Standpunten
Furia

Furia

Wanneer: woensdag 17 mei 2023
Waar: Grondwettelijk Hof, Koningsplein 7, 1000 Brussel
 
Programma:
  • 14u Actie voor het Grondwettelijk Hof ☂️: breng je paraplu mee!
  • 15u Pleidooien tegen de Vlaamse Regering in de zaak rond decreet Vlaamse Sociale Bescherming
 
Op maandag 24 januari 2022 diende Iedereen Beschermd, een groep van enkele middenveldorganisaties waaronder ook Furia, het gezamenlijk verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof tegen het nieuwe decreet Vlaamse Sociale Bescherming. Iedereen Beschermd, een coalitie van bijna 20 middenveldorganisaties, ging in beroep tegen dit decreet omdat het discriminerend is en onze samenleving verdeelt in A- en B-burgers. We voeren actie om te tonen aan de Vlaamse Regering dat sociale bescherming voor ons een grondrecht is en geen privilege!
 
Meer info rond onze eisen en hoe je kan steunen, kan je hier vinden en in deze video. Of kom naar de actie op woensdag!
 
 
 

De feministische en vrouwenrechtenorganisaties uit het noorden en het zuiden van het land zijn blij met de snelle benoeming van een nieuwe staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit.

Een week geleden nam Sarah Schlitz immers ontslag en aanvaardde daarmee de gevolgen van de fouten die haar kabinet en zijzelf hadden gemaakt. Zodra haar ontslag door de premier was goedgekeurd, roken bepaalde politieke groeperingen hun kans. Ze suggereerden de ontbinding van haar kabinet en de verdeling van de bevoegdheden. Wij zijn opgelucht dat het belang en het nut van deze portefeuille opnieuw bevestigd werden. Maar laat ons niet naïef zijn: de vrees is terecht dat de herhaaldelijke aanvallen – we hebben het niet enkel over logo-gate – niet alleen gericht waren tegen de ex-staatssecretaris, maar ook tegen haar bevoegdheden as such.

Met lede ogen kijken we toe hoe conservatieve en reactionaire krachten terrein winnen en hun discours annex ideologieën verder verspreiden. We weten hoe weinig deze stromingen geven om het middenveld, vrouwenrechten, seksuele en genderminderheden … behalve wanneer het erom gaat gelijkheid te misbruiken als een voorwendsel om bepaalde bevolkingsgroepen te stigmatiseren. Meer dan ooit verdient de strijd voor gendergelijkheid, gelijke kansen en diversiteit een staatssecretariaat, ja waarom niet een minister. Dit is meteen een van onze eisen aan de volgende federale regering.

Een ander beleid is mogelijk

Wij verwachten alvast dat de nieuwe staatssecretaris het werk van haar voorgangster voortzet: de femicide-wet, het Nationaal Actieplan (NAP) tegen gendergerelateerd geweld 2021-2025 en het interfederaal plan ter bestrijding van racisme – waarop we meer dan twintig jaar hebben moeten wachten! – zijn slechts enkele van de cruciale kwesties die tijdens deze legislatuur op de agenda staan. Ze moeten er staan als een huis, zowel qua inhoud als qua vorm, willen we niet dat ze weer ontmanteld kunnen worden door toekomstige regeringscoalities. Hoewel er kritiek geuit werd op sommige methoden van de vorige staatssecretaris, willen wij benadrukken dat haar werk aangetoond heeft dat het mogelijk is om op een andere manier aan politiek te doen. Namelijk door het maatschappelijk middenveld centraal te stellen in de processen, door de tijd te nemen om haar werk te ontdekken en te (h)erkennen … alsook het precaire karakter van de non-profitsector en zijn werknemers, voor het merendeel vrouwen.

Bij gebrek aan voldoende structurele financiering blijven de talrijke projectoproepen van vitaal belang voor de goede werking en zelfs het voortbestaan van verenigingen die elke dag strijden voor een meer egalitaire en rechtvaardige samenleving. Daarom blijven wij hameren op het belang van controlemechanismen die toezien op de wetgevingswerkzaamheden waarbij verenigingen betrokken zijn. Wij denken hierbij aan het nationaal platform van het maatschappelijk middenveld dat werd opgericht om de evaluatie van het NAP Gendergerelateerd Geweld 2021-2025 te waarborgen. Overheidsbeleid ter bestrijding van alle vormen van geweld en discriminatie wordt niet van achter een bureau gevoerd. Het kan evenmin de materiële en financiële omstandigheden negeren waarin terreinorganisaties hun vitale eerstelijnswerk verrichten.

Gelijkheid is een zaak van de voltallige regering

Naast de bevoegde staatssecretaris is het de regering als geheel die nog harder moet werken aan een meer rechtvaardige en egalitaire samenleving zonder geweld. Een regering die er prat op gaat hiervan een prioriteit te maken en waarvan de premier beweert feminist te zijn, moet op coherente wijze de randvoorwaarden scheppen en de nodige middelen verschaffen.

Dat betekent onder meer:

  • versterking van de uitvoering van onze internationale verplichtingen: het Verdrag van Istanbul, het CEDAW-Verdrag (VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen) en alle Europese richtlijnen met betrekking tot gendergelijkheid;
  • opvolging van de aanbevelingen van het comité van experten dat belast is met de evaluatie van de wet op de vrijwillige zwangerschapsafbreking: de termijn verlengen van 12 naar 18 weken, de ‘bedenktijd’ afschaffen, een einde maken aan de sancties tegen vrouwen, enz.;
  • een gunstige pensioenhervorming voor vrouwen, door de gelijkgestelde periodes te versterken en de toegang van werkneemsters tot het minimumpensioen te verbeteren;
  • verruiming van de toegang van werknemers tot tijdskrediet en verhoging van de financiële compensatie voor alle thematische zorgverloven; onder meer verlenging van de toegangsvoorwaarden voor kinderen tot 8 jaar en herinvoering van het tijdskrediet zonder motief, met volledige gelijkstelling van deze periodes;
  • substantiële herwaardering van alle zorgberoepen, essentiële beroepen waarvoor tijdens de gezondheidscrisis iedere avond geapplaudisseerd werd en die vooral door vrouwen in vaak precaire omstandigheden worden uitgeoefend.

Ten slotte mogen we niet vergeten dat het bij de rechten van vrouwen, LGBTQIA+-personen, personen met een migratieachtergrond en personen met een handicap in de eerste plaats om mensenrechten gaat, met name het respect voor de menselijke waardigheid van iedereen. Een regering die beweert zich hiervoor in te zetten, kan niet tegelijkertijd opzettelijk en herhaaldelijk de meest fundamentele mensenrechten en haar internationale verplichtingen met betrekking tot de opvang van asielzoekers schenden. Wij, feministische en vrouwenrechtenorganisaties, uit alle hoeken van het land, zullen deze regering, én de volgende, blijven herinneren aan de urgentie om te komen tot een rechtvaardige en egalitaire samenleving, vrij van geweld voor iedereen.

We zijn verenigd, klaar om in actie te treden. Feministen, zolang het nodig is.

Ondertekenaars: een breed front van vrouwenrechtenorganisaties, verenigd door Vie féminine. Met:

  • Bamko
  • BruZelle
  • Collectif des Mères Veilleuses
  • Conseil des Femmes Francophones de Belgique
  • Corps Ecrits
  • Ella vzw
  • Elles sans Frontières/Elles pour elles
  • Fédération Laïque des Centres de Planning familial asbl
  • Femmes CSC
  • Femmes de droit
  • Furia
  • GAMS Belgique
  • Garance
  • Isala
  • La Voix des Femmes
  • Le Monde selon les femmes
  • Maison Maternelle Fernand Philippe asbl
  • Solidarité Femmes
  • Soralia
  • Sofélia
  • Synergie Wallonie
  • Université des femmes
  • Vrouwenraad

 

Deze open brief verscheen op 3 mei 2023 in DeWereldMorgen

Deze brief ter ondersteuning van het personeel van Delhaize verscheen op 22 april in De Morgen, ondertekend door Ellen Verryt (Furia), Heid Degerckx (Netwerk tegen Armoede), Patrick Deboosere (professor VUB) en 70 professoren arbeidsrecht, politicologen e.a.

 

Een zestal weken geleden raakte bekend dat supermarktketen Ahold Delhaize al haar 128 vestigingen in eigen beheer zou overlaten aan zelfstandige uitbaters. De directie van Delhaize beweert dat er voor de betrokken werknemers niets zal veranderen, maar die vrezen terecht voor banenverlies en verslechtering van de loon- en arbeidsvoorwaarden. En die laatste waren al niet fantastisch: de veelal vrouwelijke werknemers doen fysiek erg belastend werk en verdienen daar weinig mee.

De herstructureringsplannen brachten dan ook een golf van verontwaardiging teweeg, en een groot deel van de werknemers legde spontaan het werk neer. Zes weken later voeren ze nog steeds actie. Wij steunen hen.

NIEUW (A)SOCIAAL MODEL

De Delhaiziens schrijven een belangrijk stuk sociale geschiedenis. Hun strijdbaarheid is meer dan indrukwekkend. Het lijkt erop dat David ook dit keer van Goliath zou kunnen winnen. Samen kunnen de werknemers immers een belangrijk tegenwicht bieden aan de economische grootmacht Ahold Delhaize. Hun boodschap is duidelijk: “Neen aan de winstmaximalisatie ten koste van het personeel.” En die boodschap is eenduidig over de taal- en landsgrenzen heen: er wordt overal in België gestaakt en ook in Nederland zijn er acties tegen Ahold.

Ahold Delhaize maakt miljoenenwinsten, en de aandeelhouders willen meer van dat. Alleen daarom wordt deze herstructurering gepland. Delhaize maakt overigens al jaren gebruik van verzelfstandigde winkels, zoals Proxy Delhaize en Shop & Go. De werknemers weten dus wat ook hen te wachten staat.

Franchising van de winkels zal onvermijdelijk leiden tot minder goede loon- en arbeidsvoorwaarden, ongeacht de collectieve arbeidsovereenkomst die dit tracht te voorkomen. Dat is niet te wijten aan de zelfstandige winkeleigenaars. Ook voor hen zal het niet gemakkelijk zijn om de eindjes aan elkaar te knopen. Zij worden net zoals iedereen geconfronteerd met hoge energieprijzen, krijgen weinig tot geen vrijheid om hun prijzen te bepalen, en daarenboven moeten ze een commissie op hun verkopen afgeven aan Delhaize. Besparen op lonen lijkt voor hen dan de enige manier om het hoofd boven water te houden.

Bovendien zal er in heel wat zelfstandige winkels geen vakbondsvertegenwoordiging zijn, omdat er minder dan 50 mensen werken. En zonder vakbond zijn zogezegde garanties niets waard: de werknemer staat alleen tegenover zijn baas, en tegenover de keuze tussen meer en flexibeler werken voor minder loon en ontslag wegens economische noodzaak.

VAAGHEID, INTIMIDATIE, REPRESSIE

De directie van Delhaize weet dat zij haar belofte dat er niets zal veranderen voor de werknemers niet kan waarmaken. De vragen van de vakbonden naar duidelijkheid over de toekomst vielen in dovemansoren.

Ahold Delhaize voelt ook de kracht van de collectieve acties. Net daarom verzet de winkelketen zich zo brutaal tegen de aanhoudende stakingen. Met dure advocaten stapt Delhaize naar de rechtbank om via eenzijdige procedures een stakingsverbod te bekomen. Werknemers die toch nog aan een stakerspost staan, worden door deurwaarders bedreigd met hoge dwangsommen. Om de asociale herstructurering tegen alle protest in alsnog door te voeren, trekt Delhaize nu dus de kaart van repressie en intimidatie. Het stakingsrecht wordt eenvoudigweg van tafel geveegd.

In plaats van op zoek te gaan naar oplossingen snoert Delhaize haar werknemers liever de mond. Het is dus van het grootste belang dat de werknemers breed worden gesteund.

Delhaize zal niet de enige winkelketen zijn die toegeeft aan de winsthonger en concurrentiedruk. Andere ketens zullen wellicht snel volgen. Steeds meer werknemers zullen daardoor in precaire jobs of zelfs in armoede worden geduwd.

Die tendens van flexibilisering is niet nieuw, maar wel enorm gevaarlijk. Verglijden we binnenkort in een systeem waarin we minstens twee jobs nodig hebben om een menswaardig inkomen te verdienen? En zullen we nog voor onze rechten durven opkomen?

De arbeidsmarkt heeft juist nood aan meer stabiele, kwaliteitsvolle jobs met inspraak voor de werknemers. De franchisinggolf die zich aankondigt, zal net voor het omgekeerde zorgen. Daarom is de strijd van de Delhaiziens van groot belang voor ons allemaal.

Als er ooit een moment was om onze waardering voor hun harde werk te tonen, laat dit het dan zijn.

70 ondertekenaars, onder wie Heidi Degerickx, Netwerk tegen Armoede; Ellen Verryt, Furia; Patrick Deboosere, professor VUB; Pascal Debruyne, docent en onderzoeker Odisee Hogeschool; Ico Maly, professor Tilburg University; Valeria Pulignano, professor KU Leuven; Patrick Humblet, professor UGent; Hind Riad, advocaat PROGRESS Lawyers Network; Jan Buelens, advocaat PROGRESS Lawyers Network en professor UAntwerpen – ULB.

Vandaag (18/04) wordt het academisch rapport over de abortuswet- en praktijk in België voorgesteld aan de commissies Justitie en Gezondheid & Gelijke Kansen van de Kamer. Een samenvatting werd vorige maand al vrijgegeven. Het interuniversitair en interdisciplinair rapport is gebaseerd op de medische vooruitgang sinds de abortuswet van 1990, wetenschappelijk onderzoek, meer dan drie decennia Belgische abortuspraktijk en buitenlandse ervaringen. De conclusies zijn glashelder en hernemen de pijnpunten die vrouwenbewegingen en abortuscentra al jaren aankaarten.

Zo kwalificeert het rapport de verplichte 6-dagen bedenktijd als vernederend omdat het een immaturiteit van vrouwen suggereert, veronderstellende dat zij niet in staat zijn om de nodige bedenktijd zelf in te bouwen. Het denkproces start immers lang voor de eerste raadpleging, namelijk op het moment dat een vrouw ontdekt dat ze ongewenst zwanger is. De vraag om abortus is in praktijk een weloverwogen beslissing. Daarom bepleiten de experts de afschaffing van deze betuttelende maatregel.

Het rapport benadrukt de noodzaak van een gelijke en betaalbare toegang tot abortuszorg voor alle zwangere vrouwen die in België verblijven, ongeacht het statuut. In het bijzonder de meest kwetsbare vrouwen, bijvoorbeeld vluchtelingen, vrouwen zonder papieren en daklozen, vinden moeilijk toegang. Jaarlijks trekken ook enkele honderden vrouwen naar Nederland omdat ze de huidige termijn overschrijden. Dat kan iedere vrouw overkomen, maar niet iedere vrouw heeft  de nodige middelen om naar Nederland te gaan. Om die zorg ook in België te kunnen aanbieden, stelt het rapport voor om de termijn op te trekken tot 18 of 20 weken.

Vrouwen zijn gemiddeld 35 jaar van hun leven vruchtbaar. Het vergt een volgehouden inspanning - en soms wat geluk - om nooit ongewenst zwanger te worden. Eén op vijf vrouwen in België ondergaat ooit in haar leven een abortus. Toch is het Belgisch abortuscijfer met gemiddeld 8,8 abortussen per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd een van de laagste ter wereld. Het Europese gemiddelde bedraagt 18 en het mondiale gemiddelde ligt op 39.

Opvallend is de trend van dalende abortussen in de groep jonger dan 21 jaar sinds de terugbetaling van anticonceptiva voor hen. Investeren in preventie loont. Het rapport beveelt dan ook een verdere uitbreiding aan van de tegemoetkoming voor anticonceptiva die vandaag al geldt tot 25 jaar. Dat geldt in het bijzonder voor langdurige anticonceptie: die is duur bij aankoop, maar wel heel doeltreffend.

Geen enkel anticonceptiemiddel is evenwel perfect. Het is dan ook geen toeval dat het rapport oproept om abortuszorg in te schrijven in het gezondheidsrecht. Patiëntenrechten en kwaliteitseisen worden daardoor ook hier van toepassing. Dat sluit aan bij het feministische pleidooi om het moraliserende perspectief te verlaten en abortuszorg als een medische handeling in het kader van preventieve gezondheidszorg vorm te geven.

We nodigen de politici in het parlement uit om de eenduidige conclusies van het expertenrapport ernstig te nemen en de abortuswetgeving in overeenstemming te brengen met de reële noden van vrouwen en om hun zelfbeschikkingsrecht verder wettelijk te verankeren.

Dit opiniestuk verscheen in De Morgen op 18/04/2023.

Marijke, biologe en socialistisch feminist, je maakte ons wegwijs in de feministische en ecologische strijd en toonde ons verbanden. Je legde ons haarfijn uit hoe ons economisch systeem teert op uitbuiting van natuur én zorgarbeid. Je verfijnde en versterkte onze strijd, die zo lijkt op de strijd die jij samen met de Dolle Mina’s vanaf de jaren 1970 voerde. Een strijd voor kwalitatieve en voldoende kinderopvang, een strijd voor arbeidsduurverkorting, een strijd voor zelfbeschikking over eigen lijf. Je voerde de strijd continu. We bewonderen je voor jouw onaflatende gedrevenheid, jouw enthousiasme. We voeren jouw strijd verder, Marijke.

Lees hier wat Marijke Colle ons meegaf tijdens de Vrouwendag op 11 november 2020, in volle coronapandemie.

Internationale Vrouwendag: Zorgcoalitie roept op voor meer waardering voor on- en onderbetaalde zorgarbeid

Anno 2023 krijgen vrouwen nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord. In hun eigen gezin én op de arbeidsmarkt. Wij spraken met drie vrouwen die getuigen over hun al dan niet (onder)betaalde zorgwerk in de dienstenchequesector, de kinderopvang en thuis. Drie heel verschillende contexten, maar de parallellen in hun verhalen leggen een breder maatschappelijk probleem bloot: de systematische onderwaardering van zorgarbeid. Dit interview is ook te lezen op DeWereldMorgen.

Crisis in de zorg: een vrouwenzaak?

Het aantal openstaande vacatures in kinderopvangwoonzorgcentra en dienstencheques is torenhoog. Dit zijn sectoren met een hoofdzakelijk vrouwelijke tewerkstelling (kinderopvang: 95 procent, dienstencheques: 98 procent, verzorgend personeel: 90 procent), maar ook met specifieke taken gelinkt aan zorg en huishoudelijk werk (de zogenaamd typisch vrouwelijke taken).

De lonen zijn er te laag om financieel onafhankelijk te zijn, de statuten ondermaats (onthaalouders hebben nog steeds geen volwaardig statuut en nog te veel huishoudhulpen werken in de illegaliteit) en de arbeidsomstandigheden zijn zwaar. De wantoestanden in de kinderopvang en woonzorgcentra zijn voldoende gekend. Uit een verslag van de gezondheidsinspectie bleek onlangs dat 90 procent van de dienstencheque-ondernemingen niet in orde zijn met de wetgeving inzake gezondheid.

Maatschappelijke onderwaardering

Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderkenning van het belang van zorgarbeid. En dat is vooral slecht nieuws voor vrouwen, want anno 2023 krijgen zij nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord. In hun eigen gezin én op de arbeidsmarkt. 42% van de vrouwen werkt deeltijds. Naast zware werkomstandigheden is zorg de belangrijkste reden. Vrouwen spenderen gemiddeld 9,5 uur per week méér aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend maar dat is het niet. Het werk blijft vaak onzichtbaar en ondergewaardeerd. Dat gebrek aan erkenning zien we terugkeren wanneer dergelijke taken worden geprofessionaliseerd. Vele vrouwen lijden onder de hoge werkdruk, de moeilijke combinatie van arbeid en gezin en het gebrek aan respect voor hun werk.

Daarom bundelen vrouwenorganisaties samen met vakbonden en andere middenveldorganisaties hun krachten in de Zorgcoalitie om hun eisen zo breed mogelijk bekend te maken. Wij spraken met drie vrouwen die getuigen over hun al dan niet (onder)betaalde zorgwerk in de dienstenchequesector, de kinderopvang en thuis. Drie heel verschillende contexten, maar de parallellen in hun verhalen leggen een breder maatschappelijk probleem bloot: de systematische onderwaardering van zorgarbeid.

ACV-afgevaardigde Rosa Paz Vidal binnen de dienstenchequesector: ‘Als er niets wordt gedaan, gaat de sector dood’

Rosa Paz Vidal

“In 2011 kwam mijn zoon op de wereld. Hij heeft veel gezondheidsproblemen, waardoor ik constant met hem naar therapie en doktersafspraken moest gaan. Ik ben zo in de dienstenchequesector beland, omdat het eigenlijk ideaal leek voor mij. Het is flexibel, maar er zijn een vaste aantal uren en er is geen weekendwerk. Ik had de optie om mijn werk te verschuiven naar een andere dag wanneer nodig, zodat ik bij alle therapieën van mijn zoon aanwezig kon zijn. En dat was heel belangrijk voor mij, want mijn familie is prioriteit.”

“Ik moet toegeven dat ik op dat vlak heel veel geluk heb gehad. Mijn man probeert mij thuis zo veel mogelijk te helpen met het huishouden. Al zijn er met zijn kanker beperkingen hoeveel hij kan doen. Ik weet wel dat niet elke vrouw evenveel geluk heeft als ik. Sommige vrouwelijke collega’s komen thuis en kunnen niet uitrusten. Hun mannen verwachten dat ze voor de kinderen en het huis zorgen. En dan zijn er ook vrouwen die alleenstaande moeders zijn. Zij hebben helemaal geen hulp thuis.”

“Veel vrouwen hebben gelijkaardige redenen zoals ik had om voor deze sector te kiezen. Het is niet dat wij mensen zijn zonder kennis of denkvermogen. Er zijn veel te veel vrouwen die gestudeerd hebben, maar als ze het leven willen combineren met het werk is het soms moeilijk. Zeker als je kleine kinderen hebt. Het is daarom dat er veel vrouwen zijn die voor deze job kiezen.”

“Maar de laatste tijd zijn er problemen in overvloed binnen de sector waardoor ik nu voor een andere soort job zoek. Mijn oude werkgever is één van de beste firma’s binnen de dienstenchequesector, maar ook zij hebben de afgelopen tijd veel te veel fouten gemaakt, waardoor ik er persoonlijk zeer erg aan toe ben op financieel vlak.”

‘Mensen onderschatten de zwaarte van het werk’

“Wat de klanten vaak niet beseffen, is dat het loon zeer laag is voor het werk dat wij moeten verrichten. Ze kopen een cheque voor 9 euro, na aftrek is dat 7,5 euro, voor één uur huishoudelijke hulp. De dienstenchequebedrijven worden gesubsidieerd door de overheid en samen met wat de klanten betalen, maken ze bijna 26 euro winst per cheque. De klanten geloven dat dat volledig naar ons gaat. Dit door de verkeerde informatie die ze verkrijgen van het nieuws, op tv en andere kanalen. Maar dat is niet zo. Het minimumloon was bijna 13 euro, dankzij de indexering is het een beetje gestegen naar 13 euro, en na drie jaar stijgt dat nu naar 14 euro, maar dat is nog steeds niet genoeg. Als je je met een auto verplaatst, worden bijvoorbeeld parkeerkosten niet terugbetaald door onze werkgever. Dat komt allemaal uit je eigen zak.”

“Mensen onderschatten de zwaarte van het werk van dit beroep. We werken meestal in blokken van vier uur. Er zijn klanten die je geen tijd geven om een kleine pauze te nemen om iets te eten of te drinken. We hebben een zeer zware werkdruk, zeker nu dat alles duurder geworden is. Mensen zetten om de twee weken huishoudhulp in, in plaats van wekelijks. Soms switchen ze van vier naar drie uur, maar willen ze wel dat je hetzelfde werk doet als daarvoor. Zij willen besparen, maar wij kunnen dat niet bijbenen. Soms vragen ze ook aan ons om dingen te doen die we echt niet mogen doen, zoals auto’s wassen, ook al weten ze dat dat niet mag. Jammer genoeg zijn er vrouwen die niet weten wat ze wel en niet moeten doen.”

‘Wij zorgen ervoor dat mensen meer tijd hebben voor andere activiteiten’

Rosa Paz Vidal2 “Er is gewoon weinig respect voor ons werk, terwijl wij juist een heel belangrijke functie hebben. Wij zorgen ervoor dat mensen meer tijd hebben voor andere activiteiten. Maar veel  mensen zien ons als een dienst en niet als een mens.”

“Meer en meer zijn er ook mannen die het werk doen omdat het makkelijk te combineren is met andere activiteiten. Maar wanneer klanten zien dat een man aanbelt, vragen ze de man om weg te gaan omdat ze geloven dat mannen niet kunnen kuisen. Veel klanten beoordelen mensen op hun uiterlijk zonder hen een kans te geven. En dat is wel triest.”

“Er wordt op voorhand ook niet gecontroleerd waar we naartoe worden gestuurd. Wij krijgen een adres en dat is het. Doordat alvorens niet wordt gekeken waar we naartoe moeten gaan, hebben we soms niet het nodige materiaal om onze job te kunnen doen. Er bestaan geen infofiches van de klanten. Eender wie kan contact opnemen met een kantoor en huishoudhulp vragen. Als we een probleem melden, zoals pesten of grensoverschrijdend gedrag, geloven ze de klanten eerder dan ons. Ze sturen iemand anders naar de klant om te zien of er nog een probleem voorvalt.”

“We mogen bovendien geen zwarte lijst maken van klanten, want het zou een schending van hun privacy zijn. De ergste straf die ze kunnen krijgen, is een verbod om de diensten van de firma te gebruiken. Maar ze kunnen altijd naar een ander bedrijf bellen voor huishoudhulp en zo kunnen ze blijven doorgaan want er zijn aanzienlijk veel bedrijven.”

‘Prijs van cheque sinds ontstaan niet gestegen, terwijl bijna alles duurder is geworden’

“Er zijn firma’s die snel werknemers op ‘tijdelijke werkloosheid’ zetten of ze te laat betalen of op toegestane afwezigheid zetten, maar dat betekent dat ze niet betaald worden. Velen weten niet waar ze recht op hebben, omdat het niet duidelijk is waar je die informatie moet vinden. Vaak zijn het vrouwen met een migratieachtergrond. En daar profiteren bedrijven van.”

“De sector was ontstaan om zwartwerk te voorkomen. Maar zij die in het zwart werken, verdienen gemakkelijk 15 à 16 euro per uur. En dat is allemaal winst. De mensen die in de sector werken, hebben geen probleem met het werk zelf, maar de lonen zijn gewoon veel te laag, waardoor ze in financiële problemen geraken. Ikzelf zit in die situatie. De prijs van een cheque is sinds het ontstaan niet gestegen. Dat is wel gek als je erover nadenkt, want bijna alles is de voorbije 10 jaar duurder geworden. De werkgevers steken de fout op de regering. De regering zegt dat ze de prijs niet kunnen verhogen, want anders zullen mensen stoppen met het gebruiken van dienstencheques. Maar als er niets wordt gedaan, gaat de sector dood.”

Roswitha Gerbosch in de kinderopvangsector: ‘Als er geen opvang zou zijn, zou de helft van de ouders moeten stoppen met werken’

Roswitha Gerbosch Foto Screenshot Femma vzw“Ik heb nooit begrepen waarom de kinderopvangsector zo ondergewaardeerd wordt. Als er geen opvang zou zijn in België zou de helft van de ouders moeten stoppen met werken.”

“Sinds corona is het heel moeilijk binnen de kinderopvangsector. We vinden amper sollicitanten waardoor we een personeelstekort hebben. Veel mensen vallen uit door een burn-out en blijven weken weg. Als gevolg hiervan kunnen we de crèche soms maar voor de helft openen of moeten we het volledig sluiten.”

“Ik ben medeverantwoordelijk voor het selecteren van sollicitanten voor de stad Gent. Vroeger hielden we elke maand gedurende een volledige week selectierondes, waarbij we met twee of drie teams per dag zeven kandidaten zagen. Nu zijn we teruggebracht tot slechts één team en soms houden we na twee dagen van selecties maar één of twee geschikte kandidaten over.”

‘Stagiaires ontdekken dat ze wegens werkdruk niet in kinderopvang willen werken’

“Als we studenten hebben die stage volgen bij ons, maken ze al duidelijk dat ze nooit in de kinderopvangsector willen werken, omdat het veel te zwaar is. Volgens hen is hun enige taak het verschonen en naar bed brengen van kinderen, waardoor ze amper tijd hebben om ook activiteiten te organiseren.”

“Vroeger was het zo dat als een kind een schrammetje had opgelopen, je dit aan de ouders vertelde en dan was alles in orde. Tegenwoordig lijken ouders anders te reageren vanwege de vele horrorverhalen die in de media circuleren. Dus we zitten ook constant met die druk van ‘er mag niets gebeuren’.”

“We zien alleen maar negatieve aspecten in de media, terwijl er duizenden kinderbegeleiders zijn die hun werk met hart en ziel doen, maar daar wordt niets over gezegd. Het is jammer dat ouders hierdoor soms niet trots durven zijn op hun werk als kinderbegeleider en dit niet willen delen met hun kinderen.”

‘Investering van 115 miljoen extra zou slechts 1.000 euro voor onze crèche betekenen’

“Een paar maanden geleden werd besloten om 115 miljoen euro extra te investeren in de kinderopvangsector. Als deze fondsen gelijkmatig worden verdeeld onder alle Vlaamse kinderopvanginitiatieven, zou mijn crèche ongeveer 1.000 euro ontvangen. Met dat geld kunnen we slechts één stapelbed kopen. Het is daarmee dus zeker niet opgelost en mensen realiseren zich niet hoeveel kosten we moeten betalen.”

“We moeten kinderbegeleiders meer ademruimte geven. Er moet meer personeel worden aangenomen om de werklast te verlichten. Ik kan niet steeds aan mijn personeel vragen om overuren te draaien. De mentale druk om voortdurend te blijven werken en geen verlof te kunnen nemen, omdat er anders niet genoeg personeel is, moet verdwijnen.”

“Ik werk nu niet meer voltijds bij de kinderopvangsector. Ik voelde de laatste twee jaar dat ik enkel nog bezig was met het oplossen van problemen zoals het aanpakken van het personeelstekort. Terwijl ik ook graag samen met mijn team wilde nadenken over hoe we meer kunnen inzetten in de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen.”

Roswitha Gerbosch Foto Screenshot Femma vzw2

“De stad Gent heeft gekozen om sociale functies te ondersteunen en heeft de tarieven voor de kinderopvang berekend op basis van het inkomen van de ouders om het betaalbaar te houden voor gezinnen met een lager inkomen. Maar sommige opvangplaatsen kiezen ervoor om hogere prijzen te hanteren zodat er meer inkomsten worden gegenereerd, met als gevolg dat mensen met een lager inkomen sneller uit de boot vallen.”

‘Vrouwen hebben sneller de neiging om deeltijds te gaan werken voor de kinderen’

“Hoewel we ooit een mannelijke stagiaire hadden – die zeer gewaardeerd werd en het werk leuk vond – wilde hij niet in de sector blijven werken, vanwege het stigma dat de vaders de kostwinners zijn binnen het gezin. Bovendien waren er ook moeders die niet wilden dat een mannelijke kinderbegeleider de luiers van hun dochters verschoonde. Na een dialoog met de ouders veranderde zij van gedachten, maar er zijn nog steeds mensen die in hokjes denken.”

“Mensen zijn nog steeds erg gendergebonden in hun denken. Bij alles wat te maken heeft met kinderen, zorg en huishouden wordt er nog te snel geredeneerd in de functie van de vrouw. Het zou niet mogen uitmaken wat je gender is, zolang je je werk maar goed doet.”

“Vrouwen hebben sneller de neiging om deeltijds te gaan werken voor de kinderen, terwijl het niet enkel de moeders zijn die voor de kinderen kunnen zorgen.”

“Ik heb het geluk dat mijn kinderen zelfstandig zijn en dat mijn partner meehelpt met het huishouden, waardoor mijn werk draaglijker is geworden. Ik realiseer me echter dat niet iedereen dezelfde ondersteuning heeft, vooral niet de ouders die alleenstaand zijn.”

Jamila over onbetaalde zorg: ‘Volgens RVA zoek ik excuses om niet te werken’

“In het begin, toen mijn dochter geboren was, heb ik niet echt voor mezelf kunnen zorgen omdat ik in een depressie terecht kwam. Ik werkte als postbode maar moest dat opgeven omdat ik het nieuws kreeg dat mijn dochter een zorgenkind zou zijn. Tien jaar lang zocht ik naar hulp voor mijn dochtertje, maar het klikte nooit met de zorgverlener. En vanaf het begin had ik beslist dat mijn kind niet naar een kinderopvang zou gaan. Ik heb zelf ook in een kinderopvang gewerkt, dus ik weet hoe het daar is. Kijk maar naar het nieuws.”

Jamila Foto Screenshot Femma vzw

“Sinds ik werkloos ben, zit de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, red.) altijd op mijn hielen. Volgens hen zoek ik excuses om niet te werken, maar dat is helemaal niet zo. Ik ben naar het kantoor moeten gaan met mijn dochter, die toen in het gips zat, om aan te tonen dat ik wel degelijk voor mijn kind moet zorgen. Ik probeerde altijd naar werk te zoeken, maar het lukte gewoon niet. Mijn dochter moest vaak naar het ziekenhuis en ik moest erbij zijn. Soms moest ze daar een hele tijd blijven. Er was geen werkgever die dat accepteerde. Het was gewoon te moeilijk. Je kan niet elke keer afwezig zijn, want wie gaat dan die job van jou overnemen? Sommigen vinden dat een excuus en ze mogen dat gerust denken, maar dat is de waarheid.”

‘Er wordt gedacht dat voor een kind zorgen geen hard werk is, vergeleken met een fulltime job’

“Soms verwacht men veel te veel van een vrouw, terwijl een vrouw het al zwaar genoeg heeft, omdat ze voor heel veel zaken moet zorgen: voor het kind zorgen, eten maken, poetsen, de was … de lijst gaat maar door. Als moeder verwacht een kind heel veel van jou. De buitenwereld ziet dat niet. Voornamelijk mannen kunnen niet zien hoe zwaar het eigenlijk is voor de vrouw. Er wordt gedacht dat voor een kind zorgen geen hard werk is vergeleken met een fulltime job. Maar dat is het eigenlijk wel nu, we zijn gewoon 24 uur per dag en zeven dagen per week bezig. Als je kind ziek is, moet je er de hele dag en nacht voor zorgen. Als vrouw word ik daarnaast ook verwacht om voor mijn man te zorgen. Soms voelt het aan alsof hij mijn tweede kind is. Ze willen allebei aandacht. Mijn aandacht.”

“Mijn man helpt mij wel, maar hij werkt vijf dagen in de week. Dus alleen in de avonden, als dat kan, neemt hij het over. Maar mijn kind wil altijd eerst de mama. Ook al ligt mijn man op de bank, mijn dochter gaat eerst naar mij voor hulp. Ik probeer tegen haar te zeggen dat ik niet de hele tijd beschikbaar ben voor haar. Dat papa ook kan helpen. Maar elke keer als er iets gebeurt, is mama de eerste persoon die ze wil zien.”

“Een papa brengt het brood op de plank en de mama moet het bakken. Als je in de maatschappij kijkt, zie je dat een vrouw niet gewaardeerd wordt voor wat ze doet. In ons geloof (de islam, red.) zijn man en vrouw gelijk. Maar in de realiteit zie je dat de man boven de vrouw staat, kijk maar naar de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Ik vind de waardering tegenover de vrouw tegenwoordig niet te doen.”

‘Het zou iedere dag Vrouwendag moeten zijn’

“En dat zie ik echt niet veranderen in deze tijd. Hoe vaak vrouwen ervoor opkomen, toch zie je het zich iedere keer herhalen. De man komt bovenaan te staan. Ook al hebben we een Vrouwendag. Het zou iedere dag Vrouwendag moeten zijn, zodat vrouwen zich veiliger en meer gewaardeerd voelen. Vooral vrouwen die het moeilijk hebben zoals vrouwen met een zorgkind of ouders die het moeilijk hebben. Vrouwen in de mantelzorg. Er wordt daar heel weinig aandacht aan besteed. En daar moet dringend verandering in komen. Ik hoop dat er iets komt, maar ik heb er mijn twijfels bij. Ik wil niet negatief zijn, maar zoals ze zeggen: eerst zien, dan geloven.”

“Hoewel, sinds dat mijn dochter naar school gaat, begin ik steeds meer los te laten. Ik maak meer tijd vrij voor mezelf. Ik ga naar het winkelcentrum of drink een kopje koffie. Soms ga ik ook naar één plek  met een goed zicht op vliegtuigen en dan kijk ik naar de vliegtuigen die opstijgen of landen. Ik laat dan gewoon alles los. Altijd wel alleen, omdat ik geen vriendinnen heb. Daar heb ik ook geen nood aan. Als ik met iemand anders ben, dan krijg ik te veel prikkels. Maar in mijn eentje ben ik op mijn gemak. Het is dan een moment van kalmte voor mij. Ook in de avond, wanneer mijn dochter naar bed gaat, is een rustmoment voor mij. Ik probeer die momenten in te plannen.”

“Soms ga ik met mijn dochter op stap en proberen we er een leuke dag van te maken door samen iets te doen, zoals een koffietje drinken. Dat is juist het toffe aan een dochter hebben, zo’n mama-dochter-momenten die ook voor rust zorgen. Mijn dochter begrijpt mij zoals niemand anders. Ze staat altijd achter mij en is altijd bereid om te luisteren. Dat geeft ook een beetje rust. Maar een kind blijft een kind.”

Meer gelijke verdeling van zorg

Vandaag, op de Internationale Vrouwendag delen we de verhalen van deze drie ongelooflijk sterke vrouwen. Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet en ze zouden op het eerste zicht niet meteen een gemeenschappelijk gespreksonderwerp vinden: de drie vrouwen werken in totaal verschillende sectoren, wonen in andere steden en komen uit diverse contexten. Maar wanneer ze de feministische bril opzetten zien ze duidelijk een grote rode lijn die zich dwars door hun levens trekt.

Alle drie nemen ze zonder te verpinken zorg op: zorg voor hun werkgevers en collega’s, zorg voor hun familie en sociaal netwerk en misschien, als er tijd voor is, zelfs zorg voor zichzelf. Alle drie worden ze daar niet of veel te weinig voor betaald. Alle drie verdrinken ze in het werk dat nog geen twee jaar geleden door politici en burgers geprezen werd als “de meest essentiële arbeid”. Diezelfde essentiële arbeid is helaas pijlsnel opnieuw in de vergeetput gesukkeld. De Zorgcoalitie roept daarom op tot meer erkenning, waardering en een meer gelijke verdeling van zorg. Via deze link vind je onze gezamenlijke visie op on- en onderbetaalde zorgarbeid.

De Zorgcoalitie bestaat uit: Furia, Femma, ACV Puls, ACV Voeding en Diensten, ACV gender

Ondertekenaars:

Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV openbare diensten, ACV, ABVV en ACLVB.

Dit artikel verscheen op 8 maart 2023 op DeWereldMorgen.

Om haar beleids- en opiniërende werking werking verder te ontwikkelen, is Furia vzw op zoek naar een medewerker v/m/x die thema’s uitdiept en onderbouwt, onze visie vertaalt voor een breder publiek en als woordvoerder optreedt.

Furia (°1972) is een feministische organisatie die ijvert voor een solidaire en meer gelijke samenleving, vanuit een intersectioneel perspectief. Furia laat haar stem horen in het maatschappelijk debat en helpt met grote en kleinere activiteiten het feministische vuur brandend houden. Furia koppelt kritische reflectie aan concrete actie: denken én doen.

Het huidige team van Furia bestaat uit 5 (deeltijdse) stafmedewerk.st.ers. In de werking van Furia spelen de leden, allen vrijwilligsters (v/x) een grote rol. Furia streeft naar een personeelsbestand dat een afspiegeling is van onze samenleving. Wij werven aan op basis van competenties en talenten, ongeacht origine, gender, leeftijd, genderidentiteit, seksuele oriëntatie of (functie)beperking.

 

JOUW TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN

Je bent mee woordvoerder van de organisatie, onderhoudt de perscontacten, ondersteunt leden die het woordvoerderschap willen opnemen en denkt mee na over een strategische en haalbare werking van de Furia-schrijfgroep

Je ontwikkelt een persstrategie gericht op het versterken van de stem van Furia in het maatschappelijk debat

Je verwerft inhoudelijke kennis en volgt de maatschappelijke en politieke context op over 2 of 3 thema’s. Samen met leden en partners verdiep je de visie van Furia hieromtrent. Mogelijke thema’s zijn (te bespreken):

  • ondergewaardeerde zorgberoepen (dienstencheques, kinderopvang)
  • zorgverlofstelsels 
  • arbeidsduurverkorting 
  • gendergerelateerd geweld
  • racisme en islamofobie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.

Je ontwikkelt samen met leden de visietekst voor de vrouwendag op 11 november

 

GEWENSTE COMPETENTIES

  • Jouw interesse, ervaring, opleiding en/of kennis zorgen ervoor dat je in staat bent om de nodige kennis op te bouwen en die in te zetten in functie van jouw opdrachten
  • Je deed al ervaring op met perswerk en communicatie
  • Je kennis over een of meerdere van bovenstaande onderwerpen zijn een meerwaarde
  • Je kunt je snel inwerken en verdiepen in (nieuwe) domeinen en thema’s en je kunt ze vertalen naar toegankelijk materiaal voor verschillende doelgroepen
  • Je bent sterk in visievorming, strategisch denken en analyse van politieke/maatschappelijke posities
  • Je beschikt over een vlotte pen en bent een vlotte spreker (in rechtstreekse contacten, in groep en voor de camera)
  • Je kunt planmatig, resultaatgericht en zelfstandig werken en je bent flexibel van aard
  • Je bent vertrouwd met intersectioneel feminisme
  • Je neemt verantwoordelijkheid en bent een collegiale teamplayer
  • Je hebt een goede kennis van Microsoft Office
  • Je bent bereid tot avondwerk (gemiddeld 2 avonden per maand)

 

WIJ BIEDEN…

  • Contract van bepaalde duur (vanaf mei 2023)
  • Werkregime: 3 tot 4 dagen per week (te bespreken)
  • Salaris/loonschaal volgens PC 329.01 barema B1B
  • Volledige terugbetaling voor woon-werkverkeer
  • Gedeeltelijke terugbetaling van GSM-abonnement
  • Regeling rond thuiswerk en overuren

 

SELECTIEPROCEDURE

Stuur je motivatiebrief en curriculum ten laatste op 9 april 2023 naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. met als onderwerp ‘sollicitatie inhoudelijk medewerker’

De sollicitatieprocedure omvat een schriftelijke en een mondelinge proef en een individueel gesprek in de kantoren van Furia (Brussel).

De schriftelijk proef houdt de redactie in van een persbericht. De mondelinge proef bestaat uit een interview op basis van een kort persbericht en een presentatie (7 min.) waarin je je visie uiteen zet over feminisme en antiracisme. 

Heb je een functiebeperking? Laat het ons dan weten. We zullen samen met jou bekijken welke redelijke aanpassingen jou in staat stellen om op voet van gelijkheid deel te nemen aan de selecties en passen onze procedure indien nodig aan.

 

VRAGEN?

Neem gerust contact op met Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (functie-inhoud) of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (algemeen)  of neem een kijkje op www.furiavzw.be

Furia, Femma en ACV PULS publiceerden dit opiniestuk samen in De Morgen op 08/03/2023

Het aantal openstaande vacatures voor begeleiders in de kinderopvang, verzorgenden in woon-zorgcentra en huishoudhulpen met dienstencheques bereikt recordhoogtes. Al deze sectoren in crisis hebben gemeen dat er vooral vrouwen werken: 98 procent in de dienstenchequessector, 95 procent in de kinderopvang en 90 procent van de verzorgenden in de woon-zorgcentra. Nog pijnlijker is dat het net de meest kwetsbare vrouwen zijn die in deze sectoren aan de slag zijn: vrouwen met een korte scholing en/of met een migratieachtergrond.

De lage lonen en hoge werkdruk zijn symptomatisch voor het gebrek aan erkenning en maatschappelijke waardering voor hun werk. Niet toevallig gaat het net om diezelfde zorg die vooral vrouwen al eeuwenlang gratis op zich nemen. Vrouwen spenderen gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Maar liefst 42 procent van de werkende vrouwen is deeltijds aan de slag.

Het politieke antwoord luidt dat vrouwen dan maar andere ‘keuzes’ moeten maken. Alsof zorgen voor kinderen of een hulpbehoevende ouder een vrijblijvende keuze is. Ook de professionele zorg stuit op torenhoge muren van onbegrip. De ouders die week na week met hun baby’s en peuters de publieksbanken van het Vlaams Parlement bezetten, oogsten vooral hoongelach in het halfrond. Volgens de inspectie respecteert 90 procent van de dienstenchequesondernemingen de wet op welzijn op het werk niet. En dat alles terwijl zorg net de stille motor van onze samenleving is: zonder zorg valt alles stil. Dat hoorden we politici in covidtijden graag en veel zeggen. Daden bleven echter uit.

WELZIJNSECONOMIE

Daarom bundelen wij, vrouwenorganisaties, vakbonden en andere middenveldorganisaties, onze krachten in De Zorgcoalitie. Het is hoog tijd om deze brede zorgcrisis ernstig te nemen. Terecht stelt de Nederlandse feministe Anja Meulenbelt dat ‘making people’ minstens even belangrijk is als ‘making profit’. Klassieke indicatoren zoals het bnp blijven daar evenwel blind voor. Wij bepleiten andere maatstaven die essentiële zorgarbeid net wel in rekening brengen.

De BOA-quote van Thera Van Osch berekent de verhouding tussen betaald werk en onbetaalde zorg. Maar liefst 60 procent van alle arbeid die we in België verrichten, is onbetaald. Als je dat in rekening brengt, wordt het één van de grootste sectoren van onze economie. Bruto nationaal welzijn als maatstaf hanteren in plaats van alleen maar bnp, zou dit tenminste zichtbaar maken.

Meer bruto nationaal welzijn realiseren, vraagt de uitbouw van een welzijnseconomie die zorg in het hart van de samenleving plaatst. Een welzijnseconomie die zowel betaalde als onbetaalde zorg erkent en navenant waardeert. Hoort economie immers niet ten dienste te staan van mens en planeet in plaats van andersom? Daarom nodigen we de regeringen van dit land uit om aan te sluiten bij het Wellbeing Economy Government Partnership (WEGo), een samenwerkingsverband van landen en regio’s zoals IJsland, Finland, Canada, Nieuw-Zeeland, Wales en Schotland die alvast de bakens uitzetten. Waar wachten we op?

De Zorgcoalitie bestaat uit: Furia, Femma, ACV Puls, ACV Voeding en Diensten, ACV gender. Ondertekenaars: Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV openbare diensten, ACV, ABVV en ACLVB.

Crisis in de zorg: een vrouwenzaak?

Het aantal openstaande vacatures in kinderopvang, woonzorgcentra en dienstencheques is torenhoog. Sectoren met een hoofdzakelijk vrouwelijke tewerkstelling (kinderopvang: 95%, dienstencheques: 98%, verzorgend personeel: 90%) maar ook met specifieke taken gelinkt aan zorg en huishoudelijk werk (de zogenaamd typisch vrouwelijke taken).

De lonen zijn er (te) laag, de statuten ondermaats (onthaalouders hebben nog steeds geen volwaardig statuut en nog te veel huishoudhulpen werken in de illegaliteit) en de arbeidsomstandigheden zwaar. De wantoestanden in de kinderopvang en woonzorgcentra zijn voldoende gekend. Uit een verslag van de gezondheidsinspectie bleek dat 90% van de dienstencheque-ondernemingen niet in orde zijn met de wetgeving inzake gezondheid.

Maatschappelijke onderwaardering

Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderkenning van het belang van zorgarbeid. En dat is vooral slecht nieuws voor vrouwen, want anno 2023 krijgen zij nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord. In hun eigen gezin en op de arbeidsmarkt. Vrouwen spenderen gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend maar het is het niet. Het werk blijft vaak onzichtbaar en ondergewaardeerd. Dat gebrek aan erkenning zien we terugkeren wanneer dergelijke taken worden geprofessionaliseerd. Vele vrouwen lijden onder de hoge werkdruk, de moeilijke combinatie van arbeid en gezin en het gebrek aan respect voor hun werk.

Vrouwenorganisaties bundelen samen met middenveldorganisaties en vakbonden hun krachten in de Zorgcoalitie om hun eisen zo breed mogelijk bekend te maken. In bijlage vind je onze visietekst met onze concrete voorstellen. In aanloop naar 8 maart (internationale vrouwendag) willen we onze boodschap naar buiten brengen. Achteraf zullen we stappen zetten naar de politici om concrete beleidsmaatregelen te eisen.

 

Contactpersonen:

Sarah De Coster, Femma, 0473 53 22 07

Nathalie Winters, ACV PULS, 0473 52 58 09

Sofie De Graeve, Furia, 0476 71 01 73

 

De Zorgcoalitie bestaat uit

Furia, Femma, Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV, ABVV en ACLVB.

Visietekst

De volledige visietekst kan u hier vinden. Die zal te lezen zijn vanaf woensdag 8 maart.

Naar aanleiding van 8  maart, internationale vrouwendag, roepen we op tot meer erkenning, waardering en een gelijkere verdeling van zorg.

Waarom is dit zo belangrijk voor ons? 

We kunnen de aanhoudende crisis in de kinderopvang, besparingen op zorgverloven en de schrijnende omstandigheden in de dienstenchequesector niet langer zien als geïsoleerde problemen. Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderkenning van het belang van zorgarbeid[1]. En dat is vooral slecht nieuws voor vrouwen, want anno 2023 krijgen zij nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord.

In de media struikelen politici over elkaars voeten om te belijden hoe belangrijk zorgarbeid is, maar in het beleid verandert er niets. Vrouwen worden nog steeds niet au-serieux genomen, er worden zelfs grapjes over gemaakt. 

Daarom bundelen vrouwenorganisaties, middenveldorganisaties en vakbonden de krachten om onze eisen zo breed mogelijk bekend te maken. De Zorgcoalitie bestaat uit Furia, Femma, Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, Levl, Ella vzw, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant, Sophia, collectief 8 maars, Crisiskabinet / Kind & Gezien, ACV, ABVV en ACLVB.

Het perbericht rond deze visietekst kan u hier vinden.

Onbetaald zorgen 

Vrouwen spenderen in België gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Taken zoals het huishouden, een maaltijd op tafel toveren, een luisterend oor bieden aan een vriendin, mantelzorg verrichten voor een naaste, als vrijwilliger activiteiten organiseren in je buurt, kinderen aankleden en naar school brengen,… lijken doodgewone dagdagelijkse activiteiten, maar niks is minder waar. Net deze onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft. Zonder die essentiële arbeid valt alles stil.

Maar liefst 60% van alle arbeid die we verrichten in België is onbetaald, en daarmee is het eigenlijk één van de grootste sectoren van onze economie. Toch ontleen je geen status, macht of inkomen aan onbetaalde zorg. Wie ‘niet betaald werk levert, is zogezegd inactief’. Omdat er geen monetair waarde op kleeft denken we dat we eindeloos kunnen terugvallen op onbetaalde zorg. Nochtans zou, zoals de Nederlands feministe Anja Meulenbelt het zo helder uitdrukt,  zowel ‘making people, als making profit’ gelijke waardering moeten krijgen. 

Helaas staan we daar nog heel ver van. Vrouwen blijven verschillende taken en soorten werk combineren. Deze ongelijke verdeling heeft nefaste gevolgen voor hun welvaart en welzijn.  Uit tijdsbestedingsonderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld 6 uur minder vrije tijd per week hebben dan mannen. Bovendien gaat het om tijd die vaker versnipperd en minder kwaliteitsvol is. Want naast ‘het puur uitvoerende’ aspect van onbetaalde zorg dragen vrouwen meestal ook de mentale last : het denk-, emotie- en planwerk (denk maar aan afspraken en boodschappen lijstjes maken, troosten,.. ).

Eén van de strategieën die vrouwen noodgedwongen hanteren is deeltijds werken. In België geldt dit voor 42% van de werkende vrouwen, waarvan slechts 6,7% aangeeft dat dit een ‘vrijwillige keuze’ is. De meeste vrouwen geven aan dat ze dit doen omwille van ‘zware fysieke of mentale arbeidsomstandigheden in hun, job, of de moeilijke combinatie met zorgtaken’. Dit weegt op hun financiële situatie, carrièrekansen, pensioenopbouw en andere sociale zekerheidsrechten (werkloosheid, ziekte) met een onevenredig hoog risico op armoede tot gevolg.

Onderbetaalde zorgberoepen 

Deze totale blindheid voor het belang van onbetaalde zorg zien we terugkomen als zorgwerk professioneel gebeurt. Zowel in de positie van werknemers in zorgberoepen als in de perceptie over het soort werk dat ze leveren (alsof het toch niet als ‘echt’ werk wordt gezien). Opnieuw zijn vrouwen buitenproportioneel oververtegenwoordigd (bvb. 95% in de kinderopvang, 98% in de dienstencheques). 

Lage lonen en zware werkomstandigheden zijn tekenend voor de onderwaardering in zorgende beroepen: naast de kinderopvang en de dienstenchequesector zien we dit bvb. ook in de gezinszorg, de woonzorgcentra, het algemeen welzijnswerk (= ondersteuning mentale zorg) en de jeugd- en gehandicaptenzorg.

Weinig verbazend raken hierdoor duizenden vacatures niet ingevuld. Deze structurele tekorten leiden bovendien tot ongeziene crisissen. Zo maakt in de kinderopvang de norm van 9 kinderen per begeleider het onmogelijk om kwaliteitsvol werk te leveren. In de dienstenchequesector leidt de onwil van werkgevers en overheid om te investeren in de sector ertoe dat de vele alleenstaande moeders, ondanks hun job en inkomen, in armoede moeten leven terwijl het harde werk hun gezondheid om zeep helpt (zoals aangetoond door tal van studies). Maar de nodige maatregelen blijven helaas uit.

Nog pijnlijker is het dat net de meer kwetsbare vrouwen zijn die noodgedwongen in deze ondergewaardeerde zorgberoepen terechtkomen. Vrouwen met een korte scholing, met een migratieachtergrond vormen het overgrote deel van de onderhouds- en zorgwerkers. 

De oververtegenwoordiging van vrouwen met een migratieachtergrond bij het huishoudpersoneel raakt bovendien steeds meer verankerd via de ontwikkeling van internationale ‘zorgkettingen’. Vaak situeren deze zich in de informele sector. Vrouwen maken 80% uit van het huispersoneel wereldwijd, en de overgrote meerderheid (90%) heeft geen toegang tot sociale bescherming. Zij nemen de zorg over van vrouwen in een financieel sterkere positie, terwijl ze hun eigen familie en zorgbehoevenden achter moeten laten om ver van huis voor een hongerloon te zorgen. Zelf hebben ze namelijk meestal niet de middelen om hun onbetaalde zorg kwaliteitsvol te combineren met hun job. 

Wat willen we? 

We roepen daarom onze beleidsmakers op tot concrete actie.  

Erken onbetaalde zorg 

  • Door haar mee te nemen in de evaluatie van onze sociale vooruitgang als maatschappij. Meten is weten! Maak onbetaalde zorg zichtbaar door relevante indicatoren te ontwikkelen en te monitoren die de omvang en de verdeling van onbetaalde zorg in kaart brengen[2]
  • Voer een actief beleid dat Elders Verworven Competenties (EVC’s) beter erkent en promoot. EVC’s staat voor ervaring en kennis die je in de praktijk opdeed, maar waar je geen diploma voor hebt. Want ook door onbetaalde zorg te verlenen, oefen je vaardigheden en doe je kennis op die nuttig zijn bij het uitoefenen van een betaalde job.

Waardeer onbetaalde zorg

  • Biedt voldoende ondersteuning zodat iedereen onbetaalde zorg op een kwaliteitsvolle manier kan combineren met andere tijdsbestedingen.
  • Bouw degelijk vergoede, flexibele en laagdrempelige zorgverloven uit, zonder anciënniteitsvoorwaarden
  • Beschouw ouderschapsverlof, tijdskrediet, geboorteverlof en deeltijds met behoud van rechten als effectieve tewerkstelling voor het (minimum)pensioen.
  • Voorzie structureel meer tijd voor onbetaalde zorg door de norm voor voltijds werken te verlagen.

Waardeer betaalde zorg

  • Voorzie voldoende, kwaliteitsvolle en laagdrempelige maatschappelijke diensten zoals kinderopvang, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.
  • Zorg voor een significante verhoging van de lonen van de werknemers die instaan voor zorg en onderhoud van anderen.
  • Investeer in werkbare jobs met gezonde arbeidsomstandigheden; voorkom fysieke en psychische overbelasting.

Stimuleer een gelijke verdeling in onbetaalde en betaalde zorg

  • Voer een actief beleid dat inzet op niet-stereotiepe beeldvorming van vrouwen en mannen. Meer meisjes in de STEM-opleidingen? Zeker! Meer jongens in de zorg-opleidingen? Absoluut!
  • Stimuleer een gelijke verdeling in opname van zorgverloven
  • Verleng en verplicht het geboorteverlof. Om de discriminatie van zwangere vrouwen terug te dringen; om te zorgen voor een hechtere band tussen co-ouder en kind vanaf de geboorte; om de mentale last beter te verdelen tussen beide ouders.
  • Versterk het recht op thematisch verlof, met name ouderschapsverlof en tijdskrediet. Zorg dat het beter wordt betaald en dat het meer toegankelijk wordt gemaakt zodat ook eenoudergezinnen (waarvan 80% vrouwen) van dit recht kunnen genieten.
  • Zorg voor meer overleg en afstemming tussen verschillende beleidsniveaus.

 

[1] Zorg is de ruggengraat van de samenleving, het laat de samenleving functioneren. Dit omvat zorg voor kinderen, ouderen, zieken en personen met een handicap, naast huishoudelijke arbeid zoals poetsen en maaltijden bereiden. (uit Paarse Pact, p. 7, Europese Vrouwenlobby, 2019, vertaald door Vrouwenraad 2020) Zorgarbeid wordt zowel betaald als onbetaald uitgevoerd. Het is een (vaak) onzichtbare bijdrage aan de economie die alle andere vormen van arbeid en leven mogelijk maakt. Zorgtaken, zowel betaald als onbetaald, zijn arbeids- en tijdsintensief. En toch worden deze nog te vaak ondergewaardeerd. (Siggie Vertommen, Liefde en Zorg in tijden van Kapitalisme. De paradox van reproductieve arbeid tussen onderdrukking en verzet)

[2] De BOA-quote, die gebaseerd is op tijdsbestedingsonderzoek, kan hiertoe inspiratie bieden. De BOA-quote is een indicator die de verhouding tussen het volume van betaalde en onbetaalde arbeid weergeeft.

Pagina 4 van 19

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart