Nieuws

Toon items op tag: abortus

Vandaag (18/04) wordt het academisch rapport over de abortuswet- en praktijk in België voorgesteld aan de commissies Justitie en Gezondheid & Gelijke Kansen van de Kamer. Een samenvatting werd vorige maand al vrijgegeven. Het interuniversitair en interdisciplinair rapport is gebaseerd op de medische vooruitgang sinds de abortuswet van 1990, wetenschappelijk onderzoek, meer dan drie decennia Belgische abortuspraktijk en buitenlandse ervaringen. De conclusies zijn glashelder en hernemen de pijnpunten die vrouwenbewegingen en abortuscentra al jaren aankaarten.

Zo kwalificeert het rapport de verplichte 6-dagen bedenktijd als vernederend omdat het een immaturiteit van vrouwen suggereert, veronderstellende dat zij niet in staat zijn om de nodige bedenktijd zelf in te bouwen. Het denkproces start immers lang voor de eerste raadpleging, namelijk op het moment dat een vrouw ontdekt dat ze ongewenst zwanger is. De vraag om abortus is in praktijk een weloverwogen beslissing. Daarom bepleiten de experts de afschaffing van deze betuttelende maatregel.

Het rapport benadrukt de noodzaak van een gelijke en betaalbare toegang tot abortuszorg voor alle zwangere vrouwen die in België verblijven, ongeacht het statuut. In het bijzonder de meest kwetsbare vrouwen, bijvoorbeeld vluchtelingen, vrouwen zonder papieren en daklozen, vinden moeilijk toegang. Jaarlijks trekken ook enkele honderden vrouwen naar Nederland omdat ze de huidige termijn overschrijden. Dat kan iedere vrouw overkomen, maar niet iedere vrouw heeft  de nodige middelen om naar Nederland te gaan. Om die zorg ook in België te kunnen aanbieden, stelt het rapport voor om de termijn op te trekken tot 18 of 20 weken.

Vrouwen zijn gemiddeld 35 jaar van hun leven vruchtbaar. Het vergt een volgehouden inspanning - en soms wat geluk - om nooit ongewenst zwanger te worden. Eén op vijf vrouwen in België ondergaat ooit in haar leven een abortus. Toch is het Belgisch abortuscijfer met gemiddeld 8,8 abortussen per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd een van de laagste ter wereld. Het Europese gemiddelde bedraagt 18 en het mondiale gemiddelde ligt op 39.

Opvallend is de trend van dalende abortussen in de groep jonger dan 21 jaar sinds de terugbetaling van anticonceptiva voor hen. Investeren in preventie loont. Het rapport beveelt dan ook een verdere uitbreiding aan van de tegemoetkoming voor anticonceptiva die vandaag al geldt tot 25 jaar. Dat geldt in het bijzonder voor langdurige anticonceptie: die is duur bij aankoop, maar wel heel doeltreffend.

Geen enkel anticonceptiemiddel is evenwel perfect. Het is dan ook geen toeval dat het rapport oproept om abortuszorg in te schrijven in het gezondheidsrecht. Patiëntenrechten en kwaliteitseisen worden daardoor ook hier van toepassing. Dat sluit aan bij het feministische pleidooi om het moraliserende perspectief te verlaten en abortuszorg als een medische handeling in het kader van preventieve gezondheidszorg vorm te geven.

We nodigen de politici in het parlement uit om de eenduidige conclusies van het expertenrapport ernstig te nemen en de abortuswetgeving in overeenstemming te brengen met de reële noden van vrouwen en om hun zelfbeschikkingsrecht verder wettelijk te verankeren.

Dit opiniestuk verscheen in De Morgen op 18/04/2023.

Gepubliceerd in Abortusplatform

Liliane Versluys en Gily Coene herdenken het overlijden van Lucie Van Crombrugge, vijf jaar geleden. Zij was één van de grooste voorvechtsters voor recht op abortus, zowel in Belgie als wereldwijd.


Op 17 mei 2017, vandaag precies 5 jaar geleden, overleed de feministische activiste en VUB-Eredoctor Lucie Van Crombrugge. Ze kreeg het eredoctoraat voor haar jarenlange strijd voor de depenalisering van abortus in België, haar inzet in de abortushulpverlening en haar onvermoeibare vrouwenrechtenactivisme. Lucie Van Crombrugge kreeg het doctoraat samen met de in 1984 overleden arts Willy Peers, wiens arrestatie in 1973 het startschot vormde voor de lange strijd voor het recht op abortus in België.

Van Crombrugge sloot zich in de jaren zeventig aan bij Dolle Mina Gent en het Vrouwen Overleg Komitee, vandaag bekend onder de naam Furia. In de jaren tachtig, toen abortus nog illegaal was in België, hielp ze ongewenst zwangere vrouwen in het Gentse Kollektief Anticonceptie.


Het was een verre van vrijblijvend engagement: wie zich inzette voor anticonceptie en het recht op abortus riskeerde decennialang zware straffen, zoals de verbeurdverklaring van de wagen waarmee je informatiemateriaal vervoerde, en dat in de loden jaren ’70 en ’80 waar een strafblad niet hielp om werk te vinden.

see the source image

De hulpverlening aan vrouwen in nood kon ook op een veroordeling met strafblad en celstraffen uitdraaien.

 

Maar de risico’s en de inspanningen van een brede coalitie middenveldorganisaties, artsen en politici, met in Vlaanderen Lucie als inspirerende figuur, miste haar uitwerking niet. Ze leidden in 1990 tot het wetsvoorstel dat abortus onder bepaalde voorwaarden uit het strafrecht haalde.

Ook na de abortuswet bleef Van Crombrugge ijveren voor de volledige depenalisering, ook al wilde geen enkele partij het jarenlang nog op de agenda zetten. Abortus hoorde volgens Lucie niet thuis in het strafrecht en over basisrechten van vrouwen behoorde men geen halfslachtige compromissen te sluiten. Ze zag hoe vrouwen nog steeds naar het buitenland moesten, omdat de opgelegde bedenktijd niet alleen nodeloos paternalistisch was, maar vrouwen ook gevaarlijk dichtbij of over de termijn van 12 weken zwangerschap duwt. Haar pleidooi voor een uitbreiding van de termijn en het wegwerken van barrières die het vrouwen moeilijk maken, wordt momenteel verdergezet door een brede coalitie van vrouwenorganisaties, waaronder ook Furia.

De verdere depenalisering door de Wet Vrijwillige Zwangerschapsafbreking van 2018 heeft ze niet meer meegemaakt, maar tot haar dood in 2017 is ze zich blijven inzetten – in België en internationaal – voor het meest fundamentele en tegelijk meest controversiële recht voor alle personen die ongewenst zwanger zijn: het recht om zelf te kunnen beslissen en op een niet-veroordelende, zo toegankelijk en veilig mogelijk wijze geholpen te worden.

see the source image
In de meeste delen van de wereld is dit recht nog altijd geen realiteit, ook niet in de Westerse wereld.

Wie herinnert zich niet de beelden van de Poolse activisten die in volle coronatijd – met mondmasker en inachtname van de afstandregels – protesteerden tegen de verstrenging van de wetgeving in Polen. Vorig jaar legde een grondwettelijk hof van rechtse regeringsloyale rechters het recht op abortus daar quasi volledig aan banden. Ontwikkelingen in Hongarije en net ook nog in Tsjechië baren zorgen. En ook de bovenvermelde, belangrijke, aanpassingen van de Belgische abortuswetgeving geraken maar niet goedgekeurd, terwijl een politieke meerderheid ervoor is.

Het nieuws over de gelekte nota van het Amerikaanse hooggerechtshof begin deze week zorgt dan ook terecht voor een schokgolf, in de eerste plaats in de VS, maar ook ver daarbuiten. Bijna een halve eeuw nadat het historische arrest Roe v. Wade uit 1973 een einde maakte aan de wetten die vrouwen de toegang tot abortus ontzegden, wil men dit ongedaan maken en de regelgeving over abortus voortaan overlaten aan de federale staten. Zelfs Roe v. Wade verhinderde niet dat toegang tot abortus in de VS voor velen al quasi onmogelijk is. Volgens Planned Parenthood werden sinds Roe v. Wade 1336 abortusrestricties ingevoerd in Amerikaanse staten, met een recordaantal in 2021 en de uiterst strenge abortuswet in Texas als triest hoogtepunt. Als het arrest valt, krijgen staten volledig vrij spel.

 

see the source image
Arme, jonge vrouwen en vrouwen van kleur zullen daardoor opnieuw het meest getroffen worden, want ze hebben niet de mogelijkheid om naar een andere staat of land te reizen om een veilige abortus te kunnen krijgen.

Ook Lucie Van Crombrugge was zich ervan bewust dat de abortusstrijd ook een sociale strijd is en koppelde de strijd voor depenalisering aan een strijd voor volledige terugbetaling en voor degelijke en toegankelijke zorg. 

De invloed van rechts-conservatieve en religieuze fanatieke antiabortusactivisten reikt veel verder dan de VS. Ze sponsoren groeperingen en campagnes in ons land en de EU die ijveren tegen vrouwen- en lgbti-rechten, de zgn. anti-gender beweging, en beknotten reproductieve rechten en voorzieningen in minder welvarende landen in het Zuiden. Dat alles plaatst de feministische beweging voor de uitdaging om daar een antwoord op te vinden door een internationaal solidaire strijd te voeren.

Dat er verschillende visies en morele standpunten over abortus bestaan, is geen probleem, wél dat vrouwen niet zelf kunnen bepalen volgens welke visie zij handelen bij een ongewenste zwangerschap. Zoals de vorig jaar overleden zwarte feministische schrijfster Bell Hooks het stelde, kan je onmogelijk voor vrouwenrechten zijn en tegen het recht op abortus. Zelfbeschikking  ook inzake reproductieve rechten voor alle vrouwen is een essentieel principe van het feminisme.

Liliane Versluys is ere-advocate en lid van Furia (Feministische Denktank en Actiegroep).

Gily Coene is hoogleraar ethiek aan de VUB en voorzitter van RHEA (Onderzoekscentrum Gender en Diversiteit).

Dit opiniestuk verscheen op 17 mei in De Knack

Nu iedereen verplicht binnen zit in deze tijden van corona, gescheiden van elkaar, is het goed om te herinneren aan de kracht van mobilisering. Op 3 april 2020 is het dertig jaar geleden dat abortus in België onder bepaalde omstandigheden niet meer strafbaar werd. Of die gedeeltelijke legalisering van abortus er ook gekomen zou zijn zonder de strijd van de feministische en vrouwenbeweging is uiteraard moeilijk te zeggen. De samenleving was er al lang klaar voor: van vrouwen tot dokters en verpleegkundigen; van rechters en procureurs tot hulpverleners; van abortusbeweging tot publieke opinie. Ook de politieke verhoudingen waren er eindelijk rijp voor, ondanks de grote tegenkanting van koning Boudewijn. Om de wet toch maar niet te moeten ondertekenen, werd hij even koning af maar ondertussen wierp deze hele historie wel een schaduw over de aanzienlijke rol die de feministische beweging speelde in het abortusverhaal.

De vrouw beslist

Zonder énige twijfel te danken aan de feministische strijd is het centrale principe van de wet van 1990: DE VROUW BESLIST. Op “abortus vrij” of “abortus uit het strafrecht” na, was dat principe het beste dat de feministische beweging toen uit de brand sleepte en er is dan ook hard voor geknokt. Lucienne Herman-Michielsens, mede-indienster van het wetsvoorstel, stond open voor de argumenten van de feministische beweging. Deze moest haar eerdere wetsvoorstel uit 1977 niet, dat abortus enkel zou toelaten als de – weliswaar multidimensionaal opgevatte – gezondheid van de vrouw in gevaar was. Het wetsvoorstel van Leona Detiège uit 1978 voor abortus uit het strafrecht sloot beter aan bij de wensen uit de beweging, maar was kansloos.

Op uitnodiging van de feministische abortusbeweging ging Herman-Michielsen op bezoek in het abortuscentrum in Gent, dat toen nog steeds illegaal was. De gang van zaken daar overtuigde haar; in 1985 stond ze mee aan de wieg van het wetsvoorstel Lallemand-Michielsen. Daarin is nog sprake van ‘noodsituatie’, maar zonder verdere precisering en wordt de beslissing bij de vrouw gelegd. Letterlijk: “Er is evenwel geen misdrijf wanneer de zwangere vrouw die door haar toestand in een noodsituatie verkeert, een geneesheer verzoekt haar zwangerschap af te breken”. Hoewel nog in vele opzichten vatbaar voor kritiek, kreeg het voorstel de steun van de brede abortusbeweging en werd het vijf jaar later, na aanslepende heftige politieke debatten, wet. Geen van de voorgaande gesneuvelde wetsvoorstellen was zo vergaand. Voor haar inzet kreeg Herman-Michielsens op de nationale vrouwendag van 1990 een hartverwarmende spontane staande ovatie. Een collectief aangrijpend moment.

Dolle Mina’s  

Het was een bevreemdende paradox. Bij een illegale abortus beslissen vrouwen zelf of ze hun zwangerschap afbreken, zelfs op gevaar voor hun leven. Waarom zouden ze voor een legale abortus dan afstand moeten doen van die zelfbeschikking? Nieuwe autonome vrouwengroepen, zoals Dolle Mina, pikten dit niet. In 1970 eiste Dolle Mina de onmiddellijke legalisering van abortus (dat werd snel “abortus uit het strafrecht”) en “de vrouw beslist”. Zo schreef ze in 1971 dat “het mensonterend is de beslissing aan één of meerdere dokters over te laten, alsof de vrouw een onmondig wezen zou zijn”. Hiermee ging Dolle Mina tegen de stroom in, ook bij vele voorstanders van een legalisering van abortus. De feministische beweging is nadien op die nagel blijven kloppen, mét succes.

Ondertussen is de wet uit 1990 vervangen: in november 2018 trad een nieuwe wet in werking waarin abortus niet langer beschouwd werd als “een misdrijf tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid” en het zo dus uit het strafrecht gehaald werd. Vrouwen moeten nu ook niet meer aangeven dat ze zich in een noodsituatie bevinden om een abortus te laten uitvoeren.

De abortuswet van 1990 is het uiteindelijke resultaat van 20 jaar van activisme, burgerlijke ongehoorzaamheid en onderlinge hulpverlening. Twintig jaar ook van informatie verspreiden over methodes en adressen, van het oprichten van clandestiene abortuscentra, van weerstand bieden aan gerechtelijke vervolgingen en van lobbying. Zoals gezegd hadden de feministische en vrouwenbeweging vele medestanders – ook politieke – maar was het moeilijk om hen het principe van “de vrouw beslist” of “baas in eigen buik” te doen aanvaarden.

Voorwerp van strijd

En de discussie over abortus loopt ook vandaag nog. Zo is de wetswijziging van 2018 eerder symbolisch omdat abortus buiten het wettelijk bepaalde kader nog steeds strafbaar blijft (lees: boetes en gevangenisstraffen). Aan bestraffing en termijn verandert zeer weinig. Alle specifieke strafmaatregelen zouden dan ook moeten verdwijnen. Ook wordt er oeverloos gediscussieerd over een eventuele optrekking van de wettelijke termijn van 12 weken. Furia schaart zich achter een versoepeling van de termijn  maar blijft vooral hameren op de taboesfeer die nog steeds rond abortus hangt en op de noodzaak van het erkennen van de specifieke contexten waarin vrouwen zich bevinden als ze een abortus willen laten uitvoeren. Bij die debatten over eventuele termijnverlenging worden die specifieke contexten (en bijgevolg de zelfbeschikking) nog te vaak over het hoofd gezien.   

Feministische strijd blijft in het abortusdebat dan ook onontbeerlijk. Opdat een volledige decriminalisering van abortus een mooie kaars op de verjaardagstaart mag worden en geen fopkaars zoals de huidige symbolische wetgeving nu voorstelt.

 

Emma Haché en Meryem Kanmaz

Furia

 

Verscheen op 6 april 2020 op DeWereldMorgen

FURIA OP SOCIALE MEDIA

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart