘traditionele waardenpatroon’. Dat in de onderliggende redenering om zich terug te trekken uit het Verdrag van Istanbul met de vinger wordt gewezen naar de LGBTQ+-gemeenschap, maakt het des te gevaarlijker. Verrechtsing en onderwerping gaan hier hand in hand met het stigmatiseren van bepaalde individuen en groepen van de bevolking. Net daarom is het terugtrekken van Turkije uit het Verdrag van Istanbul niet enkel een aanfluiting van de rechten van de Vrouw, maar ook van de rechten van de Mens. Om de nog steeds voortdurende schending van de mensenrechten aan te pakken, zijn maatregelen op beleids-, wetgevend en institutioneel niveau nodig. De ratificatie en uitvoering van het Verdrag van Istanbul door staten betekent een noodzakelijke verbintenis in deze richting. Die verbintenis opzeggen kan dramatische gevolgen hebben, en tevens een vrijgeleide vormen voor andere landen die op de drempel staan om een conservatieve wind te doen waaien.
Het ziet er immers naar uit dat Turkije zeker niet het laatste land is om zich uit dit verdrag terug te trekken: ook Polen gaf al in juli 2020 aan zich te willen terugtrekken. We zien er dezelfde tendens als in Turkije: ook daar is er kritiek op het verdrag omdat het niet in lijn ligt met de ‘traditionele normen en waarden’ en dat het verdrag ‘homoseksualiteit promoot’. Polen heeft zich nog niet formeel teruggetrokken, maar intussen is er wel een zeer restrictieve abortuswet, zijn er LGBT-free zones en is er een speciale televisiezender die vrouwen opnieuw aan de haard moet krijgen. Ook Hongarije baart ons zorgen. Het Verdrag van Istanbul zou volgens de KDNP (coalitiepartner van premier Orbán) ‘destructieve gender-ideologieën en migratie’ promoten. Bovendien zijn er in Hongarije ondertussen al fiscale voordelen voor vrouwen die minstens vier kinderen krijgen om zo het geboortecijfer op te krikken, en zijn de holebirechten serieus ingeperkt. Slowakije volgt dezelfde trend.
Dat er wereldwijd een tendens is naar meer onderdrukking en verworven mensenrechten niet meer vanzelfsprekend zijn, is duidelijk. De Vrouwenraad vraagt daarom met grote bezorgdheid aan alle leden en organisaties om zich uit te spreken tegen de terugtrekking van Turkije en mogelijks andere landen uit het Verdrag van Istanbul.
Tevens vragen wij nadrukkelijk aan de Belgische overheid om te reageren tegen het terugtreden van Turkije en roepen we op om alle mogelijke diplomatieke middelen in te zetten om deze trend te keren. Ten slotte vragen we om nooit te aanvaarden dat EU-lidstaten zoals Hongarije, Polen en Slowakije gendergelijkheid en vrouwenrechten uithollen.
Meron Knikman
Voorzitter Vrouwenraad
25 maart 2021
Furia ondertekende mee deze brief van de Vrouwenraad.
Opinie: De urgente zoektocht naar hoe we moeten omgaan met seksueel geweld en verkrachting
Recent werden twee mannen veroordeeld tot celstraffen met uitstel voor een verkrachting in de toiletten van een dancing in de Overpoortstraat. De feiten zijn even triest als misselijkmakend. Daarbovenop draagt de gekleurde berichtgeving in verschillende media bij tot verdere kwetsuren en trauma, wat bij velen met ons de verontwaardiging en de angst voedt.
Verschillende media schetsten hoe in 2018 twee studenten op café een bevriende studente verkrachtten waarbij één van hen dat ook filmde en de beelden verspreidde. Alledrie waren ze 19, alledrie hadden ze teveel op. De rechter verwijt de daders “flagrant misbruik te hebben gemaakt van de situatie”. Ze toonden geen respect voor de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de vrouw, maar hij dicht hen “geen criminele inborst” toe.
De redenering luidt dat de mannen jong zijn, nog thuis wonen, allebei een job en een blanco strafblad hebben. Onder het mom van hun onbezonnenheid en de specifieke context krijgen ze uitstel voor het uitzitten van hun celstraf (16 en 20 maanden). Ze verliezen vijf jaar hun burgerrechten en moeten een schadevergoeding betalen van respectievelijk 5.000 en 7.500 euro.
Jong en onbezonnen: vrijgeleide voor zware feiten?
Hoe kan jong en onbezonnen zijn een vrijgeleide zijn voor toch zware feiten? In welke context zouden deze feiten wél zwaarder doorwegen? Een strafblad kan in de rechtspraak een verzwarend gegeven zijn, maar kan geen strafblad hebben een zaak ook lichter maken? En wat doet de rechter met hun “ernstig verstoorde waarden- en normenbesef”? Waarom voegde de rechter geen voorwaarden toe aan het uitstel?
Voorwaarden die hoop geven op inzicht in hun gedrag, bijvoorbeeld via een traject (actieve begeleiding) waarin ze tot schuldbesef komen, werken aan zichzelf en grenzen leren respecteren? Iter vzw doet aan daderbegeleiding, weliswaar met weinig personeel en weinig middelen. Zou justitie niet beter meer gebruik maken van die expertise? En wat met het slachtoffer: krijgt zij ondersteuning voor de traumatische feiten die haar zijn aangedaan? De overheid moet dringend meer investeren in de ondersteuning van slachtoffers en begeleiding van daders.
Repressie als ultieme oplossing
Als feministische organisatie hekelen we hoe onze samenleving en instituties vandaag nog altijd enkel heil verwachten van repressie in de vorm van (zwaardere) gevangenisstraffen. Kunnen we ernstig onderzoeken hoe ook andere, herstelgerichter mogelijkheden een volwaardige plaats in het strafrecht kunnen krijgen? Zoals intensieve begeleiding van plegers, vrijwilligerswerk, bijdragen aan een slachtofferfonds, die ook professor seksueel strafrecht Liesbet Stevens in deze krant zinvol acht (DS 12/3).
Kunnen we werk maken van wat auteur Édouard Louis (DS 13/3) treffend “een pluriformiteit aan uitkomsten” noemt? “Sommige slachtoffers willen verzoening, anderen willen een straf en nog anderen willen de dader nooit meer zien, ook niet bij een proces.” Als mensen meer handelingsmarge krijgen, zal hun aangiftebereidheid toenemen en hun vrees voor verdere victimisatie niet bewaarheid worden.
Woorden zijn niet neutraal
Ook de vaak gekleurde berichtgeving over de feiten ligt ons zwaar op de maag. Sommige bewoordingen zijn een slag in het gezicht van al wie te maken had met grensoverschrijdend gedrag en dragen bij aan het normaliseren van verkrachting en seksueel geweld. Wat doet bijvoorbeeld jong en dronken zijn ter zake?
In de koppen en artikels schemerde vaak een suggestieve framing door. Met die opbouw klinkt een zin als “Het slachtoffer krijgt ook nog een schadevergoeding van circa 7.500 euro” haast als een cadeau. Maar hoe wrang is zo’n schadevergoeding? Wat koop je ermee? De rechtzetting van het onrecht dat je werd aangedaan? Ont-traumatisering? Afkoping van een gevoel dat mogelijks nog jaren je doen en laten beknot?
Ook media kan steentje bijdragen
Tot slot willen we nog wijzen op twee zaken. Ten eerste hoe belangrijk wetenschappelijke duiding is om slachtoffers aan te moedigen om klacht in te dienen.
Vervolgens dat bij berichtgeving over zulke feiten best wordt meegegeven bij welke instanties je terecht kan met vragen. Mag ook die andere pandemie, seksueel geweld, de aandacht, middelen en experteninbreng krijgen opdat de samenleving, haar instituties en – niet in het minst – slachtoffers er beter van worden?
Laten we lessen trekken uit het geweld dat Julie Van Espen, Ihsane Jarfi, David Polfliet en honderdduizenden anderen moesten doormaken.
Zorgcentra na seksueel geweld: www.seksueelgeweld.be
Hulplijn bij vragen over geweld: 1712
Daderhulp seksueel geweld: www.iter-hulp.be
Voor familieleden van plegers: www.familievan.be
Esther Philippen en Liliane Versluys zijn lid van de feministische denktank en actiegroep Furia.
Voer op 21 maart mee actie tegen structureel racisme!
21 maart is de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Massaal op straat komen, zit er dit jaar jammer genoeg niet in vanwege de coronacrisis. Toch kan je je steentje bijdragen in deze strijd! Deel een foto van jezelf met een blad waarop staat "België verenigd tegen racisme" zoals op je hier op de foto kan zien en gebruik daarbij de hashtags #Belgiëverenigdtegenracisme #WorldAgainstRacism #StaOpTegenRacisme #pl2103, met speciale aandacht voor de hashtags #BaasOverEigenHoofd en #BaasOverEigenLijf niet. Want geen feminisme zonder antiracisme!
Gebruik dit kader op je profielfoto op Facebook en download onderaan de facebookbanner van Platform21/3.
Zo geven we samen meer zichtbaarheid aan de 6 concrete eisen van Platform21/3, waar Furia ook lid van is!
De 6 eisen
2. Zorg voor een warme, menselijke en kwaliteitsvolle vluchtelingenopvang die de mensenrechten respecteert. Sluit geen vluchtelingendeals met ondemocratische regimes. De overheid moet in een professioneel georganiseerd en educatief-verantwoord aanbod voorzien gericht op integratie en gelijke sociale behandeling van nieuwkomers en sans-papiers zoals bepaald in de Universele Rechten van de Mens en de Conventies van Genève.
3. Een verbod op levensbeschouwelijke tekens verhindert de toegang van veel vrouwen tot werk en opleiding. We zijn tegen de bestaande hoofddoekverboden op de werkvloer en in het middelbaar en hoger onderwijs.
4. Meerdere artikels van de nieuwe vreemdelingenwet zijn onze rechtstaat onwaardig. Zo kunnen mensen op basis van Artikel 21 van deze wet (de ‘deportatiewet’) nu op basis van vermoedens (dus zonder bewezen schuld, zonder proces) het land worden uitgezet. Schaf deze ongelijke behandeling van burgers af.
5. Iedereen heeft recht op gelijke behandeling en bescherming door de politie. Etnische profilering, buitensporig geweld, en discriminerend politiegedrag moeten bestreden worden met een zero-tolerantie-aanpak.
6. Na de onafhankelijkheid van Congo heeft België onvoldoende aandacht geschonken aan gewetenswerk over de kolonisering en de gigantische schade die hiermee is aangericht. De publieke ruimte staat vol met verwijzingen naar de koloniale periode, net zoals de onderwijsprogramma’s en de geschiedenisboeken. We moeten samen actief hierover nadenken en inzetten op de dekolonisering van de publieke ruimte en de integratie van een kritische analyse van de kolonisatie in de onderwijsprogramma’s en -boeken.
Opinie: Jonge feministen hebben wél goesting in seks
“Klassiek feminisme” enkel met politieke kwesties bezig? Ik dacht het niet. Bij Furia werken we intergenerationeel, en de jongerenwerking van Furia kiest wel degelijk voor de persoonlijke beleving van seksualiteit. Een thema waar jonge feministen van wakker liggen.
In het interview in Knack naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag beweren Kaat Bollen en Griet Vandermassen dat vrouwenorganisaties het nogal vaak hebben over sociaal-economische thema's en minder over de seksualiteitsbeleving van vrouwen.
Als jonge leden van Furia weten wij als de beste dat dit niet helemaal waar is. Afgelopen nationale vrouwendag (11 november 2020), brachten we namelijk het thema seksualiteit met een heuse 'feministische seksinfotheek''. Ook daarvoor hadden we al beslist dat we ons de komende periode zouden focussen op thema's als seksualiteit, pornografie of de representatie van de vrouw in de media, die vaak nogal té geseksualiseerd is. Ook online dating en alleen wonen in de stad komt aan bod. Naast het delen van eigen ervaringen en belevingen, gingen we op zoek naar allerlei informatie. Teksten, blogs, interessante podcasts en filmpjes op youtube of zelfs een lijst van jonge influencers op Instagram. Teveel om op te noemen.
Een van de kernpunten, is de zogenaamde seksinfotheek. Daarin belichten we inclusieve, ethisch verantwoorde en vrouwvriendelijke pornografie. Daarbij mikken we op herbronning van de vrouw, die zo zichzelf kan herkennen en (her)ontdekken op seksueel vlak. Ook Kaat Bollen en Griet Vandermassen zijn welkom om een kijkje te nemen op onze seksinfotheek.
Eén uitspraak van Griet Vandermassen en Kaat Bollen is ons ook niet heel duidelijk. Wat bedoelen zij bijvoorbeeld als ze zeggen dat vrouwen terug vrouw moeten kunnen zijn en hun 'vrouwelijkheid' beleven.
Er zijn zoveel soorten vrouwen en manieren om vrouw te zijn. Je vrouwelijkheid beleven is iets unieks en staat haaks op hun suggestie van een standaardversie van 'de vrouw'. Als jonge vrouwen én feministes willen we de vrijheid hebben om er zelf invulling aan te geven, vanuit onze eigen realiteit. Veel jongeren willen ook van al té rigide invullingen van geslacht, geaardheid, seksualiteit. Ze willen de vrijheid om die ruimte open te trekken en het brede spectrum van ervaringen zoals bijv. queer of trans, verkennen. Een herontdekking over wat ze zelf fijn vinden en hoe de mens zichzelf ziet en omschrijft. Zelf invulling geven aan onze identiteit dus.
Het persoonlijke valt niet los te koppelen van het politieke. Natuurlijk vinden ook wij als jonge feministes dat de #MeToo beweging belangrijk is. De normen rond seksueel overschrijdend gedrag veranderen (eindelijk). Het klassieke feminisme waar Kaat Bollen en Griet Vandermassen naar verwijzen bestaat echter niet. Feminisme is divers. Bij Furia is het altijd al een en-en verhaal geweest.
Zo was er tijdens de tweede feministische golf vanaf de jaren 60 wel degelijk aandacht voor seksualiteit. Denk maar aan De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt. Daarnaast waren er ook groepen vrouwen die samen kwamen om het te hebben over seks en lichaam. Net zoals de jonge feministen van Furia dat vandaag opnieuw doen. Seksualiteit in de tweede golf ging over veel meer dan enkel seksueel genot. De heersende perspectieven werden in vraag gesteld. Seksuele taboes kwamen aan bod gaande van pedofilie en incest tot vrouwenmishandeling. Omdat seksualiteit en hoe we erover denken en hoe we het beleven beïnvloed wordt door dominante ideeën, gaat seksualiteit dus wel degelijk over meer dan de orgasmekloof.
Feministen zijn het erover eens zich in te zetten voor een gelijkere wereld zodat gemarginaliseerde groepen meer kansen krijgen en een beter leven kunnen leiden. Bij het bepalen van de prioriteiten leggen we andere accenten, vertrekkende vanuit onze verschillende leefwerelden en levensfases. Als jonge vrouwen die nog volop hun lichaam en seksualiteit aan het verkennen zijn, die reflecteren over wel of geen kinderen, het soort gezin en relaties die we wensen, zijn we bij uitstek bezig met seksualiteit en het lichaam. Dat was niet anders in de jaren zestig, zeventig en tachtig toen de oprichters van Furia zich in hebben gezet binnen het tweede-golf-feminisme. Naast belangrijke eisen met betrekking tot gelijk loon naar werk, onderwijskansen, abortus, geweld tegen vrouwen, enzovoort, wilden ze ook een seksuele revolutie en bestaande stereotiepe beelden over vrouw-zijn, vrouwelijkheid en vrouwelijke seksualiteit tegengaan.
Onze Furia-leden stellen die diverse en brede strijd verder.
Het bereiken van jongere generaties is niet makkelijk. Initiatieven zoals de jongerengroep van Furia tonen aan dat het bereiken van alle generaties nodig is willen we diverse thema's waar vrouwen in hun dagelijkse realiteit mee worden geconfronteerd, blijven aansnijden. De initiatieven van de jongerengroep van Furia zijn daar een geslaagd voorbeeld van.
Annouk Brebels, jongerengroep van Furia
Opinie: Is hier sprake van cancel - cultuur of van kanselcultuur?
Of Amanda Gormans The Hill We Climb wel of niet door Marieke Lucas Rijneveld vertaald ‘mag’ worden, blijft stof doen opwaaien. Terugkijkend op bijna een halve eeuw feministisch denk- en actiewerk voegen we, op deze internationale dag van vrouwenrechten, enkele bedenkingen toe aan de reacties.
Allereerst de boodschap om te luisteren naar wat mensen van kleur écht inbrengen in het debat. Ze hakken niet in op witte mensen die zich aan teksten van zwarte mensen ‘wagen’. Ze vertellen hoe pijnlijk het is dat spoken word-auteurs – vaak auteurs van kleur – niet gepolst worden voor zo’n vertaling, zelfs wanneer hun Engels beter is. Ze spreken over gemiste kansen en hoe daar iets positiefs uit te puren. Al te vaak wordt hun zorgvuldige en gelaagde boodschap bewust verkeerd geïnterpreteerd. We lijken het verleerd om echt te luisteren, om te vragen naar verduidelijking in plaats van polarisering te zoeken. Toen begin jaren 70 een nieuwe lichting feministes de straat op ging, had men schande kunnen roepen over hun slogans en acties. We willen die tijd niet idealiseren – de clichés over tuinbroekdragende mannenhaatsters zijn we nog niet kwijt. Maar er was luisterbereidheid.
Antiwit
Het zou interessant zijn om te ontrafelen waarom de feministische strijd toen al bij al positief werd onthaald door de goegemeente. Er viel weleens een denigrerende uitspraak, maar er was geen rabiaat verzet. Dat is in de hele ‘woke-discussie’ wel anders, getuige bijvoorbeeld de gretigheid waarmee Bart De Wever (N-VA) de kwestie beschreef als een wit-zwart slagveld. Op Twitter suggereerde hij – heel bewust – dat er sprake is van onduldbaar antiwit racisme: “Stel u voor dat iemand zou zeggen dat een kleurling (sic) ongeschikt is om een blanke auteur te vertalen.” En nog: “De Europese zelfhaat heeft met de wokecultuur de grens van de waanzin overschreden.”
Zijn uitval bevat een begin van een antwoord op de vraag waarom de antiracistische beweging zoveel meer weerstand oproept dan de feministische, terwijl de kwesties minstens even prangend zijn. Ze wordt voortdurend geframed als deel van een cultuurstrijd die de westerse waarden zou bedreigen. Een bedreiging van buitenaf die met ‘woke’ ook binnenin voelbaar is (zelfhaat). Elke uitspraak wordt een bewijs van de geldingsdrang van ‘de ander’ en een miskenning van hoe goed het toeven is in de Europese cultuur. Veel ruimte voor nuance en gesprek laat dat niet – zeker niet met op de achtergrond een aanhoudend discours tegen migratie. De boodschap is dat mensen van kleur welkom zijn áls ze zich inschakelen in de ‘Vlaamse Leitkultur’. Dat is de keuze van bijvoorbeeld Assita Kanko (N-VA). Die keuze staat haar vrij, maar het wordt een probleem wanneer het de enige is die wordt geduld (of opgelegd, bijvoorbeeld met een hoofddoekverbod).
Is het niet paradoxaal dat pleitbezorgers van een nationalistische culturele identiteitspolitiek (Vlaamse canon enzovoort) het woord ‘identiteitspolitiek’ als een aanklacht gebruiken tegen minderheden die discriminaties en ongelijkheid aan de kaak stellen? Wat levert het op? Een krampachtig vasthouden aan een koloniale Zwarte Piet. Het aanvallen van zelforganisaties van mensen van kleur, wegens ‘verdelend’. Wie wordt er beter van mensen het recht ontzeggen om hun ervaringen te delen en politiek te maken? En van het ridiculiseren en verdacht maken van solidariteit? Is hier sprake van een cancelcultuur of van kanselcultuur?
Laten we plaats maken voor vele verhalen die zowel de pijn als de dromen vertolken. Het verhaal dat Amanda Gorman bracht, over een “skinny black girl descended from slaves and raised by a single mother”, een meisje dat droomt van president te worden. Of het verhaal van een wit meisje dat de boeken van Jules Verne verslond, zich afvroeg hoe zij een rol kon spelen in dat ‘mannenavontuur’ en decennia later nog steeds weet hoezeer dat haar bezighield. Zoals een ‘feministische bril’ nodig is om een betere wereld te verbeelden, zo hebben we ook een ‘woke’ kijk nodig: eentje die gevoeligheid helpt ontwikkelen voor de effecten van machtsongelijkheid tussen witte mensen en mensen van kleur. Alert (‘woke’) zijn voor racisme, seksisme en andere vormen van uitsluiting is positief. Feministen kunnen zich daar wat bij voorstellen: in de beweging hebben witte vrouwen leren luisteren naar vrouwen van kleur, heterovrouwen naar lesbiennes, cisvrouwen naar transvrouwen ... Dat ging niet vanzelf, maar als het gebeurde én gebeurt, is het revelerend. Zo groeit gezamenlijke actie voor een betere wereld voor iedereen. Dat is ons pleidooi in deze week van 8 maart, internationale dag van vrouwenrechten – in solidariteit.
Ida Dequeecker, Meryem Kanmaz en Els Flour, in naam van Furia.
Dit opiniestuk verscheen op 8/03/2021 in De Morgen.
Opinie: Wat als het grondig fout gaat in de 'morsige' zone van de erotiek?
In Humo en De Morgen (15/1) bezong Delphine Lecompte de lof van de morsige en schimmige kant van de erotiek, van de “intrinsieke duisternis en de prachtige verbijsterende complexiteit van de seksuele aantrekkingskracht”, van de “wrede sluwe spelletjes” die daarbij al eens worden gespeeld en vraagt ze begrip voor wie zich ooit verloor “in de wilde intense verering, de zalige verschroeiende devotie van een korzelig onwillig liefdesobject”.
Met wat meer weerbaarheid en relativering van deze vrouwen had het niet zo ver moeten komen
Het is een mooie en een belangrijke verdediging die ze voert. Wél bijzonder jammer is dat ze die zo nadrukkelijk koppelt aan een apologie van Bart De Pauw. Daarbij heeft ze nauwelijks oog voor de ervaring van de vrouwen die door hem werden belaagd. Haar “Alle respect voor de ‘slachtoffers’ van Bart De Pauw die zich wel een prooi hebben gevoeld (maar …)” weegt niet op tegen de passages waar ze haar pijlen weliswaar richt op anderen, maar en passant de rol van machtsrelaties in vraagt stelt en lijkt te insinueren dat het met wat meer weerbaarheid en relativeringsvermogen van deze vrouwen niet zo ver had moeten komen.
Soms gaat het in zo'n morsige zone grondig fout
Vooral is het jammer dat ze niet wat meer ruimte creëert voor wat er schuil kan gaan achter haar zin “Niemand die er het fijne van weet, behalve de participanten”. In deze zaak geeft een aantal van die participanten aan dat wat is gebeurd niets te maken had met de “verbijsterende complexiteit van de seksuele aantrekkingskracht” maar extreem stresserend, belastend en beangstigend was. Geweld, agressie of chantage zijn geen noodzakelijke voorwaarden voor zo’n situatie. De keuze waar we voor staan is ook niet zwart / wit tussen hetzij kwezeligheid, rigiditeit en bekrompenheid in de erotiek, hetzij alleen reageren op gewelddadige ontsporingen. Soms gaat het in zo'n morsige zone grondig fout. En als dat gebeurt, dan moet er een aanspreekpunt zijn, moet er een manier zijn om wie over de schreef gaat en dat niet wil horen tot de orde te roepen. Net zomin als we terug willen naar een zwijgcultuur over de spannende kant van die morsigheid in de erotiek, willen we terug naar een zwijgcultuur over de kwalijke en bedreigende kant ervan.
Voor Furia is instemming een cruciaal concept
In een weerwoord op de eerste reacties op haar schrijven (website Humo 17/1 en HLN 19/1) steekt Delphine Lecompte de draak met ‘consent’, als zou dat ertoe leiden dat erotiek voortaan op een apothekersweegschaal wordt afgewogen. Voor Furia is instemming wel een cruciaal concept. Alle vrijheid bij consensuele seks en geflirt, maar als die instemming er niet is, dan temper je je verlangen. Dat heeft niets te maken met bekrompenheid, maar met empathie en generositeit. Er komen ook geen ondertekende contracten aan te pas. De meesten onder ons voelen wel degelijk wanneer ons verlangen de grenzen van een partner overschrijdt en zetten dan een stap terug.
Sommigen overschrijden steeds weer die grens, en we hebben als samenleving beslist om wie daar slachtoffer van is, de kans te geven om verhaal te zoeken. Niet noodzakelijk en niet in de eerste plaats via rechtspraak trouwens. Dat het in deze zaak wél zover kwam, heeft Bart De Pauw minstens deels over zichzelf afgeroepen. De vrouwen die naar de vertrouwenspersoon van de VRT stapten, waren geen vragende partij om dit in het publieke domein te brengen. Ze wilden dat de overlast stopte, ze wilden een veiliger werkvloer, ze wilden vermijden dat nog vrouwen hetzelfde zouden meemaken. Zij hebben zware tijden meegemaakt.
Els Flour, bestuurslid Furia, 22/1/2021
Eisenpakket en Visietekst Vrouwendag 2020
Maak kennis met de eisen van Furia voor een gelijke en zorgzame samenleving. Je kan onze visietekst en onze eisen hieronder downloaden in pdf.
Luister ook hoe spoken word-artieste Sakina pleit voor een andere wereld. Sakina is een slam poet die schrijft sinds 2013, over verschillende zaken die haar raken. Voor Sakina is schrijven een uitlaatklep, een vorm van zelfreflectie en natuurlijk een manier om zware thema's in een luchtig en interactief jasje te steken. Op het podium brengt ze die tot leven. Sakina liet zich voor deze tekst inspireren door de eisen van Furia en haar kijk op intersectioneel feminisme.
Hashtags en een opgestoken hand om nee te zeggen tegen geweld op vrouwen
Het Mirabal-platform roept op tot actie tegen geweld tegen vrouwen. Om ons te helpen mobiliseren, kunt jij een individuele of collectieve foto uitzenden die uitnodigt om deel te nemen aan onze acties.
Hoe ?
Met de hashtags #stopgeweldtegenvrouwen, #25november en #mirabalbelgium kun je een foto delen waarop je een paargeschilderde hand opsteekt. Je kunt daarvoor verf, make-up, stiften of wat je ook goed vindt gebruiken !). Deel vervolgens je foto op Facebook, Twitter, Instagram, … hoe meer posts hoe beter!
Heb je geen paarse verf liggen thuis? Geen probleem! Neem een selfie of spreek online af met vrienden, neem een screenshot en plak de afbeelding van een paars hand op jullie handen. De transparante afbeelding kan je hieronder downloaden.
Je kunt Mirabal ook een mail sturen op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Meer info via deze link of via de website van Mirabal.
Oproep nationale mobilisatie tegen geweld op vrouwen op 22 november
In de regeringsverklaring van de nieuwe federale bestuursploeg wordt ook de strijd tegen geweld op vrouwen aangehaald. De ambities stellen helaas teleur. Nochtans heeft een groep deskundigen van de Raad van Europa onlangs een rapport gepubliceerd dat tot in de details weergeeft welke maatregelen België precies moet nemen om te voldoen aan de eisen van het Verdrag van Istanbul, dat ons land geratificeerd heeft in 2016. De overheid heeft er duidelijk voor gekozen het uitgestippelde pad niet te volgen.
De aangekondigde engagementen zijn immers minimaal: doorgedreven vormingen voor de politiediensten en de gezondheidssector, die echter niet verplicht noch doorlopend noch geharmoniseerd zijn. Een versterking van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) en van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, maar niets over de versterking en de nodige samenwerking met de organisaties op het terrein die gespecialiseerd zijn in alle vormen van geweld op vrouwen. Een debat over feminicide in het strafrecht, maar geen herziening van de procedures om de veiligheid van de slachtoffers te garanderen en de moorden te vermijden. Het hoofdstuk Asiel en Migratie zegt niets over geweld op vrouwen en hun erkenning in het kader van een vraag tot internationale bescherming, niets over aangepaste verhoorprocedures bij traumatische herinneringen, niets over aangepaste opvang om intimidatie en seksuele agressie te vermijden.
Tijdens de periode van lockdown is de omvang van de problematiek van geweld op vrouwen pas echt duidelijk geworden. Niet dat we dit aan de cijfers te danken hebben (daar zijn onze overheden niet de besten van de klas), wel aan de feiten. Zowel in de openbare ruimte als in de privéomgeving en op sociale media nam het geweld op vrouwen toe. De vrouwen die binnenshuis opgesloten zaten met hun agressor hadden het nog moeilijker om hulp te vinden of te ontsnappen. En nog meer dan anders waren politie en justitie vaak niet in staat om te doen wat ze moeten doen: slachtoffers beschermen en daders vervolgen. Voor vrouwen in armoede, vrouwen met een handicap en vrouwen met een precair verblijfsstatuut was de situatie extra ingewikkeld.
Op niveau van de gemeenschappen en de regio’s werden er snel enkele maatregelen genomen zoals nieuwe opvangplaatsen voor vrouwen en kinderen die het slachtoffer waren van echtelijk geweld en versterking en promotie van de hulplijnen. Het ging om dringende en tijdelijke ingrepen die geen afdoend en permanent antwoord boden.
De lockdown en de perspectieven die zich aankondigen sterken ons in de overtuiging dat er dringend een beleid nodig is gericht op primaire preventie. Dat er op een structurele en duurzame manier geïnvesteerd moet worden in gespecialiseerde diensten die slachtoffers begeleiden en daders opvolgen. Dat wetten, diensten en instellingen aangepast moeten zijn aan de realiteit van het geweld dat vrouwen aangedaan wordt. Hun slachtofferschap moet erkend worden en het perspectief op herstel moet duidelijk zichtbaar zijn. Daarbij mogen ze niet opnieuw blootgesteld worden aan geweld als gevolg van een tussenkomst of een verkeerde beslissing.
Niet dat er helemaal geen vooruitgang geboekt werd: voor de eerste keer is een IMC (Interministeriële Conferentie) Vrouwenrechten gestart met de verbetering van de strijd tegen geweld op vrouwen. Sedert de zomer van dit jaar zijn alle magistraten verplicht om een vorming te volgen in deze materie. De Zorgcentra na Seksueel Geweld worden verder uitgerold in meerdere grote steden. Al deze initiatieven gaan de goede richting uit, maar ze bieden geen primaire preventie. Het volstaat niet om de reeds aangerichte schade te beperken of te herstellen. De aanbevelingen vanuit de Raad van Europa tonen duidelijk de te volgen weg. De politiek moet die weg inslaan en de nodige middelen ter beschikking stellen.
In deze coronatijden voorzien we de mogelijkheid van lokale acties, parallel met de manifestatie in Brussel. Neem daartoe contact met Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Info en lijst van de organisaties die deze oproep ondertekenen: www.mirabalbelgium.wordpress.com
Nederlandstalig contact: Magda De Meyer, voorzitter Vrouwenraad, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Franstalig contact: Céline Caudron (Vie Féminine), Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
[1] Het Platform Mirabal brengt vrouwenverenigingen, gespecialiseerde dienstverlening, tientallen middenveldorganisaties samen. Sinds 2017 organiseert het platform ieder jaar op 25 november een nationale manifestatie ter gelegenheid van de Internationale dag tegen geweld op vrouwen.